Station Landen (Foto: LHOON)
Nieuws, Samenleving, België, Politie, Vlaanderen, Taalgrens, Wallonië, Landen, Column - Kim Hendrickx

Het Licht van Vlaanderen

In deze column vertelt Kim Hendrickx over een recente confrontatie met de Landense politie en illustreert hoe de blauwe waakzaamheid gemeenten over de taalgrens verdacht maakt.

vrijdag 23 november 2012 11:55
Spread the love

Een lichtplas in mijn achteruitkijkspiegel. Ik kijk en herken het silhouet van een bestelwagen achter de koplampen in mijn spiegel. Op zich niets bijzonders. Maar dit licht bevatte – voor zover licht een inwendig leven kent – een zekere vastberadenheid en vooral veel geduld. Een combinatie die me zenuwachtig maakt.

Zeven november loopt ten einde, het is bijna middernacht en we rijden van centrum Landen naar het afgelegen Neerlanden om mijn neef behouden thuis te brengen. Mijn vrouw naast me zegt half grappend dat ik maar beter overal 50 rijd, want de politie zit net achter ons. Ik zeg iets over Tripel Karmeliet. Mijn neef achterin denkt na over klimtechniek. We verlaten het centrum en het wordt donkerder en desolater. Twijfel nestelt zich in ons gemoed.

Voorzichtig en voorbeeldig door de bocht, een verlaten kapel voorbij en verder door het duister. Ik roffel met mijn vingers op het stuur. Er is geen mist en toch is er waas. De kalme waakzaamheid van het Licht achter me maken de mij bekende bochten, bomen en velden langzaamaan tot een occult landschap van simulacra en speculatie.

Is het hier 50 of 70? Ik rij toch langs de juiste kant? Is mijn achterlicht kapot? Dan krijg ik een inval: als er iets scheelt dan geven ze toch een signaal zeker. Dan moet ik langs de weg stoppen ofzo. Neenee we worden niet gevolgd. Een mens kan zich toch wat in het hoofd halen.

Aan het volgende kruispunt gaan we naar links om mijn neef af te zetten en dan rijden Zij vast rechtdoor… Ik draai linksaf en Zij draaien linksaf. Ik parkeer voor het huis en Zij parkeren achter me. Ik stap uit en Zij stappen uit. Twee rustige vastheden in geblokte vorm. “Woont u hier m’neer?”. Ik zeg: “Nee, mijn neef woont hier en ik zet hem af”.

Mijn neef is intussen uitgestapt. “Woont u hier m’neer?”. Mijn neef antwoordt: “Ja”. Zijn hond begint te blaffen. “Ah,” zegt de agent en versoepelt enigszins zijn houding. “Ja, we hadden uw nummerplaat even genoteerd”. Even maar, hoor. “D’r stond Fumal, Braives. Er zijn hier nogal wat inbraken. Vandaag nog in Attenhoven”.

Ik zeg schaapachtig: “Ja, bij mij is ook al ingebroken. Ik ben eerder slachtoffer dan dader, hoor”. Ze gaan er niet op in, maar ze proberen het toch nog even gezellig te maken, ter afronding van een patroon dat zich nu onhandig herschikt in de sociale vorm van een kennismaking. Tegen mijn neef: “jaja, ik woon hier een beetje verder, he”. Ze zijn buren zonder het te weten. Dan zegt hij nog iets over zijn tuin. Uiteindelijk: “Allez, goeienavond, he”. Goeienavond.

Het dringt niet meteen door bij mij, en mijn vrouw kijkt zwijgzaam voor zich uit. Op onze terugweg naar Braives, zo’n 20 km verder en net over de taalgrens, begint er iets te dagen. Iets beangstigends, weerzinwekkends, en vooral triest. Onze nummerplaat is toch zoals elke Belgische nummerplaat?

Ah wacht, de naam van onze garagist staat op de plaathouder, en onze garagist woont in Fumal. En in Landen zijn nogal wat inbraken de laatste tijd. Een ijzersterke logica. Een Ijzerbedevaartslogica misschien. Ik krijg een zwaar gemoed. Ik weet niet wat me het meeste schokt: de logica of het feit dat ik nog “goeienavond” heb gezegd ter afscheid van de kalme waakzaamheid.

Een gevoel van schaamte knaagt in mijn buik. Ik klamp me vast aan een project. Ik ga iets schrijven. Te meer omdat niet iedereen die wordt tegengehouden door de politie achteraf de tijd of de middelen heeft om zulke gebeurtenissen kenbaar te maken, en om de publieke horizon van Wat Bestaat te bevolken met nieuwe verhalen. Andere verhalen van waar het Licht niet schijnt.

Terug thuis – in Wallonië, zoals ik met een eigenaardige melancholie besef – geef ik de kat te eten en mijn vrouw nog een zoen. Ik ga slapen met hoofdpijn en probeer niet aan de Vlaamse verkiezingsuitslag te denken. Ik doe het licht uit.

Kim Hendrickx studeerde filosofie en antropologie in Leuven, en werkt nu als doctorandus bij de onderzoeksgroep Spiral, aan de Universiteit van Luik. Voor zijn professionele en persoonlijke activiteiten steekt hij vaak de taalgrens over, die voornamelijk bestaat uit suikerbiet.

take down
the paywall
steun ons nu!