Voormalig klimaatskepticus bevestigt klimaatopwarming
Richard Muller is een Amerikaanse professor in de natuurkunde aan de Universiteit van California, en hoofd van het Berkeley Earth Surface Temperature (BEST) project, een project dat speciaal werd opgestart om een onafhankelijke reconstructie te kunnen creëren van oppervlaktetemperaturen wereldwijd. BEST heeft recent een artikel beschikbaar gesteld over de oorzaken van de huidige opwarming.
Muller is een bekend wetenschappelijk klimaatskepticus. Hij trok tot nu toe de nauwkeurigheid van de temperatuursgegevens en de menselijke oorzaak van de klimaatopwarming in twijfel. Muller vormde het BEST team om zijn klimaatgerelateerde skepticisme onafhankelijk te kunnen onderzoeken, waarbij hij zelfs financiële ondersteuning kreeg van de gebroeders Koch (fossiele brandstofmiljardairs, en notoire financiers van klimaatontkenners)
Ondanks zijn vroegere kritiek op de klimaatwetenschappers hebben Muller en BEST nu de bevindingen van de klimaatwetenschap onafhankelijk bevestigd. Zoals Muller schreef in een stuk, gepubliceerd in de New York Times:
“Call me a converted skeptic. Three years ago I identified problems in previous climate studies that, in my mind, threw doubt on the very existence of global warming. Last year, following an intensive research effort involving a dozen scientists, I concluded that global warming was real and that the prior estimates of the rate of warming were correct. I’m now going a step further: Humans are almost entirely the cause.”
Vertaling: “Noem mij een bekeerde skepticus. Drie jaar geleden identificeerde ik problemen in eerdere klimaatstudies die volgens mij twijfel zaaiden over het bestaan van de klimaatopwarming op zich. Vorig jaar, na intensief researchwerk waarbij een dozijn wetenschappers betrokken waren concludeerde ik dat de klimaatopwarming echt is, en dat de eerdere schattingen omtrent de snelheid van opwarming correct waren. Nu ga ik een stap verder: De mens is bijna volledig de oorzaak.”
Berkeley Earth analyseerde 5 maal meer weerstations dan gebruikt in de vorige analyses, en een nieuwe statistische aanpak maakte het mogelijk om 100 jaar verder in het verleden te gaan. Zie “BEST resultaten” onderaan de pagina
Niet alleen bevestigt BEST de resultaten van eerdere temperatuursanalyses, waarmee het feit van de wereldwijde klimaatopwarming bevestigd wordt. Ook de oorzaken van de klimaatopwarming zijn bestudeerd door BEST. Hierbij bleek dat indien men slechts 2 oorzaken van klimaatopwarming in rekening brengt, nl. atmosferische CO2 concentratie en vulkanische activiteit, er een zeer goede correlatie wordt gevonden met de globale temperatuur. Zie “Correlatie tussen temperaturen en oorzaken van klimaatverandering” onderaan de pagina.
Plotse dalingen in de vroege temperatuursgegevens tussen 1753 en 1850 komen overeen met gekende vulkaanuitbarstingen. Vulkanen emitteren deeltjes die het zonlicht reflecteren en hierdoor koelt de aarde gedurende een aantal jaren af. De grootste correlatie echter vertoont de temperatuursgrafiek met de hoeveelheid atmosferische CO2. Verder blijkt uit de studie dat de bijdrage van wijzigingen in zonneactiviteit tot de huidige klimaatopwarming verwaarloosbaar is.
Het einde van de klimaatdiscussie ?
Een befaamd klimaatskepticus – nog wel gefinancierd door de olie-industrie – die een bocht van 180 graden neemt … Op het eerste zicht is dit fantastisch nieuws. De oorlog tussen klimaatskeptici en “warmisten” is voorbij. Iedereen is het er eindelijk over eens dat klimaatverandering reëel is en door de mens veroorzaakt wordt. De scheldpartijen over en weer kunnen ophouden. Nu kunnen we oplossingen beginnen te bedenken voor een opwarming die beperkt blijft tot 2 graden. Of toch niet ?
Op wetenschappelijk vlak zijn de bevindingen van BEST eigenlijk niet opmerkelijk – het is voornamelijk een bevestiging van eerdere studies. De zo verguisde Michael Mann (herinner u Climategate) merkte schamper op:
“Muller’s announcement last year that the Earth is indeed warming brought him up to date with where the scientific community was in the 1980s. His announcement that the warming can only be explained by human influences, brings him up to date with where the science was in the mid 1990s.”
Vertaling: “Muller’s aankondiging vorig jaar dat de aarde inderdaad opwarmt bracht hem op gelijke hoogte met de wetenschappelijke gemeenschap in de jaren 80. Zijn aankondiging dat de opwarming enkel door menselijke invloeden kan worden verklaard brengt hem op gelijke hoogte met de stand van de wetenschap in het midden van de jaren 90.”
Op wetenschappelijk vlak zal deze publicatie dus geen stof doen opwaaien. Maar zal het een verandering teweegbrengen op politiek vlak ?
We moeten onszelf geen blaasjes wijsmaken. De meeste zogenaamde klimaatskeptici beseffen goed genoeg dat de klimaatverandering reëel is, maar ze proberen twijfel te zaaien over de klimaattheorie, om de politieke besluitvorming te verlammen en de status quo te handhaven. En dat zal ongetwijfeld ook in de toekomst hun doel blijven: het uitstellen van alle mogelijke acties. De plotse bekering van Muller lijkt er eerder op te wijzen dat de skeptische zijde eindelijk de harde feiten niet langer kan ontkennen, en dat men de taktiek tracht te wijzigen. We komen ook op een punt waarbij het praktisch niet meer vol te houden is om de klimaatverandering te ontkennen. Extreme weersgebeurtenissen, zowel extreme neerslag als extreme droogte komen wereldwijd steeds meer voor, en de toename van deze gebeurtenissen is statistisch significant (dit betekent dat het bijna onmogelijk is dat deze toename te wijten is aan toeval). In de VS heeft men afgelopen zomer de ergste droogte gekend sinds de ‘dustbowl’ van de jaren 1930. Dit zal ongetwijfeld zijn weerslag hebben op de wereldwijde voedselprijzen. En vervolgens is er de superorkaan Sandy geweest die ons nog eens met de neus op de feiten heeft gedrukt. Ondertussen is het Noordpoolijs tot een nieuw recordminimum gekrompen, wat olie- en gasmaatschappijen ertoe aanzet om de race naar de Noordpool te beginnen: om alvast hun claims veilig te stellen en naar fossiele brandstoffen te kunnen boren wanneer de Noordpool geheel ijsvrij zal zijn. Om in zulk een toestand nog te gaan ontkennen dat de aarde opwarmt zonder je compleet belachelijk te maken wordt wel heel moeilijk.
Maar of er nu meer bereidheid is om daadwerkelijk actie te ondernemen valt te betwijfelen. Het lijkt er eerder op dat men zich zal terugtrekken in de volgende verdedigingslinie. Een verdediging, die er zoals steeds op gericht is om de status quo te handhaven en alle mogelijke acties uit te stellen: men begint een debat over mitigatie versus adaptatie.
Mitigatie en Adaptatie
Mitigatie en adaptatie zijn de twee mogelijke strategieën om om te gaan met de klimaatverandering, die ook in de IPCC rapporten beschreven worden.
Mitigatie betekent: maatregelen nemen om de klimaatverandering binnen de perken te houden, dus om de opwarming tot X graden te beperken. Hiervoor zijn mondiale maatregelen nodig, de uitbouw van hernieuwbare energie, een koolstoftaks of soortgelijke manieren om CO2 emissies te beperken, een ommezwaai naar een koolstofarme economie. De voordelen van mitigatie zijn globaal en lange-termijn.
Adaptatie betekent: ons aanpassen aan een veranderend klimaat. Maatregelen kunnen zijn: zeedijken en rivierdijken verhogen, waterreservoirs aanleggen om periodes van droogte en periodes van extreme neerslag op te vangen, het verhuizen van de bevolking van laaggelegen gebieden die bedreigd worden door een stijgende zeespiegel, landbouwmethoden aanpassen aan een warmer klimaat. De voordelen van adaptatie zijn meestal lokaal en korte-termijn.
Het mag duidelijk zijn: Terwijl adaptatie de gevolgen van klimaatverandering aanpakt, doet mitigatie iets aan de oorzaak.
De woordvoerders van de fossiele brandstofindustrie beargumenteren dat adaptatie een betere aanpak is dan mitigatie. De pleitbezorgers van de adaptatie -meestal economen- gebruiken de volgende argumenten:
- Adaptatie zou goedkoper zijn dan mitigatie.
- Mitigatie is slechts mogelijk indien maatregelen kunnen genomen worden op mondiaal vlak, en zoals de verschillende mislukte klimaatconferenties hebben bewezen lijkt dit toch niet te lukken.
- Bovendien, door teveel geld uit te geven aan mitigatie, blijft er uiteindelijk geen geld meer over voor de zo noodzakelijke adaptatie.
De verborgen agenda is nog steeds dezelfde: alle inspanningen zijn erop gericht om actie uit te stellen, om de “business as usual” te verdedigen, en om te voorkomen dat bedrijven effectief moeten opdraaien voor de vervuiling die ze veroorzaken.
Adaptatie zal nodig zijn, maar mitigatie is cruciaal
De klimaatverandering is niet iets van de toekomst, we zitten er middenin. Sinds het begin van de industriële revolutie is de aarde met 0,8 graden opgewarmd. Zelfs indien we nu zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen zal de aarde nog verder opwarmen met 0,6 graden. Adaptatie zal dus nodig zijn. Mitigatie is echter cruciaal om een leefbare wereld over te houden, en te voorkomen dat zich een op hol geslagen klimaatverandering voordoet.
Om de argumenten van de voorstanders van adaptatie te counteren.
1. “Adaptatie is goedkoper dan mitigatie”.
Deze conclusie is meestal het resultaat van een kosten-baten analyse waarbij men de kost van het vermijden van 1 ton uitgestoten CO2 vergelijkt met de kost van de adaptatie aan de klimaatverandering
Hier kan tegenin worden gebracht dat het bijzonder moeilijk is om de schade veroorzaakt door klimaatverandering te berekenen. Hoe berekent men de prijs van een mensenleven, het uitsterven van een diersoort, een stad die aan het water moet worden prijsgegeven, een volk dat verplicht is zijn geboortegrond voorgoed achter te laten ? Economen kunnen dit blijkbaar, op alles een prijs kleven. In werkelijkheid is het een absurde oefening, en de ramingen van verschillende economen liggen dan ook ordes van grootte uit elkaar.
Ten tweede kijkt men nauwelijks 100 jaar in de toekomst. De schade veroorzaakt door de klimaatverandering wordt meestal bekeken tot het jaar 2100, zonder er rekening mee te houden dat ook daarna het klimaat zal blijven opwarmen indien er geen mitigatiemaatregelen worden genomen, en dat er zo zelfs een op hol geslagen klimaatverandering in gang kan worden gezet.
Ten derde ligt er steeds één belangrijke veronderstelling aan de grondslag van de berekeningen: namelijk dat de economie zal blijven groeien aan hetzelfde tempo als de afgelopen honderd jaar het geval is geweest. Als dit klopt, dan worden we met zijn allen steeds rijker, en dan is een toekomstige kost (de kost voor toekomstige adaptatie) steeds relatief kleiner dan een huidige kost (de prijs die we NU zouden moeten betalen voor mitigatie). Maar het is absoluut geen evidentie dat de economie zal blijven groeien, en blinde extrapolaties zijn niet erg nuttig en erop vertrouwen is gewoon gevaarlijk. We krijgen nu al signalen dat de economie niet aan dezelfde snelheid kan blijven groeien.
2. “Mondiale afspraken voor mitigatie lukken toch niet.”
Het is waar dat de klimaatconferenties tot nu toe bitter weinig hebben opgeleverd. Maar de kern van de zaak is dat mitigatie de enige lange-termijn oplossing is. Indien adaptatie en mitigatie beide manieren waren om de mensheid en de beschaving te redden, dan kon je de voor-en nadelen, en de kostprijs van beide oplossingen gaan vergelijken, om een keuze te maken tussen de twee. Maar aangezien louter adaptatie op termijn naar een op hol geslagen broeikaseffect leidt, waardoor we in een wereld terechtkomen waarin ook adaptatie uiteindelijk niet meer mogelijk is, is dit argument irrelevant.
3. “Door teveel geld uit te geven aan mitigatie blijft er geen geld meer over voor adaptatie.”
Dit is typisch een redenering van economen. Zij zien een koolstoftaks als geld dat aan de economie onttrokken wordt, en ons dus allemaal armer maakt. Alsof dat geld uit de omloop wordt gehaald en ergens in een sok op zolder verborgen. De werkelijkheid is heel anders: een koolstoftaks geeft een impuls aan de economie. De oude, vervuilende economieën moeten dokken, maar nieuwe innovatieve bedrijven krijgen er de kans door om zich te ontwikkelen, en een nieuwe, duurzame economie komt tot stand.
Kunnen de economen die voor adaptatie pleiten dan niet rekenen ?
Jawel, dat kunnen ze wel degelijk.
Wie zal dat betalen ?
Er is een verschil tussen mitigatie en adaptatie dat in het debat nooit besproken wordt, namelijk: “Wie zal dat betalen ?”
In geval van mitigatie worden de kosten namelijk betaald door de CO2 uitstotende bedrijven, door middel van een koolstoftaks, of een soortgelijke regeling. In geval van adaptatie echter is het de belastingbetaler die zal betalen. Want het is immers de overheid die adaptatiemaatregelen moet nemen en bekostigen. Of in het ergste scenario, indien de overheid faalt in het beschermen van haar burgers, dan zal enkel een rijke elite zich adaptatie kunnen veroorloven, ter bescherming van hun eigendommen. De gewone mensen zullen aan hun lot overgelaten worden.
Ziedaar de oplossing van het Mysterie van de Blunderende Economen. Zo bekeken wordt het logisch dat de woordvoerders van de fossiele brandstofindustrie pleiten voor adaptatie. Adaptatie is niet goedkoper dan mitigatie, maar het is wel degelijk goedkoper voor de vervuilende bedrijven.
Maar wacht eens, een koolstoftaks, komt dit uiteindelijk ook niet op rekening van de consument ? Dit is het klassieke argument dat gebruikt wordt om mensen op te zetten tegen een koolstoftaks. Het leven is al duur genoeg. We kunnen die extra taks wel missen.
Zijn wij niet in elk geval de dupe ? Ofwel moeten we hogere belastingen betalen om de adaptatiemaatregelen van de overheid te financieren, ofwel zullen wij onrechtstreeks opdraaien voor de koolstoftaks, doordat de bedrijven in hun productprijzen de koolstoftaks gewoon doorrekenen aan de consument.
Het grote verschil is: met een koolstoftaks heb je een keuze. Je kan kiezen voor goedkopere koolstofneutrale producten, en voor energie-efficiënte producten. Ondertussen is de koolstoftaks een stimulans die onze economie in de juiste richting stuurt: die van een duurzame en koolstofneutrale economie. Bovendien, indien de meeropbrengst van de koolstoftaks gebruikt wordt om andere lasten te verlagen – bijvoorbeeld de loonlasten – dan kan het voor de gewone mensen zelfs een nuloperatie worden.
Als we echter gokken op adaptatie, dan zullen we integraal de rekening mogen betalen, en die rekening zal steeds verder blijven oplopen – tot op een punt dat ze onbetaalbaar wordt.
Conclusie:
Er zijn tekenen dat het tijdperk van de klimaatontkenning stilaan ten einde loopt. De positie van de klimaatskeptici wordt stilaan onhoudbaar.
Maar juich niet te vroeg, want de pleitbezorgers van de status quo zullen zich terugtrekken in de volgende verdedigingslinie: een pleidooi om ons aan te passen aan de klimaatverandering, in plaats van de oorzaak aan te pakken, om geen gevolgen te moeten dragen van de vervuiling die zij veroorzaken.
Ik heb in dit artikel geprobeerd aan te tonen
- waarom men zulk een voorstander is van de adaptatiestrategie in plaats van een mitigatiestrategie.
- waarom adaptatie geen oplossing is.
Referenties: