Oud-minister van Werk, Frank Vandenbroucke, heeft een wetenschappelijk artikel geschreven dat meteen media-aandacht krijgt. Hij berekende dat de kans op armoede toeneemt bij jongeren en afneemt bij ouderen. Hij gaf ook een lang interview aan De Morgen.
Even vooraf: de kans op armoede voor ouderen is nog altijd hoger: 20,2 procent tegen 18,7 procent voor jongeren (De Morgen 2 november). Voor Yves Desmet betekent zulks dat de kans op armoede bij jongeren groter is dan bij ouderen (zie zijn Standpunt, in dezelfde krant). Ja lezer, een mens kan zijn ogen niet geloven. Meteen weet Desmet: hier ligt een taak voor de Vlaamse regering. Alweer, voor een probleem dat de journalist even uitvindt.
Natuurlijk is het een schande dat er, voor gelijk wie, zoveel kans is op armoede: een vijfde van de bevolking in één van de rijkste landen ter wereld, terwijl de miljarden bedrijfswinsten jaar in jaar uit wegstromen naar rekeningen in het buitenland, naar CEO’s en aandeelhouders. Maar daar gaat Desmet niet over, en ook niet Frank Vandenbroucke in zijn interview. Ofschoon professoren Jan Vranken en Danielle Dierckx van de Universiteit Antwerpen al jaren het jaarboek van de armoede publiceren, o.m. bij mensen die wèl werken. http://www.oases.be/
Frank Vandenbroucke moet zich bijscholen
In het interview met De Morgen van zaterdag zegt Frank Vandenbroucke over het brugpensioen:
“Eigenlijk is brugpensioen een normale werkloosheidsuitkering met een toeslag van het bedrijf. Veronderstel dat je op mensen boven de vijftig dezelfde rechten en plichten zou kunnen toepassen als op werklozen beneden de vijftig, zouden we dat dan een groot probleem vinden? Nee, denk ik, want dan zouden ze ingeschreven zijn als werkzoekende, zouden ze gecontroleerd worden op hun zoektocht naar werk. Maar ze zitten niet in dat systeem, terwijl dat dringend zou moeten gebeuren”.
Hoe is het mogelijk dat een oud-minister van Werk dit beweert? Op de sites van RVA en de vakbonden kan iedereen lezen dat bruggepensioneerden, zoals alle werklozen, moeten ingeschreven zijn bij de VDAB, ACTIRIS, FOREM, en actief werk zoeken, tot de leeftijd van 58 jaar. In geval van collectief ontslag is er vooraf 6 maand inschrijving bij de tewerkstellingscel. Vanaf 2013 moeten werkzoekenden tot 60 jaar gelijk welke betrekking aanvaarden die niet verder dan 60 km van de woonplaats ligt.
http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_BP/&Items=1&Language=NL
http://www.acv-online.be/Images/72-NL12%20C3%20Brug-Erkenning-nieuwe_tcm9-111099.pdf
Citaat uit de RVA site over werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag SWT:
“zich inschrijven en ingeschreven blijven als werkzoekende bij de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling (ACTIRIS, ADG, FOREM, VDAB);
“beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt;
“elke passende dienstbetrekking of elke beroepsopleiding aanvaarden.
“U kunt een vrijstelling van deze verplichtingen aanvragen:
*vanaf de leeftijd van 58 jaar; *na één jaar werkloosheid met bedrijfstoeslag (312 werkloosheidsuitkeringen), indien u 38 jaar beroepsverleden bewijst”
Op de site van het ACV over het huidige regeling van brugpensioen: 2. Actief zoeken naar werk:
“Om uitkeringen te kunnen genieten moet u onvrijwillig werkloos zijn. Dat betekent onder meer dat u geen passende dienstbetrekking mag verlaten en dat u niet mag weigeren in te gaan op een passend werkaanbod, een opleidingsaanbod of elk aanbod tot outplacement. Indien u zonder geldige reden weigert, kunnen uw uitkeringen geschorst worden.
U moet eveneens beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt.
Dat betekent dat u:
-moet meewerken aan de outplacementbegeleiding die u wordt aangeboden door uw werkgever, een outplacementbureau, een tewerkstellingscel…
-actief moet meewerken aan de begeleidings-, opleidings-, werkervarings- of inschakelingsacties die de VDAB (ACTIRIS) u kan voorstellen;
-actief werk moet zoeken door bijvoorbeeld regelmatig de werkaanbiedingen te raadplegen en in te gaan op de aanbiedingen die zich voordoen, door spontaan te solliciteren bij eventuele werkgevers, door u in te schrijven in aanwervings- en selectiebureaus of bij interimkantoren,…
De regelgeving beschrijft gedetailleerd wat bedoeld wordt met ‘passend werk’.
Voor 50-plussers zijn de criteria soepeler (bvb. een betrekking wordt niet als passend beschouwd indien zij een dagelijkse afwezigheid van huis van meer dan 10u vereist – in plaats van 12u voor jongeren).”
Frank Vandenbroucke zou zich ook moeten afvragen, waar al die jobs zijn, die volgens hem 60-plussers én 20-jarigen zouden moeten aanvaarden. Het aantal vacatures is maar een fractie van het aantal werkzoekenden, en dat is al jaren zo. Dat was altijd al een blinde vlek bij Vandenbroucke, hij ageerde steeds voor meer “activering” en controles, of er wel jobs waren kwam nooit ter sprake.
Hoe komt het toch?
Vandenbroucke zegt dat hij ook verrast was toen uit zijn cijfers bleek dat de armoedekans steeg bij de jongeren. Maar herinneren we ons niet dat minister Vandenbroucke er steeds een prioriteit van maakte ouderen langer aan het werk te houden? Hij creëerde premies voor de patroon die een 55-plusser in dienst neemt. Het schijnt dat slimme bedrijven al meerdere malen de premie incasseerden voor dezelfde vacature: het nieuw aangeworven personeelslid wordt naderhand weer ontslagen, dus plaats voor een nieuwe premie.
Toen de vakbonden en de patroonsorganisaties de federale premie liever door een andere tegemoetkoming vervingen, maakte Vandenbroucke zich behoorlijk kwaad. De Vlaamse regering moest zijn maatregel onder een andere vorm weer invoeren. De maatregel heeft volgens Vandenbroucke resultaat gehad: “Er zijn meer mensen boven de vijftig aan het werk, die groep groeit echt enorm”.
Het is dus perfect logisch dat de kansen voor jongeren afnemen: onder meer door de maatregel van Vandenbroucke. Want een vacature kan maar één keer worden ingevuld: hetzij door een oudere met premie, hetzij door een jongere. Tegelijk – en dat is niet meteen de schuld van Vandenbroucke – neemt het aantal jobs af in verhouding tot de bevolking. Niet alleen door “de crisis”, zoals tegenwoordig alles “door de crisis” wordt veroorzaakt. Ook zonder crisis streven werkgevers naar het kleinst mogelijk aantal personeelsleden, want daardoor stijgen de nettowinsten.
In de hele wereld van de vrije markt zeggen de financiële berichten hetzelfde: door inkrimping van de zogenaamde loonkosten gaat het bedrijf vooruit, krijgt het goede punten van de ratingbureaus en van beleggingsexperten, zoals Geert Noels. Vaak stijgt de beurskoers door de aankondiging van het wegsaneren van duizenden jobs. Ik ben er zeker van dat in de beursalgoritmes, ineengestoken door de quants, het aantal personeelsleden in de negatieve kant van de vergelijking staat (al zijn die algoritmes volstrekt geheim). Zo ongeveer: minder personeel: kopen! Veel personeel: verkopen, of short sellen, want de koers zal naar beneden gaan. Natuurlijk veel ingewikkelder en in een honderdste seconde: de computer doet het.
In Frankrijk is al eerder vastgesteld dat de werkloosheid bij jongeren is toegenomen door de maatregel van Sarkozy om de pensioenleeftijd te verhogen. Iedereen die niet gehersenspoeld is door de media, die in dienst staan van de patroons, kon dat voorspellen; maar de feiten zijn natuurlijk beter: https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2012/06/18/meer-werklozen-in-frankrijk-na-verhoging-pensioenleeftijd
Samenvattend: de vaststelling van Vandenbroucke over de toename van de armoedekans bij jongeren is mede te danken aan zijn eigen maatregelen. Had hij prioriteit gegeven aan de aanwerving van jongeren, was het allicht anders uitgedraaid. Hij verwijst in het interview naar het hoger onderwijs: professoren zouden gerust willen doorwerken tot ze 85 zijn, zegt hij, want ze doen dat met plezier. Maar beseft hij niet, dat die dinosaurussen de plaatsen bezetten die jonge talentvolle postdocs dringend nodig hebben, omdat ze anders op straat staan?
In dat perspectief heeft de wetgever groot gelijk de bezoldigde jobs verplicht te laten eindigen op 65. Maar FVDB heeft het nog niet begrepen: “Hoe kun je mensen ertoe aanzetten langer te werken dan hun 65[ste]…we zullen moeten zeggen dat wie geen loopbaan van 45 jaar heeft, een lager pensioen zal hebben. Dat is een moeilijke boodschap, maar ze zal gebracht moeten worden”. Hoe durft hij dat herhalen, terwijl de jongeren geen jobs hebben en de werkloosheidscijfers in heel Europa omhoog gaan?
Dan komt het toverwoord: “de volgende regering moet structurele beslissingen nemen voor een lange termijn”. Structureel: komt u dat bekend voor? De meest succesvolle newspeak van deze crisis. Paul De Grauwe zegt: we weten stilaan wat dat betekent: lagere lonen.
Ballonnen, suggesties, double-talk?
In het lange interview worden nog andere merkwaardige stellingen ingenomen, zonder echter een antwoord te bieden.
“…het is niet normaal…iemand die als contractueel werkt bij een openbaar bestuur en evenveel werk doet als een vastbenoemde, krijgt veel minder pensioen. Is dat vol te houden, niet alleen financieel maar ook moreel en ethisch?” Neen, het is niet ethisch. Maar wat te doen? Wie heeft dat verschil uitgevonden? Niet de vakbonden, maar de ministers. Zullen we de statutaire rechten van de vaste benoeming schrappen? Allen een even precair pensioen, dat is dan rechtvaardig? Neen, dat zegt hij niet: iedereen kan het voor zichzelf invullen…
“Eén van de schrijnenste onrechtvaardigheden in onze samenleving is dat hooggeschoolde mensen langer en gezonder leven dan laaggeschoolden. De eerste hebben ook een goed pensioen, de laatste niet. De eersten hebben leuke banen vol zelfexpressie, voor de anderen is het pensioen een bevrijding na een leven lang hard, stressvol en vervelend werk…” enz. Wat zou Vandenbroucke hiermee willen? Is het pensioen van de enen te hoog? Of van de anderen te laag? Wat doet hij tegen stressvol werk? Iedereen professor? Kortere werkweek bijvoorbeeld, meer verlofdagen? Oei, neen, want iedereen moet langer werken, toch? “We moeten in het water durven springen van een ander pensioenstelsel”. Wat zou dàt wel kunnen betekenen?
Ieder bedrijf verplichten
Toch staat er ook iets nieuws in het interview: “Eigenlijk je zou ieder bedrijf met een ondernemingsraad moeten verplichten een discussie te voeren over hoe ze met hun vijftigplusssers zullen omgaan, wat je kunt doen om de werk- en levenskwaliteit te combineren”. De bedrijven verplichten! Ooit zei Vandenbroucke In een discussie in een Sp-a commissie: we kunnen bedrijven niet verplichten. Hij is dus geëvolueerd. Ik zie de CEO’s al stormlopen om de levenskwaliteit van hun 50-plussers te verbeteren. Misschien minder stressvol werken voor minder loon? Ja, dat is het, zo eenvoudig!
Terwijl we hard nadenken over deze existentiële vragen, daalt verder de koopkracht van het grootste deel van loon- en weddetrekkenden en kleine zelfstandigen; dus krimpen bedrijven hun productie in en schrappen ze banen. Nu nog de BTW-verhoging of indexsprong. Op de beurzen vliegen de miljarden heen en weer.
http://www.centrumvoorsociaalbeleid.be/index.php?q=node/3632