Woensdag 28 november stelden Oikos, Kauri en Fairfin in de Gentse Vooruit de Nederlandse vertaling voor van het rapport ‘Geld en duurzaamheid. Van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem‘. Auteur Bernard Lietaer is geen groentje op het gebied van geldsystemen. Hij bekleedde een hoge functie bij de Nationale Bank van België, werkte aan gerenommeerde universiteiten in binnen- en buitenland en richtte tussendoor zijn eigen traderbedrijf op waardoor hij in 1990 door Business Week uitgeroepen werd tot ‘s werelds beste valutahandelaar.
Lietaer maakt in zijn rapport een analyse van het huidige geldsysteem: het monopolie van één munt. Dit werkt een concentratie van rijkdom in de hand en ondergraaft de samenhang van de gemeenschap. Het is bovendien onderworpen aan een cyclus van booms en busts: een voortdurende afwisseling van sterke groei en snelle ineenstorting.
Crisis
De crisis die we nu doormaken is niet zo uitzonderlijk. Tussen 1970 en 2010 telde Lietaer wereldwijd 425 systeemcrisissen (banken-, schulden- en monetaire crisissen, nvdr), ofwel 10 crisissen per jaar. “Een nieuwe auto met zulke gebreken zou al lang zijn afgevoerd. Maar over ons monetair stelsel blijft iedereen in the box denken.” Volgens Lietaer verhoudt de mensheid zich tot geld als vissen tot water: “Het bepaalt ons leven op alle mogelijke manieren, maar we kennen er niets van.”
In het boek ‘Het geld van de toekomst‘ (1999) voorspelde Lietaer al dat de periode 2010-2020 cruciaal zou zijn. Zijn stelling was toen dat vier megatrends, met name vergrijzing, klimaatverandering, informatierevolutie en monetaire instabiliteit, zouden samenkomen in deze periode. De enige manier om deze problemen op een duurzame manier op te lossen, is een fundamentele hervorming van ons geldsysteem. “Met een politiek van bezuinigingen en belastingen alleen stevenen we simpelweg af op een volgende crash”, luidt zijn voorspelling.
Monetair ecosysteem
In zijn rapport stelt de geldspecialist een alternatief voor: een monetair ecosysteem met complementaire munten. Voor zijn model haalt Lietaer de mosterd bij de theorie van complexe netwerken. Een complex vloeinetwerk is een systeem waarin iets stroomt. Het typevoorbeeld is een bos. Naast de zon spelen planten en dieren een belangrijke rol. Zo heb je duizenden ecosystemen in de wereld. Economie is daar ook een voorbeeld van. Dat is een complex netwerk waar geld doorheen stroomt. Sinds kort kunnen wetenschappers de duurzaamheid van zo’n netwerk meten op basis van parameters als diversiteit, interne verbondenheid, efficiëntie en veerkracht. Enkel als er een gezond evenwicht bestaat tussen deze parameters ontstaat een duurzaam en stabiel systeem. De centrale these daarbij is dat monocultuur nooit voor stabiliteit zorgt.
Complementaire munten
Toegepast op het geldsysteem betekent dit dat de monocultuur van onze nationale munten vervangen moet worden door een divers systeem met complementaire munten. Geld is, volgens Lietaer, een overeenkomst binnen een gemeenschap om op een gestandaardiseerde manier iets te gebruiken als ruilmiddel. Het moet ook terug op deze manier gehanteerd worden. Hij pleit ervoor dat er naast de euro parallelle complementaire munten in omloop komen om allerhande doelstellingen te realiseren: sociale, ecologische, maar evengoed economische.
Dit pleidooi voor complementaire munten komt niet uit het niets. Zulke munten bestaan al duizenden jaren en ook vandaag komen ze op veel plaatsen voor. Lietaer haalt verschillende voorbeelden aan, zowel in binnen- als buitenland. Zo zijn er de Gentse Torekes die in de arme Rabotwijk door het stadsbestuur ingevoerd werden om milieu- en buurtzorg te promoten. Of de Japanse Fureai Kippu om de zorgverlening voor de vergrijzende bevolking te stimuleren.
Te laat?
De vraag is natuurlijk of het ondertussen niet te laat is voor zo’n drastische ingreep. Lietaer wil naar eigen zeggen altijd optimistisch blijven. Hij wijst naar Brazilië om het voorzichtige optimisme te rechtvaardigen. Daar heeft de overheid de voorbije jaren in samenwerking met de bankensector werk gemaakt van verschillende complementaire muntsystemen en dat werpt zijn vruchten af. De ontwikkelingslanden van de toekomst zijn volgens Lietaer niet noodzakelijk de ontwikkelingslanden van vandaag. “De landen die erin slagen om de flexibiliteit van complementaire munten in hun voordeel te buigen, zijn de landen van de toekomst.”
© 2012 – StampMedia – Lander Kennis