Het verzilveren van de dood

Het verzilveren van de dood

vrijdag 9 november 2012 15:26
Spread the love

Het verzilveren van de dood

(of hoe je slachtoffers exploiteert)

Overal in de Westhoek stijgt de bloeddruk en versnelt de hartslag. Want de honderdjarige herdenking van de Grote Oorlog komt er aan. De Grote Oorlog, ontstaan uit machtshonger en economische belangen kostte het leven aan een slordige negen miljoen soldaten. De Eerste Wereldoorlog was ook de prelude van een eeuw vol oorlogen en spanningen. De overheidsuitgaven van defensie gingen sindsdien alsmaar crescendo, net als de internationale retoriek waarbij steeds nieuwe gevaren en nieuwe vijanden gezocht en gevonden werden. Nog steeds krijgen sommigen het echter niet gezegd, dat oorlog gevoerd wordt om economische doeleinden. Vooral de Angelsaksische wereld verstopt zich achter terminologie zoals de ”war on terror” en “the axes of evil”.

Dit is een oud zeer, de Britten hebben de helft van de Westhoek al volgepoot met protserige monumenten en begraafplaatsen  voor hun dierbare doden. Hun soldaten zijn natuurlijk niet kapotgeschoten voor de handelsbelangen van hun meesters, maar wel gevallen voor de vrede en voor de vrijheid van die arme Belgen. Deze zingeving is heel interessant voor die arme Belgen, die op deze manier horden Britten zien neerstrijken in de Westhoek waar ze lustig hun centjes besteden. Bijgevolg zal het er ook wel mee te maken hebben dat iedereen hier zedig zwijgt over de perversiteit van de “Remembrance”.

Wij hier, in de Westhoek en in België, kunnen met recht en reden volhouden dat wij anders dan de Britten en Fransen, die Eerste Wereldoorlog niet gewild hebben. Onze economie en industriële activiteiten hadden anno 1914 geen oorlog nodig om de concurrentie het hoofd te bieden. Wij hebben dus ook geen valse zingeving nodig, toen nog niet….

In 1992 zong Luc de Vos al in zijn lied Mia: “De middenstand regeert het land meer dan ooit tevoren”

Het is er sindsdien niet op verbeterd. Een normaal weldenkend mens zou toch wel mogen aannemen dat de herdenking van WOI in het teken zou staan van Nooit meer Oorlog. Dat we 100 jaar na datum deze gebeurtenis eens zouden aangrijpen om te bezinnen rond Oorlog en Vrede en onze eigen verantwoordelijkheid in deze materie. De grote promotor van de herdenking is Toerisme Vlaanderen. Je hoort het goed, niet de “Nooit meer Oorlog”-gedachte, niet de vredesboodschap, niet de morele gevolgtrekkingen overheersen de herdenking 2014, maar wel hoe zo veel mogelijk toeristen naar de Westhoek lokken om het geld uit hun zakken te kloppen.

Speerpunt van deze herdenking is natuurlijk de door iedereen gekende vredesstad Ieper. De als een fenix uit haar as herrezen stad stelt nu alles in het werk om vooral de vrede te promoten. Een van de meest gekende plechtigheden in Ieper is natuurlijk de dagelijkse Last Post.

Terwijl honderden in tranen bewogen luisteren naar de Last Post, in de ene hand een volgesnotterde zakdoek en in de andere hand een halve kilo Belgian chocolates, is diezelfde Britse regering de Eerste Wereldoorlog opnieuw aan het uitvechten in een drietal andere plaatsen op onze wereldbol. Deze traditie staat bol van militarisme, kinderen leggen in militaire ganzenpas bloemenkransen neer, gemaakt door het Royal British Legion. De British legion is een hulporganisatie voor en door Britse militairen. Met andere woorden, worden je benen er als Britse soldaat afgeknald in een oorlog om een paar oliebronnen en de Britse staat vindt dat ze al genoeg heeft gedaan, dan kun je aankloppen bij het British Legion. Dat haalt zijn centjes op via donation. Als je zo’n papieren klaproosje koopt, dan help je dus de Britse oorlogsinspanningen. Let’s go for it, Britannia rules the waves, leve de Last Post, zo’n mooie ceremonie!

Democratie en vrede zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, dat is een algemeen geweten. Daarom heeft de Stad Ieper ook de vredesprijs in het leven geroepen, die personen beloont die zich inzetten voor vrede en democratie. Hoe ze dit in overeenstemming brengen met de meest ondemocratische manifestatie die in het land en in Ieper wordt georganiseerd namelijk de IJzerwake, dat blijft een raadsel.

Maar de middenstand regeert het land, dus best niet te veel drukte maken, als het geld opbrengt, kan men veel door de ogen zien. Dit is blijkbaar ook het standpunt van de Vlaamse regering. De herdenking is duidelijk geen maatschappelijk gebeuren. De herdenking laat men niet organiseren door het ministerie van Cultuur, neen hoor, ze moet worden georganiseerd door Toerisme Vlaanderen. Nu hoor ik iedereen al protesteren, is Toerisme dan geen cultuur, zit cultuurbeleving niet inherent verwerkt in Toerisme.  Dit zou men inderdaad mogen veronderstellen, maar zo niet Toerisme Vlaanderen. Zij hebben een waslijst van parameters en regels ingesteld waaraan men moet voldoen om subsidies te krijgen. En, last but not least, een rangschikking van belangrijke, lees, kapitaalkrachtige markten. In de eerste plaats moet men werken op de Angelsaksische markt. In 2014 moeten de horden Britten exponentieel stijgen. Immers die Britten blijven slapen, eten, drinken, en kopen “Belgian chocolates”. Dat de interne Vlaamse markt niet op de lijst voorkomt, m.a.w. dat er voor herdenkingen geen subsidies kunnen gekregen worden, evenementen die zich richten op het eigen land, dat is in deze zin dan ook normaal. Burgemeester Lippens heeft ooit een storm van verontwaardiging over zich afgeroepen door het te hebben over frigoboxtoerisme. Deze storm wil men niet opnieuw laten opsteken, dus er wordt zedig over gezwegen. De geïnteresseerde uit Oost Vlaanderen die zijn kinderen kennis wil laten maken met de gruwel van de oorlog en voor zijn gezin een economisch lunchpakketje meebrengt, dit is niet interessant. Want op de markt van Erpe Mere is er ook een chocolaterie.

Bij het benaderen van geschiedenis zijn er een aantal wetmatigheden. Tijd is zo’n wetmatigheid en ook de persoonlijke link. Als iemand in ons land het front gaat bezoeken, dan gaat hij naar de plaatsen die hij misschien nog gehoord heeft in de verhalen van zijn overgrootvader. Dan gaat hij naar de dodengang, naar Ramskapelle, naar Pervijze.Misschien wel naar Hotel L’Ocean in de Panne.

Helaas, daar is niet veel te doen, daar zijn geen tea rooms waar ze poppie coffee verkopen of waar men zich,godbetert, in WOI uniformpjes kan uitdossen. Daar zijn er geen Jobs of voltijdse equivalenten  te berekenen die puur afhangen van de herdenking. Dus ook geen 50% stijging mogelijk. Met andere woorden, als het niet kan vertaald worden in harde rauwe cijfers is het niet belangrijk.

The Ypres salient daarentegen, daar wordt zelfs de WC madam van het Tyne cot cemetery  gerekend als een VE. Een voltijds equivalent die haar kostje bijeen schraapt door met harde hand te onderhandelen over de plasprijs van een bus 11 jarige leerlingen (€15).

Vandaar men dus alles moet concentreren op de plaatsen waar het het meest opbrengt. Te beginnen met het kloppende hart en steen geworden  portemonnee van de Groote Oorlog, nl Ieper.

De herdenking van de grote oorlog in West Vlaanderen begint dan ook in Ieper op 22 oktober. Dat er al oorlog was sedert 4 augustus, dat er al tienduizenden gesneuveld waren voordien, dat Leuven in de as was gelegd, dat er massamoorden waren gepleegd in Dinant,  Aarschot,  tammines enz. daar gaat men gemakkelijkshalve over. Daar zijn geen uitgestrekte knekelvelden, geen dagelijkse militaire rituelen en dus ook geen hordes toeristen die men kan uitmelken.

Het economische benaderen van de oorlog is ook de gemakkelijkste benadering. Immers economische parameters zijn gekend en behoorlijk simpel te gebruiken. Anderzijds door het puur economisch te benaderen moet men zich ook geen vragen stellen over eventuele lessen. Er dringt zich geen vertaling op naar het heden en naar de toekomst. De verontwaardiging wordt onderdrukt en vergaat naar “remembrance” De weinige verontwaardiging die ontstaat wordt monddood gemaakt met termen als patriottisme, vechten voor de vrede en “ zij vielen als helden”.

Remembrance is vrijblijvend. Remembrance laat mensen niet denken over oorlog en vrede, remembrance laat mensen niet denken over geweld tussen mensen. Remembrance is een hol vat, en holle vaten klinken het hardst, maar zijn ook het gemakkelijkst te negeren. Stel je voor dat mensen zich vragen beginnen stellen over hedendaagse oorlogen, stel je voor dat mensen zich vragen beginnen stellen over wapenhandel, over economische relaties tussen het Noorden en het Zuiden?

Stel je voor dat de verontwaardiging niet meer vrijblijvend is?

take down
the paywall
steun ons nu!