De Coninck verdedigt de maatregel met de boodschap “het leven bestaat uit zoete en zure maatregelen”. Het bewust verarmen van de langdurig werkzoekenden via een afbouw van de uitkeringen, smaakt inderdaad zuur. Des te zuurder werd het, toen ze stelde dat de verhoogde afbouw slechts een vermindering van maximum 150 euro per maand voor de werkzoekende betekent.
Vergeleken met een ministerloon, is dat bedrag misschien peanuts. Als je, als alleenstaande, slechts 916 euro per maand hebt om je huur/lening, je boodschappen, je kosten op vlak van energie, water, vervoer, gezondheidszorg … te betalen, is een 150 euro minder een hemelsbreed verschil.
Toegegeven, naast zure maatregelen, gelooft de minister ook wel in zoete acties. Daarbij verwees ze naar het belang van een kwaliteitsvolle begeleiding voor werkzoekenden. Inderdaad, begeleiding is essentieel in de zoektocht naar werk.
De Coninck gaat daarbij echter volledig voorbij aan de realiteit dat er langdurig werkzoekenden zijn die al jarenlang begeleid worden door VDAB en/of OCMW, die al allerlei activeringstrajecten hebben doorlopen, maar op het einde van de rit toch nog geen vaste job hebben.
Zo is niet alleen de verlaging van de uitkeringen, maar ook het ontkennen van dit onrecht een slag in het gezicht van langdurig werkzoekenden die ondanks al hun inspanningen toch niet kunnen genieten van het recht op arbeid en dus van een deftig loon.
Als de minister echt langdurig werkzoekenden wil helpen naar een job, dan dient ze haar verantwoordelijkheid te nemen door er voor te zorgen dat er daadwerkelijk jobs zijn, die op maat zijn van langdurig werkzoekenden, want daar zit de kern van het probleem.
Eind september waren er in Vlaanderen maar liefst 216.222 werklozen tegenover slechts 50.753 openstaande vacatures. Bovendien kampt de Belgische arbeidsmarkt met een mismatch tussen de arbeidsvraag (naar hooggeschoolde profielen) en het arbeidsaanbod (van kortgeschoolde werklozen).
In plaats daarvan kiezen de minister van Werk en de federale regering ervoor om de gewesten aan te spreken op hun verantwoordelijkheid op vlak van begeleiding, het inzetten op ‘stages’ voor kortgeschoolde jongeren en het veroordelen van langdurig werklozen tot armoede. Zo pakt de federale overheid niet de werkloosheid aan, maar enkel de werklozen.
Het is een trend die zich in heel Europa doorzet, maar daarom niet goed te praten valt.
Het is net erg cynisch. Juist de slachtoffers van de crisis, werknemers die ontslagen zijn en werkzoekenden die net in volle crisistijd een nieuwe job moeten vinden, zullen nu en in de toekomst nog eens moeten betalen voor de crisis, door in te leveren op hun uitkering tot een armzalig niveau. Dat is de toekomst, ook voor de 10.000 mensen die hun baan verliezen door de sluiting van Ford Genk (en hun gezinnen) als ze niet snel een nieuwe job vinden.
Maar zoals Monica De Coninck zegt “Dat hoort bij het leven”.
Samira Castermans
Samira Castermans is stafmedewerker werk en sociale economie bij Netwerk tegen Armoede.