Veertig miljoen dollar gaf Genel Energy als waarborg voor een licentie van de regering van Somaliland om daar de gas- en oliereserves te kunnen ontwikkelen.
Een woordvoerder van het bedrijf dat onder leiding staat van de voormalige topman van BP, de Brit Tony Hayward (die in 2010 ontslag moest nemen na de olieramp in de Golf van Mexico, red.) zei dat Somaliland hen “een spannende geologische opportuniteit biedt.” De werkzaamheden zouden nog voor het einde van het jaar van start gaan.
Melaatse
Sinds Somaliland zich in 1991 onafhankelijk verklaarde van buurland Somalië, toonde het zich rustig en stabiel. De recent gesloten oliedeal brengt voor het eerst een grote buitenlandse investeerder in de energiesector naar het land dat van oudsher leeft van veeteelt.
De 3,5 miljoen inwoners hebben een veestapel die drie keer zo groot is als de bevolking en voor 65 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zorgt.
Somaliland lijdt echter onder het feit dat het internationaal niet erkend werd sinds zijn onafhankelijkheidsverklaring. Deze onbevestigde juridische identiteit belemmert de economische vooruitzichten. Zo waren slechts weinig verzekeringsmaatschappijen bereid om buitenlandse investeerders te verzekeren waardoor beleggers Somaliland als een economische ‘melaatse’ beschouwden.
Door de niet-erkenning kwam het land ook niet in aanmerking voor financiële steun van het IMF of de Wereldbank.
Coca-Cola
Nochtans betekende 2012 een kentering want tegen alle verwachtingen in begon de privésector vooruitgang te boeken. Zo vond begin dit jaar een conferentie plaats om de bilaterale handel met het Verenigd Koninkrijk te stimuleren en in mei werd een Coca-Colafabriek ter waarde van 17 miljoen dollar gestart, goed voor de grootste privé-investering sinds 1991.
Beleggers zagen in de beslissing van Coca-Cola om in deze regio te investeren een positief signaal inzake de stabiliteit van het ondernemersklimaat.
Even belangrijk als Singapore
Een troef voor Somaliland is zijn haven, Berbera, die oorspronkelijk werd gebouwd door de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog. “We zijn strategisch erg goed gelegen”, zegt de minister van Planning van Somaliland, Saad Shire. “Jaarlijks varen 30.000 schepen uit Europa, het Midden-Oosten en Azië voorbij onze haven. We kunnen Berbera ontwikkelen tot een even belangrijke haven als Singapore, met containerterminals, vrije zones, olieraffinaderijen en diensten met betrekking tot de maritieme sector.”
Hij hoopt dat de investeringen het land naar een bloeiende economie zullen leiden. Ook havenbeheerder Ali Omar Mohamed is enthousiast over de toekomst van de haven en zijn betekenis voor Somaliland.
Peter Pham van het Michael Ansari Afrika Centrum is voorzichtiger. “Zonder internationale erkenning en de daaruit voortvloeiende toegang tot internationale financiële instellingen, zullen de Somalilanders nog veel obstakels tegenkomen op de weg naar vooruitgang. Hindernissen die normaal gezien niet horen bij een land met een politiek en democratisch bestuur zoals het hunne.”
Volgens Pham zal Somaliland niet volledig van zijn natuurlijke hulpbronnen kunnen profiteren zolang zijn status als natie geweigerd wordt. De inertie van de internationale gemeenschap om de snelle erkenning mogelijk te maken, noemt hij een potentieel gevaar. “Jongeren hebben geen perspectieven en delen van de bevolking kunnen ontevreden worden door de trage vooruitgang van de economie.” Dat maakt hen bijzonder kwetsbaar, onder meer voor groepen zoals de Al Shabaab uit Somalië die links hebben met Al Qaeda.