In Griekenland ontwaken geen toekomstdromen, maar geesten van het verleden. De Griekse staat laat dit ontluikend burgerconflict etteren. Is Griekenland een ‘testcase’ van hoe een economische crisis een heel land doet afglijden naar een sociaal burgerconflict en onversneden haat tussen burgers van hetzelfde land?
Ik kwam net van Amygdaleza, een detentiekamp voor 2.000 asielzoekers en migranten dat nog het best als een concentratiekamp kan worden omschreven. Van die manifestatie van de economische crisis en het groeiende racisme in Griekenland beland ik dus in één van de grotere protesten daartegen.
Met Eleni Timogiannakis sta ik in een antifascistische betoging op het grote Syntagma-plein voor het parlementsgebouw. Dit was Athenes Tahrir-plein in de dagen van massale demonstraties tegen de op stapel staande besparingsmaatregelen van Europa.
Eleni was er altijd bij. Ze is alleenstaand en woont met een flatgenoot in een klein appartement. Ze is al een tijdje werkloos, maar geniet voorlopig nog van een leefbare uitkering en een deeltje van het gereduceerde, maar degelijke pensioen van haar ouders. Sommige van haar vrienden zijn er erger aan toe. “Mijn ex-collega verloor zijn job en ook zijn vrouw was al werkloos. Zij en hun twee kinderen overleven nu op 500 euro per maand. Ik weet niet hoe zij kunnen leven”, zegt ze.
“Een andere ex-collega is al meer dan een jaar werkloos na dertien jaar te hebben gewerkt. Hij werd ontslagen. Zijn vrouw moet nu twee jobs doen. Ze hebben twee kinderen van rond de vijftien. Met 500 euro per maand kan je geen vier jaar hoger onderwijs betalen voor twee kinderen. Ze zullen moeten gaan werken, maar waar? Het was een normaal gezin, werkende klasse. Ze konden zich zelfs jaarlijks een vakantie veroorloven, als dat een indicatie kan zijn. Nu zijn ze arm. Ze zitten vast in Athene, kunnen nergens heen.”
Eleni vertelt dat vele Atheners naar het platteland vluchtten, waar het leven goedkoper is en ze hun eigen voedsel kunnen verbouwen. In een crisis zijn stadsbewoners altijd de eersten die in armoede belanden omdat ze niet onafhankelijk zijn van het instortende systeem.
Solidariteit is niet populair
De massa met spandoeken vol antifascistische boodschappen zet zich in beweging. Jongemannen scanderen ritmische slogans door een luidspreker en de menigte herhaalt. Het klinkt militaristisch en best overtuigend. Het ritme van de hakkelige Griekse woorden blijft nazinderen. Het zijn niet zomaar vrijblijvende slogans, het zijn niet mis te verstane boodschappen aan het adres van de fascistische beweging in Griekenland.
De focus is verschoven van protest tegen oplossingen voor de crisis, naar protest tegen gevolgen van de crisis. Deze antifascistische betogingen hebben dan ook een ander karakter dan de massale demonstraties tegen de besparingen. Ze mobiliseren niet alle geledingen van de Griekse samenleving, maar toch kunnen de linkse bewegingen heel wat volk op de been brengen.
Elke linkse beweging is vertegenwoordigd, behalve de communisten. “Zij haalden 10 procent van de stemmen in de laatste verkiezingen en nemen nooit deel aan demonstraties tegen fascisme, omdat ze niet willen dat hun leden met andere linkse activisten mengen”, legt Eleni uit.
Maar ook Syriza, de grote linkse partij die in de tweede verkiezingen 27 procent van de stemmen haalde, is slechts met een paar mensen aanwezig. Zij willen hun leden niet voluit mobiliseren, volgens Eleni omdat er in de antifascistische betogingen altijd boodschappen van solidariteit met immigranten te horen zijn. En dat ligt niet goed bij de meerderheid van de Grieken vandaag. Het is nu eenmaal niet eenvoudig solidair te blijven met zij die het moeilijk hebben, als je zelf door de treden van de sociale ladder valt.
Mijn oog valt op een spandoek ‘Legalize all immigrants’, een behoorlijk extreme eis in het Europa van vandaag. Mijn gedachten dwalen af naar het kamp waar ik een paar uur eerder nog migranten en asielzoekers uit Afghanistan en Pakistan verzwakt en opeengepakt in een kooi had zien staan, omringd met prikkeldraad en wachttorens.
Ook Syriza steunde de bouw van het kamp. Dat is voor Eleni het bewijs dat dit geen extreemlinkse partij is, ook al labelde Europa hen wel zo. Met één derde van de stemmen kunnen zij niet ingaan tegen de buikgevoelens van vele van hun kiezers. En die buikgevoelens worden gretig uitgebuit door extreemrechts.
Links en rechts surfen op crisisgolf
Gouden Dageraad, de partij die openlijk dweept met fascisme en nazisme, haalt zijn stemmen bij een bepaalde groep slachtoffers van de crisis. “Voor de crisis was het leven van de lagere middenklasse ook geen lachertje, maar tenminste konden ze met hard werken wat geluk opbouwen. Nu hebben ze zelfs die kansen verloren”, zegt Eleni.
“De zakenlui van de kleine en middelgrote ondernemingen die hun leningen niet meer konden afbetalen, zijn de tweede grote groep slachtoffers van de crisis. Sommigen verloren zelfs hun huis, hun luxueuze manier van leven, en raakten aan lager wal. Mijn buur verloor zijn appartement. Hij was rijk, maar de bank nam zijn huis in beslag omdat zijn bedrijfje geen schulden meer kon afbetalen. Hij verdween. Niemand weet waar hij naartoe ging.”
“Hij is de bank nog veel geld verschuldigd. Vele mensen belandden op straat omdat de bank hun huizen in beslag neemt. Normaal verkoopt de bank die inbeslaggenomen huizen om het geld te innen, maar ook dat lukt niet. Er zijn immers geen kopers. Dus nu heb je de absurde en onrechtvaardige situatie waarin banken, die de crisis mee hebben veroorzaakt, leegstaande huizen hebben terwijl duizenden mensen dakloos zijn.”
Niet enkel extreemlinks, maar ook extreemrechts bespeelt dat sociaal onrecht. Maar Gouden Dageraad koppelt het aan bestaande gevoelens van xenofobie. Griekenland krijgt immers al langer dan vandaag veel immigranten te verwerken. Het land is de eerste toegangspoort tot Europa voor miljoenen mensen uit het oosten, op zoek naar veiligheid of een beter leven.
Bovendien moeten de andere Europese landen deze mensen ook nog eens terug naar Griekenland sturen als ze verder reisden. Ook dat zorgt voor de groei van extreemrechts in Griekenland.
“Mijn ouders vertelden me dat zwarte immigranten de jobs van de Grieken pikken, en er zijn in Griekenland al zo weinig jobs”, zei een Grieks meisje tegen een vrijwilliger van de NGO Greek Council for Refugees, die steunboodschappen van Griekse kinderen zoekt voor de migrantenkinderen die Griekenland opsluit. Gouden Dageraad belooft haar ouders dat zij het verleden zullen terugbrengen door de zwakke Griekse economie te beschermen tegen immigranten.
De nieuwe kop van jut zijn de migranten en asielzoekers uit Azië. De vroegere zondebokken, de Albanezen, konden doorheen de jaren opklimmen op de sociale ladder. “Tijdens de jaren negentig heerste het algemene stereotype van Albanese immigranten als moordenaars en dieven. Nochtans huurden alle Grieken Albanezen in: iedereen had wel een Albanese schoonmaakster, de boeren in de provincies buitten Albanezen uit als goedkope werkkrachten op hun boerderijen en werden zo rijk, de kleine zakenmannen deden hetzelfde in de stad. ‘Albanees’ was een scheldwoord, maar ‘mijn Albanees’ is een goeie”, zegt Eleni.
Nultolerantie
We laten ons in de massa wat naar achteren afzakken, waar de anarchisten samen marcheren. We zien een grote groep jongeren voorbijstappen, op een rij, in hun handen dikke stokken met daaraan rode vlaggen bevestigd. Eleni zegt dat ze de stokken soms gebruiken om zich te verdedigen als de politie hen zou aanvallen. Uit volle borst roepen honderden mensen minutenlang “we vergeten niet, we vergeven niet”.
Eleni heeft een verklaring voor de agressieve en intimiderende slogans van de antifascisten. “Een sterk antwoord is onze plicht als Grieken. Gouden Dageraad kan je amper een politieke partij noemen. Het is een militie die gebruik maakt van intimidatie en geweld om haar programma uit te voeren en aan invloed te winnen. Zij slaan migranten in het ziekenhuis, stel je voor. Een agressieve beweging kan je enkel stoppen met een krachtig en agressief antwoord. Anders verzamelen ze moed en vertrouwen, en dat kan fataal zijn.”
Ik denk aan België, waar racisme en fascisme misdrijven zijn, aan Blood and Honour, de Belgische fascistische beweging die werd aangepakt door politie en gerecht. De bezorgde Belgische burger kan vertrouwen op de staat om deze bewegingen in te dammen. Maar de Griekse staat laat betijen.
Gouden Dageraad kan vrij opereren en steun verwerven voor een racistische ideologie. En dat doen ze met praktijken die aan maffia doen denken. In arme wijken delen ze bijvoorbeeld gratis voedsel uit. Uit de lucht komen net witte flyers dwarrelen met een duidelijke boodschap in rode blokletters: ‘Nultolerantie voor fascistische bendes’.
Eleni zet nog een stap verder: “De overheid laat extreemrechts niet enkel betijen, maar gebruikt deze bendes als instrument van haar migratiebeleid. Ze knappen het vuile werk op: de overheid ziet de fascistische knokploegen als een welgekomen afschrikking van migranten en als deel van de oplossing van de economische crisis. Als de staat niet optreedt tegen hen, moeten wij burgers het doen.”
En een aantal van die burgers die vreemdelingen verdedigen, kreeg al te maken met intimidatie, niet van Gouden Dageraad, maar van de overheid. Niet lang geleden werden strafzaken gestart tegen een aantal mensenrechtenverdedigers. Een paar dagen geleden zei de Griekse minister volgens de Greek Council for Refugees dat hij mensenrechtenorganisaties die zaken van migranten voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens brengen, voor de rechter zou slepen.
“De overheid beschouwt ons als nationale verraders, in plaats van als mensenrechtenverdedigers”, zegt Panos Christodoulou van de Greek Council for Refugees.
Het antivreemdelingenbeleid als onderdeel van de aanpak van de economische crisis wordt zo een ideologie die niet mag worden uitgedaagd of in vraag gesteld. Zij die dat wel doen, worden door meer en meer Grieken als verraders gezien. In ieder geval laat de staat het haar burgers onder elkaar uitvechten, en schaart ze zich volgens Eleni stilzwijgend achter één kant. In lichter ontvlambare landen, in Afrika en het Midden-Oosten bijvoorbeeld, zou dit een perfecte cocktail voor een burgeroorlog zijn.
Geesten van het verleden
Ik laat het woord vallen. Eleni’s gezicht vertrekt in een grijns. In deze demonstratie van anarchisten en andere linkse bewegingen voel ik een extremisme van de andere kant. “Ja, net omdat schrikbeelden van de nazi’s uit het verleden weer opduiken. Die hebben vele Grieken echt geterroriseerd.”
Verschillende mensen gooien pakketjes flyers in de lucht, waarna de dunne blaadjes papier als vallende herfstbladeren over de massa heen dwarrelen. Eleni plukt er eentje uit de lucht en onderdrukt een zachte glimlach. “Dit is Aris Velouhiotis”, zegt ze. Aris wie? “Een beroemde linkse verzetsleider tijdens de burgeroorlog na de Tweede Wereldoorlog.” Eleni geeft me een korte geschiedenisles die belangrijk is om de hedendaagse passies van deze Grieken te kunnen ontcijferen.
“Toen de guerrilla’s van de communistische partij in 1945 akkoord gingen om hun wapens neer te leggen en af te staan, was hij de enige verzetsleider die het daar openlijk niet mee eens was. Hij trok met een honderdtal kameraden naar de bergen om van daaruit de strijd voor nationale bevrijding verder te zetten. Hij werd uit de communistische partij gezet. Uiteindelijk werd hij vermoord door fascistische bendes. Zijn hoofd werd afgehakt, en tentoongesteld op het centrale plein in een klein provinciestadje.”
“Gaandeweg werd Aris de held van alle linksen. Zij zagen hem als onbezoedeld en rechtlijnig. Hij weigerde te onderhandelen met de monarchisten en daagde ook de stalinisten in zijn eigen partij uit. Vandaag worden Grieken armer en armer. Sommigen overleven erg moeilijk terwijl een kleine elite profiteert. De Griekse regering doet niets om de rechten van deze mensen te verdedigen en sommige mensen trekken een parallel met de nazibezetting.”
“Tegelijk terroriseren fascistische bendes immigranten en anarchisten. De parlementaire democratie is nog amper die naam waardig. Daarom grijpen vele linkse bewegingen terug naar Aris: zijn onbezoedelde en principiële houding toont hen de juiste weg. Het is een erg emotioneel beeld voor vele mensen in Griekenland.”
De massa begint luidkeels ‘Eam ELAS Meligalas‘ te scanderen. Meligalas is een klein dorpje waar een grote groep Griekse nazi-collaborateurs in de val werd gelokt door de bevrijdingsbeweging ELAS onmiddellijk nadat de Duitse troepen de regio verlieten in de Tweede Wereldoorlog. ELAS-guerrilla’s vermoordden hen één voor één.
Ik begin de indruk te krijgen dat deze Grieken in het verleden leven. “Ja, misschien bij gebrek aan sterke leiders vandaag?”, merkt Eleni op. Alsof het land hen ontglipt en ze het signaal moeten geven dat ze er, indien nodig, en zoals deze historische figuren ooit hebben gedaan, voor willen vechten.
Ook de fascisten dwepen met het verleden, zoals de herdenking van de val van Constantinopel bij de Ottomaanse overwinning in 1453. Het gevoel van een ontluikend burgerconflict dat beide zijden voorstellen als een strijd om de identiteit van Griekenland. Eleni weet dat dit conflict broedt, maar durft er niet op in te gaan, alsof ze haar ogen ervoor sluit.
“In ieder geval, een burgeroorlog is niet voor morgen. De meerderheid van de bevolking slaapt nog en is bezig met dagelijks overleven. Ze laten zich niet voor de kar spannen van eender welke politieke beweging. Niemand vertrouwt deze bewegingen.”
Vuur met vuur bestrijden
“Intimidatie moet je beantwoorden met intimidatie. Voorlopig is onze strategie van vreedzame intimidatie genoeg om hun groei in te dammen. Deze fascisten die ons en de immigranten terroriseren, moeten zelf geterroriseerd worden. Als ik mee stap in grote demonstraties als vandaag, voel ik dat er iets goed beweegt in Griekenland. Ik voel dat wij het geweten van het land zijn, en dat maakt me gelukkig. Het geeft me vertrouwen. De staat en de politie vertrouw ik niet. Wij vinden ons vertrouwen als burger, onze bescherming tegen fascisme bij de beweging die we zelf opbouwen.”
“Maar onze intimidatie en agressie betekent niet noodzakelijk geweld. Onze demonstraties intimideren door de grote mobilisatie en blijven meestal vreedzaam. Vandaag was er niet één jongere die molotovcocktails gooide. Slechts een kleine minderheid gelooft in het gebruik van wapens en geweld tegen fascisten.”
“De fascisten kunnen alleen in kleine groepen verschijnen, gewapende mannen, om migranten in elkaar te slaan en dan te ontsnappen in het donker. Als zij zouden opdagen in grote linkse betogingen, zouden ze het er niet ongedeerd van af brengen.”
“Als de nazi’s stilaan evenveel mensen als wij zouden kunnen mobiliseren, dan zou het pas echt angstaanjagend worden. Dan zouden extreemlinksen ook meer naar geweld gaan grijpen. Als dat zou gebeuren, zou ik een gat in de grond graven en mezelf begraven. Maar ik hoop dat het nooit zover komt. Ik ben optimistisch, misschien wat naïef.”
“We kennen het verhaal van nazi-Duitsland. We zagen al wat het onbewuste afglijden naar een samenleving gecontroleerd door fascisten teweeg heeft gebracht. Toen de nazibeweging zich in de jaren dertig verspreidde in Duitsland, was dat de eerste keer. Mensen hadden geen referentiepunt en wisten niet wat er echt aan het gebeuren was. Vandaag hebben we dat wel. Zeker de Grieken hebben zwaar geleden onder de nazi-bezetting. Ik denk we dat nog niet vergeten zijn.”
Pieter Stockmans
Pieter Stockmans, Majd Khalifeh en Xander Stockmans reisden door Noord-Afrika en het Midden-Oosten op zoek naar dromen over vrijheid en geluk.
Dit artikel is onderdeel van het project ‘Tussen vrijheid en geluk’. Een journalistiek project met de steun van Fonds Pascal Decroos. Dit is het eerste deel in een reportagereeks over Griekenland onder de titel: ‘Crisis van vrijheid en geluk in Griekenland‘, die oorspronkelijk op de website MO* werd gepubliceerd.