Vroegere studies gaven aan dat de overdracht van de Plasmodium falciparum, de dodelijkste malariaparasiet, pas piekt bij een temperatuur van 31 graden Celsius. Klopt niet, zegt de Amerikaanse geologiedienst US Geological Survey (USGS) nu.
De dienst verlaagt de piek maar liefst 6 graden, naar 25 graden. Eenmaal boven de 28 graden neemt de overdracht zelfs drastisch af, zegt USGS.

Malaria wordt overgedragen door muggen die besmette mensen hebben geprikt en vervolgens gezonde mensen prikken.

Geen lineair verband

De Amerikaanse geologen komen tot hun conclusie op basis van een mathematisch model waarin ze gegevens over laboratoriumexperimenten met muggen en parasieten hebben verwerkt. Het verkregen model blijkt wonderwel aan te sluiten bij wat men in Afrika op het terrein vaststelt, en dat is nieuw, zeggen de onderzoekers.

Zowel muggen als parasieten hebben klaarblijkelijk last van de hoge temperaturen. Er is daardoor geen lineair verband aan te tonen tussen een stijgende temperatuur en actievere muggen en parasieten.

“Deze studie zet de algemene veronderstelling dat hitte eenvoudigweg de overdracht versnelt op losse schroeven”, zegt Erin Mordecai, hoofdauteur van de studie.

Impact van klimaatwijziging

De nieuwe conclusie is van groot belang om goede prognoses te maken over de impact van de klimaatwijziging op de verspreiding van malaria.
Maar de USGS vraagt wel dat meer studies op het terrein plaatsvinden, studies die het mathematische model al dan niet moeten bevestigen. Vreemd genoeg is er tot dusver weinig onderzoek gedaan naar de impact van temperatuur op de verschillende muggensoorten.

Malaria veroorzaakte in 2010 de dood van 655.000 mensen, schat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Negentig procent van de slachtoffers valt volgens de WHO in Afrika, vooral onder kinderen. In Afrika sterft elke minuut één kind aan malaria.