In Nederland speelt de discussie al langer en breder dan in België.[i] Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat Sinterklaas in Nederland door jong en oud gevierd wordt en erg prominent in de reclame en het straatbeeld aanwezig is, terwijl het in België op kleinere schaal (enkel voor kinderen) gevierd wordt en in het publieke leven ook minder aanwezig lijkt te zijn.
Niettemin is de vraag dezelfde: is het fenomeen Zwarte Piet racistisch en zo ja, wat doen we er dan mee? Menig buitenlands bezoeker reageert verwonderd, of beter gezegd verbijsterd, bij het aanschouwen van beelden van de witte, autoritaire blanke man en zijn infantiele en koddige zwarte helper.[ii]
Racisme
Twee weken geleden bezocht een Britse vriendin Amsterdam en kwam op straat Sinterklaas met Piet en en een horde kinderen tegen. Met het schaamrood op mijn wangen moest ik dit onnavolgbaar cultureel verschijnsel vervolgens uitleggen. Misschien had ik haar beter van te voren voorbereid, dan was de schok wellicht minder groot geweest.
Toch is menig witte Nederlander -en ook wel Belg- flink op zijn/haar zieltje getrapt als de vraag naar racisme wordt gesteld. Toehoorders en lezers schieten vaak in een kramp en vervolgens in twee defensieve reacties.
Allereerst wordt gesteld dat Zwarte Piet enkel maar zwart is geworden van het roet, doordat hij zo vaak door schoorstenen kruipt. In de tweede plaats wordt gezegd dat Zwarte Piet en de zwarte medeburger totaal verschillende zaken zijn en dat dus ook kinderen die twee zaken niet met elkaar verwarren.
Beide defensieve reacties fungeren op dezelfde manier: een kritische reflectie op de koloniale erfenis en racisme -en meer nog op witte privileges- wordt consequent uit de weg gegaan. Het eerste argument valt gemakkelijk te weerleggen door te wijzen op de krullen, rode lippen en kleurige outfit van Zwarte Piet: komt dat werkelijk allemaal door de schoorsteen?
Je hoeft ook enkel maar de geschiedenisboekjes open te slaan en te zoeken naar het ontstaan en de ontwikkelingen rond het Sinterklaasverhaal als culturele traditie, om tot de conclusie te komen dat het vorm en inhoud kreeg binnen welbepaalde sociaal-economische contexten. Daarbij hebben de koloniale tijd en raciale verbeeldingen grote sporen nagelaten.
Ondanks de ongeloofwaardigheid van deze stelling, neemt wit Nederland -en België- toch massaal de toevlucht tot het welbekende schoorsteenverhaal. Het tweede argument is minder vreemd, maar naar mijn idee nog schadelijker. Niet alleen de banale ontkenning maar ook het vasthouden aan het idee dat er een wezenlijk onderscheid bestaat tussen beeldvorming en cultuur en de ‘echte’ zwarte medemens, komt voort vanuit een bepaalde machtspositie.
Getuigenissen
Men kan dit enkel argumenteren door volledig voorbij te gaan aan getuigenissen van zwarte medeburgers over de manieren waarop zij rond deze tijd van het jaar door kinderen worden bekeken of zelfs uitgescholden voor Zwarte Piet; dit ervaren zij als beledigend en denigrerend.
Ik kan mijzelf een voorval uit mijn kinderjaren herinneren, waarbij ik bij de bakker een zwarte man aanwees en luidop vroeg of dat dan een Zwarte Piet was en mijn moeder mij daarop vol schaamte toesiste dat die meneer geen Zwarte Piet was maar ‘gewoon een meneer met een donker velletje’.
Ik begreep indertijd niet wat ik fout had gedaan en ook niet waarom mijn moeder zich zo schaamde. Ik stelde de vraag vanuit de onschuld van een kind dat zojuist heeft geleerd dat de koddige helpers van Sinterklaas zwarte mensfiguren zijn.
Aan de stelling vasthouden dat ‘kinderen heus wel het verschil zien’, zegt meer over diegenen die de uitspraak doen, dan over de desbetreffende kinderen. Men houdt vol dat de culturele traditie op zichzelf onschuldig is en net besmeurd wordt door die spelbrekers die het over racisme willen hebben.
Bovendien worden de ervaringsverhalen van zwarte medemensen buiten spel gezet; er wordt niet met hen maar over hun hoofden heen gesproken. De vraag naar racisme is dan iets dat witte mensen wel bespreken en eventueel oplossen; daarvoor hebben ze niet de mening en het oordeel van zwarte burgers nodig.
Zoals Sarah Ahmed, professor in race and culture studies, het stelt: mensen die racisme of andere structuren van ongelijkheid bespreekbaar willen maken, worden rap weggezet als pretbedervers en spelbrekers (killjoys). Dat het met het inbrengen van een kritische visie, op bijvoorbeeld verjaardagsfeestjes, plots voorbij is met de gezelligheid, wordt dan de criticus verweten: de onderliggende machtsstructuren laat men links liggen.
Markha Valenta, onderzoeker aan de universiteit van Nijmegen, beschrijft Sinterklaas als tegelijkertijd het bewijs van de voortgaande nationale raciale verbeelding en tegelijkertijd als een veelbelovende ‘locatie’ voor de mogelijkheid van verstoring en transformatie.
Het soort van krampachtige defensieve houdingen dat het debat rond Zwarte Piet oproept, houdt helaas de bevraging en transformatie van Sinterklaas als culturele traditie, in de richting van iets nieuws qua vorm en inhoud, mijns inziens tegen.
Gender
Wat mij echter opvalt is dat Sinterklaas meestal op het inherente racisme wordt aangesproken, terecht natuurlijk, maar dat men veelal vergeet de genderkanten ervan aan te kaarten. Na even online te surfen, stuitte ik op een artikel van Janneke Veger in tijdschrift Lover, dat net ook de vraag naar gender en seksisme stelt.
Veger stelt dat Sinterklaas zijn autoriteit voor een groot deel ontleent aan de attributen van mannelijkheid die hem toegekend worden. Zwarte Piet, daarentegen, wordt zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken en attributen onthouden en verwordt daarmee tot een gender-neutraal figuur.
De seksuele onzijdigheid van Zwarte Piet is volgens Veger een belangrijke verklaring voor zijn lage status, in de context van een binaire verhouding tot Sinterklaas. Ik vind het een interessante denkwijze maar ga toch niet helemaal akkoord met het idee van Zwarte Piet als een gender-neutraal figuur. In mijn gevoel speelt de constructie van mannelijkheid een grote rol in zowel het beeld van Sinterklaas als dat van Zwarte Piet.
Is de Sinterklaasfiguur niet net een van de overblijfselen van het aloude koloniale ideaal van de blanke Europese man die over de rest van de wereld regeert en is Zwarte Piet, in plaats van een seksueel onzijdige representatie, niet eerder een treffend voorbeeld van een moderne vorm van het pacificeren van de gevaarlijke, exotische, erotische zwarte man, door middel van representatie, zoals de socioloog Stuart Hall het wellicht zou omschrijven?
Ik heb Zwarte Piet nooit als onzijdig gezien en ervaren: het niet benoemen van seksuele identiteit wordt dan soms wel gepresenteerd als ‘neutraal’, maar staat in de beeldvorming en cultuur vrijwel altijd impliciet voor het mannelijke.
Wat betekent het eigenlijk dat Zwarte Piet altijd (impliciet) mannelijk is, terwijl in het koloniale tijdperk zowel zwarte mannen als vrouwen werden verhandeld en aangekocht als slaven? Ik weet hierop niet het precieze antwoord, maar vermoed wel dat het vandaag de dag goed uitkomt dat Sinterklaas als culturele traditie vanaf de 19de eeuw de zwarte slaaf als helper in het verhaal heeft meegenomen en niet de zwarte slavin.
De mannelijke gender-identiteit valt gemakkelijker te de-seksualiseren en infantiliseren, ten einde het te abstraheren, zodat het mogelijk wordt te spreken over Zwarte Piet, als losgekoppeld van het koloniaal verleden. De vrouwelijke gender-identiteit staat immers voor ‘seksueel verschil’ en is daarmee veel minder makkelijk te abstraheren tot iets ‘neutraals’ en politiek ‘onschuldig’.
Hoe kan de analyse van en inzichten in de gender-aspecten van Sinterklaas als culturele traditie bijdragen tot anti-racistische kritiek en politiek? Met deze vraag verschuiven we de kwestie weer naar de politieke arena en zijn we terug waar we begonnen waren.
Verder lezen:
-
Sarah Ahmed, 2010, The Promise of Happiness, Durham: Duke University Press.
-
Markha Valenta, 2010, ‘Saint Nicholas: The Hard Politics of Soft Myths’, in: Open Democracy, http://www.opendemocracy.net/markha-valenta/saint-nicholas-hard-politics-of-soft-myths
-
Janneke Veger, 2011, ‘No Gender: No Power: Zwarte Piet en zijn tragisch gebrek aan mannelijkheid’, in: Lover, http://www.tijdschriftlover.nl/politiek_en_maatschappij/no_gender_no_power
-
Stuart Hall, 1997, Cultural Representations and Signifying Practices, SAGE.
i Zie bijvoorbeeld de intiatieven van ‘Zwarte Piet is Racisme’: http://zwartepietisracisme.tumblr.com/
ii Zie bijvoorbeeld voor een grappige beschrijving van hoe een Engelsman, woonachtig in Nederland, het fenomeen Sinterklaas poogt uit te leggen aan zijn Britse en Amerikaanse vrienden: http://www.nrc.nl/nieuws/2012/12/01/engelsman-over-pieten-blanken-verkleden-zich-als-koddige-zwarten/
Nella van den Brandt is onderzoeker aan de UGent en lid van de Algemene Vergadering van Ella, kenniscentrum op vlak van gender en etniciteit.