In 2008, het jaar van de vorige presidentsverkiezingen, was een nipte meerderheid van de Amerikanen, 51 procent, nog tegen het huwelijk van twee mensen van hetzelfde geslacht. 39 procent was toen voorstander, stelde het gerenommeerde Pew Research Center vast.
Vandaag ziet de situatie er anders uit: 49 procent van de Amerikanen is voor, 40 procent is tegen. Het onderzoek dateert van drie weken geleden, dus kort voor de presidents- en parlementsverkiezingen van vorige dinsdag.
Referendum
Vorige week konden verschillende staten zich, tegelijk met de verkiezingen, per referendum uitspreken over het homohuwelijk. In Maryland en Maine gaf een meerderheid te kennen dat ze geen bezwaar heeft tegen het homohuwelijk. In zes staten kon het homohuwelijk al, maar dat was dankzij een wet of rechterlijke beslissing.
In mei dit jaar zei president Barack Obama openlijk dat ook hij een voorstander is van het homohuwelijk. Uit onderzoek toen bleek dat maar een kleine minderheid van de Amerikanen daardoor een minder gunstige kijk had op de president.
Verzet groter in het zuiden
In sommige delen van de VS blijft het verzet groot. In de zuidelijke staten blijft het aantal tegenstanders zelfs groter dan het aantal voorstanders. In de centrale zuidelijke staten Alabama, Kentucky, Louisiana, Oklahoma en Texas is 56 procent tegen het homohuwelijk en 35 procent voor. In de zuidelijke oostkuststaten Florida, Georgia, Virginia, North Carolina en South Carolina is het verschil kleiner (48 procent tegen, 42 procent voor).
North Carolina keurde bijvoorbeeld dit jaar nog een grondwetsherziening goed die het homohuwelijk verbiedt, maar ook in al deze zuidelijke staten neemt de tegenstand af. In vergelijking met 2003 groeide het aantal voorstanders er met 14 procentpunten.