De pijpleiding is bijzonder controversieel, omdat ze olie uit erg vervuilende teerzanden dwars door de Verenigde Staten naar de golf van Mexico moet transporteren. Ze doorkruist daarbij waardevolle ecosystemen en het grootste waterwinningsgebied van de VS. Critici vrezen voor de klimaatimpact en lekken langs het enorme traject. Begin dit jaar besliste de regering-Obama om nog geen federale vergunning toe te kennen voor het project.

De evaluatie en goedkeuring van de pijpleiding zou een van de eerste dossiers zijn die op het bureau van de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken terechtkomt. Maar het Amerikaanse magazine OnEarth ontdekte dat Rice zelf belangen heeft in het dossier. Ze heeft aandelen in meer dan tien Canadese oliemaatschappijen en banken die zouden profiteren van de aanleg van Keystone XL, en in Transcanada, het bedrijf dat de pijpleiding wil bouwen.

Rice zou in totaal een derde van haar kapitaal in de sector hebben geïnvesteerd. Samen met haar echtgenoot bezit zo voor minstens 1,25 miljoen dollar (963.000 euro) aan aandelen in de acht grootste Canadese olieproducenten.

Milieudossier

Prominente activisten tegen de aanleg van de pijpleiding zeggen niet noodzakelijk tegen de nominatie van Rice als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken te zijn, maar wel tegen het feit dat zij de beslissing zou nemen.

“Het is opnieuw een duidelijk teken dat dit dossier niet door Buitenlandse Zaken behandeld moet worden”, zegt Bill McKibben van actiegroepen als 350.org en Tar Sands Action. Volgens actievoerders moet de evaluatie van Keystone XL gebeuren door het Amerikaanse milieuagentschap EPA. De voormalige president Bush heeft ooit bepaald dat de goedkeuring door het ministerie van Buitenlandse Zaken moet gebeuren, en het is aan Obama om op die beslissing terug te komen, klinkt het.