Aan een moslimopstand die vier decennia heeft geduurd en waarbij naar schatting 120.000 mensen werden gedood of verwond, komt naar verwachting binnenkort een einde. Op 15 oktober werd formeel een vredesovereenkomst getekend tussen de Filipijnse regering en het Islamitische Bevrijdingsfront Moro (MILF). Die stap biedt kansen voor toerisme in de voornamelijk islamitische provincies van het verarmde Mindanao. De overheid heeft zich tot doel gesteld 10 miljoen toeristen aan te trekken van nu tot 2016.
Sinds de Moro-opstand uitbrak in de jaren zeventig – gevoed door gebrek aan nationale vertegenwoordiging en tientallen jaren van economische verwaarlozing – waren sommige gebieden van Mindanao niet toegankelijk voor toeristen. Door de “hoge terrorismedreiging” en het voortdurende geweld tussen het leger en opstandelingengroepen, was het er te gevaarlijk.
Zelfbestuur
De regio, die meer dan 3,2 miljoen inwoners telt, is rijk aan zandstranden, serene watervallen en majestueuze meren, zegt Nassreena Sampaco-Baddiri, regionaal secretaris van het departement voor Toerisme in de Autonome Regio in Moslim-Mindanao (ARMM). “Het conflict was in het verleden de belangrijkste barrière voor ontwikkeling. Daar wordt nu iets aan gedaan”, zegt Baddiri.
De vredesovereenkomst vraagt de MILF, de grootste afscheidingsbeweging in het land, af te zien van een strijd voor een onafhankelijke moslimstaat, in ruil voor meer zelfbestuur. Een nieuwe autonome entiteit, Bangsamoro, moet in de plaats komen van de Autonome Regio voor Moslim-Mindanao, die in 1989 ontstond.
ARMM rapporteerde tussen 2003 en 2009 de hoge armoedecijfers. Volgens het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP), bungelen vijf provincies van de ARMM – Lanao del Sur, Basilan, Maguindanao, Tawi Tawi en Sulu – onderaan de Human Development Index (Menselijke Ontwikkelingsindex) van de UNDP (het United Nations Development Programme of het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, nvdr.).
Ongerepte natuur
Voorstanders van de vredesovereenkomst zeggen dat inkomsten uit toerisme een grote bijdrage kunnen leveren aan de verlichting van de armoede. Reizigers die in Basilan, Sulu en Tawi Tawi geweest zijn, zeggen dat er aantrekkelijke plaatsen zijn die grotendeels buiten beeld zijn gebleven bij toeristen.
“Deze provincies zijn er trots op dat ze zo ongerept zijn”, zegt Bernard Supetran, schrijver van reisliteratuur en redacteur van EZ Maps, de grootste kaartenmaker op de Filipijnen. “Deze provincies zijn ook de wieg van kleurrijke inheemse culturen en levensstijlen die in de afgelopen decennia bewaard zijn gebleven.”
Belanghebbenden uit de vijf provincies hebben tijdens een bijeenkomst in september gesproken over een “toeristische routekaart”, die investeringen moet aantrekken op het gebied van transport en horeca.
Zeventig procent van de inwoners van de betreffende provincies verdient niet meer dan 2,40 dollar per dag met landbouw en visserij. Toerisme kan extra inkomen opleveren voor kleine zelfstandigen, zegt Samira Gutoc-Tomawis, wetgever uit Marawi, in Lanao del Sur.
Economische ontwikkeling komt echter niet vanzelf, waarschuwt Benedict Bacani. “Maar de eerste stappen zijn gezet: veiligheid creëren en een omgeving die investeringen en toerisme stimuleert.”