“We zijn begonnen met het actualiseren van dit cruciale beleid”, zei Cyril Muller, vicepresident van de Wereldbank, donderdag. “Het vormt de hoeksteen van onze pogingen mensen en het milieu te beschermen. Dit is een belangrijk proces om onze instelling zo effectief mogelijk te maken.”
Kritiek
Het gaat in totaal om acht beleidskaders die voorschrijven hoe de Wereldbank moet omgaan met complexe thema’s, zoals inheemse culturen, gedwongen verhuizingen, natuurgebieden en culturele rijkdommen. De kritiek van maatschappelijke organisaties richt zich vaak op deze richtlijnen. Dat komt omdat de richtlijnen niet alleen van belang zijn voor Wereldbankprojecten. Ze zijn ook de standaard geworden voor andere ontwikkelingsinstellingen.
Althans, dat zegt de bank zelf. Volgens veel deskundigen loopt de Wereldbank tegenwoordig juist achter op de anderen als het gaat om sociale en ecologische rapportages. In 2010 gaf de Wereldbank na onderzoek toe dat dit misschien wel klopt. “Er is meer aandacht besteed aan financieel risico dan aan menselijk risico”, erkende de toenmalige bankpresident Robert Zoellick. “Die onbalans moeten we rechtzetten.”
Sommige Amerikaanse politici maken zich echter zorgen over het proces. “Het is belangrijk om de huidige richtlijnen te evalueren”, zei Nancy Pelosi, leider van de Democraten in het Huis van Afgevaardigden, onlangs. “Maar we zijn bezorgd dat het gebruikt kan worden om de richtlijnen juist te verwateren.” Pelosi pleitte ervoor om projecten voortaan van tevoren te beoordelen op mensenrechten, arbeidsomstandigheden en de relatie met klimaatverandering.
Mensenrechten
De Wereldbank heeft mensenrechten tot nog toe beschouwd als een politieke kwestie, niet als een ontwikkelingsprobleem. Maar armoedebestrijding – het doel van de Wereldbank – is vaak verbonden met de versterking van de mensenrechten. “In de nasleep van de Arabische Lente moet de Wereldbank erkennen dat mensenrechten van cruciaal belang zijn in de pogingen armoede te verminderen”, zei Jessica Evans, onderzoeker bij Human Rights Watch, gisteren. Volgens haar komt ontwikkelingshulp vaak niet ten goede aan groepen die buitengesloten worden, zoals etnische minderheden of mensen met beperkingen. “Het is hoog tijd dat de bank een beleid maakt om discriminatie bij projecten te voorkomen.”
Op dezelfde manier heeft de voormalige Wereldbankvoorzitter James Wolfensohn in zijn tijd initiatieven opgezet om transparantie te verbeteren en corruptie tegen te gaan. “Zoals Wolfensohn een bank heeft nagelaten die het effect van corruptie op duurzame ontwikkeling serieus neemt, moet voorzitter Jim Yong Kim dat doen met mensenrechten”, vindt Evans. “Deze evaluatie is een cruciale mogelijkheid om de bank te veranderen.”
Kim zelf is echter behoedzaam in zijn beloftes over hoeveel hij wil veranderen. Verwateren wil hij niet, maar hij wil wel dat de evaluatietrajecten korter worden. “We willen sneller besluiten nemen over projecten, net zoals we dat bij noodsituaties doen”, zei hij in oktober.
De evaluatie zal bestaan uit drie inspraakrondes tot in 2014, waarbij de Wereldbank alle benodigde informatie via zijn website zal geven. Het publiek mag vragen stellen en zorgen uiten. Een rapport over de eerste ronde moet in april uitkomen.