In het hele metropolitane gebied, waar 20 miljoen mensen wonen, vinden dagelijks 49 miljoen verplaatsingen plaats. Daarvan wordt 53 procent met het openbaar vervoer gerealiseerd en 17 procent met privévoertuigen, volgens cijfers van het Centrum voor Duurzaam Transport.

Uitdijende bebouwing

Het districtsbestuur heeft de voorbije jaren miljoenen geïnvesteerd in openbaar vervoer (metro en bus) maar is er niet in geslaagd de verschillende systemen goed op elkaar te laten aansluiten, zegt Bernardo Baranda, directeur Latijns-Amerika van het Amerikaanse Instituut voor Transport- en Ontwikkelingsbeleid (ITDP).

Een van de grootste problemen is de steeds uitdijende bebouwing aan de rand van de stad, zeggen veel experts.

“Een van de grootste bezorgdheden is het gebrek aan een openbaar beleid voor een gecontroleerde stadsontwikkeling”, zegt Daniel Zamudio van de organisatie El Poder Ciudadano (De Burgermacht). “Door steeds meer vastgoedontwikkeling worden de reizen langer, onveiliger en duurder”.

Tien snelle buslijnen

In het mobiliteitsplan 2007-2012 voorzag het bestuur in tien snelle Metrobuslijnen. Daar zijn er slechts vier van gerealiseerd. In de plaats daarvan kwam een twaalfde metrolijn, die 1,5 miljard euro kostte en binnenkort opengaat.

Alles samen hebben overheid en privésector in deze legislatuur, die begin december afloopt, 3,6 miljard euro geïnvesteerd in transportinfrastructuur.
“Het nieuwe bestuur moet meer daadkracht tonen bij de uitbreiding en verbetering van de Metrobus”, zegt Baranda. “Men moet daarbij in de meest achtergestelde gebieden beginnen, zoals in het oosten van de stad”.

Het ITDP stelde deze week een plan voor om het Metrobusnet jaarlijks met 25 tot 30 kilometer uit te breiden. In 2018 moeten er dan tien lijnen zijn, die twee miljoen mensen kunnen vervoeren. Het rapport schat de investering op 90 miljoen euro per jaar.