Een boeiend en spannend boek van Peter Edel
Midden-oosten, Nieuws, Cultuur, Recensie, Turkije, Nationalisme, Koerden, Pkk, Israël, VS, Iran, Vrouwenbeweging, Fethullah Gülen, Boekrecensie, AKP, Recep Tayyip Erdo?an, Complottheorie, Staatsgrepen -

‘De diepte van de Bosporus’: een boeiend doolhof van complottheorieën

Peter Edel woont en werkt in Turkije. Hij schreef met 'De diepte van de Bosporus' de politieke biografie van een land zoals ze er in Europa en Azië geen twee hebben. Voor de liefhebbers van samenzweringen, is dit boek een politieke thriller. De auteur slaagt er goed in om Turkije in al haar diversiteit en contradicties te schetsen, maar hij schenkt amper aandacht aan de vrouwenbeweging. Wie de diepte van Bosporus zoekt, blijft soms op zijn honger zitten.

maandag 12 november 2012 12:25
Spread the love

In 2002 kwam in Turkije de islamitisch georiënteerde Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) aan de macht. Ze ging de confrontatie aan met het seculiere establishment, dat het decennialang voor het zeggen had gehad. Om die machtsstrijd te doorgronden, gaat de auteur terug tot het Ottomaanse Rijk en de stichting van de Turkse Republiek.

Peter Edel voert de lezer mee op een tocht langs militaire staatsgrepen, georganiseerde misdaad, confrontaties met de Koerdische PKK, onderhandelingen over EU-lidmaatschap, ruzie met Israël, moeizame hoofddoekendiscussies en een economisch wonder. Uiteindelijk belandt hij bij de controversiële Ergenekon-affaire. Een samenzwering tegen de regering, of een poging om de oppositie het zwijgen op te leggen? De Bosporus heeft in ieder geval diepe gronden.

Nederland ruilen voor Turkije

Peter Edel, een Nederlandse fotograaf en beeldend kunstenaar, begon zich vanaf midden jaren negentig steeds meer te verdiepen in de politiek. Vanaf dat moment kreeg zijn visuele werk een politiek karakter, en hij begon te schrijven. In 2002 verscheen bij EPO zijn eerste spraakmakende boek, over Israël: De schaduw van de ster. Zionisme en antizionisme.

De vertaling van dit werk door een Turkse uitgever was ook de aanleiding om zijn Turkse echtgenote te leren kennen met wie hij nu sinds vijf jaar in Istanbul leeft. Daarna geraakte de auteur sterk in de ban van de dynamiek van de Turkse politiek, en hij nam een grote duik in de complexe politieke geschiedenis van de Turkse republiek.

Met veel passie schrijft hij: “Aanvankelijk pendelde ik nog op en neer naar Nederland. Later deed ik dat zelden. Istanbul werd mijn vaste stek… Bijna vijf jaar heerste voortdurend het gevoel dat hier [in Turkije] op korte tijd veel kan veranderen. Nederland kwam op den duur gezapig en saai op me over. Een heel verschil met Turkije. Hier kijk ik iedere morgen naar de krant uit, omdat geruchtmakende affaires elkaar in snel tempo afwisselen”.

Niet na te vertellen politieke thriller

Politieke thriller is een gepaste beschrijving voor dit boek. Toch is deze beschrijving niet evident voor de niet-ingewijden. Wie niets of weinig over Turkije weet, moet zich even inspannen om de snel in elkaar vervlochten affaires, vaak doorspekt met terugkerende persoonsnamen, een zee van afkortingen van verschillende politieke partijen en criminele organisaties betrokken bij verschillende affaires, te kunnen volgen.

Gelukkig voorziet het boek een gedetailleerd register van persoons- en plaatsnamen waardoor men gemakkelijk kan opzoeken wie betrokken was bij welke zaak.

Ondanks dat de auteur de spanning hoog weet te houden, raakt de lezer soms verdwaald in al die complottheorieën en samenzweringen die hij probeert toe te lichten. De auteur geeft zelf aan dat de Turken vatbaar zijn voor samenzweringen, maar op den duur krijgt de lezer de indruk dat de schrijver zelf ook besmet zou zijn door dezelfde kwaal.

Exemplarisch hiervoor is hoofdstuk 10, waarin Edel de verstrengeling tussen extreemrechte maffia, politiek en overheidsdiensten probeert te duiden. Wie ooit naar Turkse misdaadseries heeft gekeken, ziet bij het lezen van dit hoofdstuk de serie voor zich afspelen.

Een ander zeer spannend hoofdstuk dat bijblijft, is dat over Fethullah Gülen, de verbannen Turkse religieuze inspirator die de indruk wekt in de voetsporen van de intussen overleden Iraanse religieuze despoot ayatollah Khomeini te willen treden. Deze aartsconservatieve ayatollah maakte korte metten met de seculiere Iraniërs.

Wie vandaag zou durven zeggen ‘niet gelovig’ te zijn, mag zich in Iran, maar ook in het hedendaagse Turkije aan vervolging verwachten. Denk maar aan de aanklacht tegen de internationaal bekende Turkse concertpianist Fazil Say wegens het beledigen van de islam.

Een boeiende lectuur die, op een aantal anekdotes na, niet na te vertellen is.

Weinig originele inzichten

Het boek telt achttien hoofdstukken en 342 pagina’s. Het valt op dat de voorkeur van de auteur gaat naar complot- en samenzweringstheorieën. In sommige hoofdstukken is de bewijsvoering iets overtuigender dan in andere.

Daarom maakt het boek zijn titel niet helemaal waar. Hoe kan men de politieke biografie van een land geven door maar amper drie pagina’s te besteden aan vrouwenrechten en de vrouwenbeweging in een land?

Bovendien is de Koerdische kwestie, toch een zeer netelige politieke kwestie sinds het ontstaan van het Turkse Republiek, niet grondig uitgewerkt. De betrokkenheid van de EU en de VS bij dit conflict wordt zeer minimalistisch aangehaald. Het stilzwijgen van de EU en de VS tegenover schendingen van mensenrechten in Turkije wordt gedoogd uit eigenbelang.

Sinds 2010 melden verschillende (vaak Koerdische) bronnen dat het Turkse leger – tegen alle internationale afspraken in – chemische wapens zou hebben ingezet in zijn strijd tegen de PKK-strijders. Deze netelige kwestie wordt niet eens aangehaald, laat staan uitgeklaard.

De auteur duidt daarenboven te weinig de geopolitieke context van de politieke turbulentie in Turkije. Turkije is immers niet alleen afhankelijk van zijn buurlanden voor grondstoffen, maar ook elke politieke, economische en sociale omwenteling in één van Turkijes buurlanden – Turkije deelt grenzen met zeven landen – beïnvloedt Turkije.  

Gezien vanuit de geopolitieke context, waren de opeenvolgende staatsgrepen in Turkije niet zo uitzonderlijk. In heel het Midden-Oosten, van Iran tot in Griekenland, van Irak tot in Egypte, werd tussen 1950 tot 1980 het ene regime door een ander regime vervangen met een staatsgreep, niet zelden met de steun van de VS.

Op dat vlak was het in Turkije niet anders dan in andere landen in de regio, waar de westerse grootmachten er alles aan deden om ervoor te zorgen dat het socialisme geen voet aan de grond zou krijgen.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de communisten en socialisten niet alleen in Turkije het doelwit van repressie en liquidatie. Ook in buurlanden Griekenland en Iran voerden de westers gezinde autoriteiten een gelijktijdige klopjacht op alles wat rood was.

In het hoofdstuk over onderdrukking van links en radicaallinks, had de auteur perfect de onderdrukking van de linkse beweging in een ruimere context kunnen plaatsen. Helaas, de auteur liet deze kans liggen.

Het is ook eigenaardig dat de auteur de term ‘buitenlanders’ gebruikt als hij het heeft over de autochtone Grieken en Armeniërs die al eeuwenlang binnen de grenzen van de nieuwe Turkse staat leven.

Bovendien was het ook niet Turkije maar de sjah van Iran die als eerste land met een meerderheid aan moslims, Israël als staat herkende. Al lang voordat met Turkije het geval was, waren de relaties tussen Iran en Israël hartelijk.

Na de volksrevolutie van 1979, de vlucht van de westersgezinde sjah naar Egypte en het kapen van de Iraanse revolutie door de religieuze conservatieven van ayatollah Khomeini, veranderden de internationale contacten van Iran. Tot dan toe speelde Iran politieman in de regio in het belang van de VS en Israël.

Pas na de Iraanse revolutie zochten en vonden Israël en zijn trouwe bondgenoot, de VS, landen als Turkije, Egypte en Jordanië als nieuwe bondgenoten.

‘De diepte van de Bosporus’ was veeleer een doolhof waarin de lezer met de opeenvolgende boeiende complottheorieën verdwaalde.

Ondanks tekortkomingen toch intrigerend

Ondanks die inhoudelijke tekorten, slaagt de auteur er toch heel goed in om Turkije in al zijn diversiteit en tegenstellingen te beschrijven. Wie Turkije kent, zal ongetwijfeld beamen dat de auteur het Turkse irrationele, absurde en halsstarrige nationalisme zeer goed in kaart brengt en waarheidsgetrouw beschrijft.

Ligt het aan die irrationele koppige houding dat de ‘Turken’ in buurlanden zoals Iran al dan niet terecht met ‘ezels’ worden vergeleken?

Aziz Nasin, een linkse Turkse schrijver die bekend stond voor zijn satirische teksten, was minder mild voor zijn landgenoten en schreef dat zestig procent van de Turken ‘dom’ zou zijn. Waarom zouden ze zich anders zo laten opfokken door het blind nationalisme, vraagt Nasin zich af.

Peter Edel weet dan ook op een treffende manier de absurditeit van het Turks nationalisme te illustreren door een bezoek aan het graf van Atatürk, de vader der Turken. Ook spaart Edel de Turkse ordediensten niet bij hun flaters tijdens ordehandhaving.

Ten slotte laat de auteur in het hoofdstuk over de hoofddoekkwestie in Turkije op een uitstekende manier zien hoe de vrije keuze van vrouwen om zich naar eigen goeddunken te kleden, onderworpen is aan de patriarchale machtsstructuur. De discriminatie van vrouwen met of zonder hoofddoek is verwerpelijk en de auteur weet dat goed te schetsen.

Van Baharak Bashar verscheen recent bij EPO het boek ‘Djenghis, democratie en vrouwen. Een Iraanse van Gent naar Caïro.
 

take down
the paywall
steun ons nu!