Na de vele opiniestukken van journalisten, politicologen en lezers kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat het debat over de afgelopen verkiezingen zeer emotioneel is. In dit opiniestuk wil ik hier even dieper op ingaan, omdat het me tot zorgen baart.
Op de sociale media zie ik twee groepen ontstaan, anti- N-VA en pro N-VA. Beide begrijpen de gedachtegang niet van elkaar. Waarbij de ‘ander’ dan maar als ‘dom’ wordt bestempeld. Hierbij moet ik denken aan volgend voorbeeld. In de les ‘politieke geschiedenis van België’ werd er gevraagd of je pro België of anti België was. De anti stemmers waren in de minderheid. Nadat de pro-stemmers hun argumenten naar voor hadden gebracht, kwamen de anti-stemmers aanbod. Deze persoon sprak in slogans zoals bijvoorbeeld, “België functioneert niet meer, het moet worden gesplitst”. Na deze woorden werd hij met boe geroep uitmaakt door de pro-België stemmers. De persoon in kwestie zag er gekrengd uit en vooral niet begrepen. Hij werd door ‘de andere’ als idioot bestempeld. Uit dit voorbeeld blijkt hoe emotioneel de debatten in onze samenleving zijn geworden (hier het ‘vlaams/belgicistisch’ debat) en dit stemt mij tot zorgen. Dit om verschillende redenen:
Ten eerste, mensen zien elkaar steeds meer als die ‘andere’, die men beschouwt als iemand die hen schaadt en men bestempeld elkaar dan maar als idioot, profiteurs etc. Bijvoorbeeld in het discour van N-VA, de Waal die het geld uit de zaken haalt van de Vlaming. Nog andere voorbeelden: de werklozen zijn profiteurs, vreemdelingen kennen alleen het OCMW etc. Mensen worden de dag van vandaag constant tegen elkaar opgezet, zie voorgaande voorbeelden. En terug zie ik dit emotionele discour terugkeren in de opinies over de recente verkiezingen. Mensen schelden elkaar uit op blogs, op twitter, op allerlei andere sociale media.
Ten tweede, het is ‘gevaarlijk’ als mensen in groepen tegenover elkaar staan (Vlaming/Waal, werklozen/werkende, Belg/vreemdeling, pro-vakbond/anti-vakbond etc.) . U kan nu vinden dat ik overdrijf, maar wat als een mens op een dag niks meer heeft. Met deze economische crisis verliezen er velen hun job, mensen kunnen hun facturen niet meer betalen etc. Dit alles lijdt tot frustratie en wat als men een zondebok nodig heeft om die frustratie op af te reageren? U kan misschien zeggen, “we leven in de 21ste eeuw, mensen gaat niet zomaar tot geweld over”. Niettemin is het mijn stelling dat vandaag vele ingrediënten aanwezig zijn in de maatschappij die we ook gezien hebben als basis van het Duits nationalisme in de 2de WO en zijn excessen.
Ten derde, op ‘menselijk’ gebied vind ik het niet kunnen dat we zo ongenuanceerd over onze medemens spreken. Dit getuigd van weinig respect en ‘medemenselijkheid’. Ik kan me dus niet in het anti-Waalse discour van de N-VA vinden, omdat zij mensen tegen elkaar op zetten. Alsook in het voorbeeld die ik daarjuist gaf over de persoon die werd uitgejouwd omdat hij een anti-België standpunt innam. Het conflict wordt in beide gevallen opgezocht en hiermee kan ik niet akkoord gaan.
Als burgers, politici, journalisten moeten we ons afvragen wat er schuil gaat achter deze conflicten tussen mensen. We moeten de juiste vragen stellen, i.p.v bijvoorbeeld verbouwereerd zijn dat er zulk een grote groep mensen voor de N-VA stemt. We moeten ons afvragen hoe dit komt? U kan stellen, “velen zijn overgelopen van het Vlaams Blok”. Maar dan moet u net de vraag stellen, en dit debat zijn we teveel uit de weg gegaan de voorbije jaren, “waarom stemmen er zoveel mensen op het Vlaams Blok?”.
Een vraag die we ons ook kunnen stellen: “welke rol speelt de media in dit verhaal?”. De 4de macht zoekt meer en meer de sensatie op en dat wordt vaak vertaald naar, ‘de conflicten opzoeken en uitspelen’. Een derde vraag: “De politiek, werkt zij dit soort tweestrijd tussen mensen in de hand?”. Hierbij denk ik aan de speech van Bart De Wever voorbije zondag. Een vierde vraag, als we het psychologisch gaan bekijken, “hoe komt dat mensen zich zo snel laten verleiden om zich te laten ophitsen tegen andere mensen, die zij dan als een ‘gevaarlijke groep’ beschouwen?”. Er zijn nog andere vragen die je je kan stellen, wanneer je probeert om bijvoorbeeld dit emotionele debat over de verkiezingen te overstijgen. Maar het is mijn overtuiging dat het dringend tijd wordt om ons deze vragen te stellen en dat we stoppen de ‘ander’ als oorzaak te zien van alle kwaad.
We worden als volk, individu geconfronteerd met een zware economische crisis, met onnoemelijk veel leed in de wereld, oorlogen, armoede etc. Het lijkt me dan ook niet verantwoord om conflicten tussen mensen te stimuleren. We moeten er juist voor zorgen dat er terug meer solidariteit is (taak van de politiek). Mensen horen niet tegen elkaar te concurreren (bv. oost-Europese vrachtwagenchauffeurs vs. Belgische vrachtwagenchauffeurs) of te ‘conflicteren’. De politiek moet zo goed als mogelijk zijn best doen om het ‘begrijpen van elkaar’ te bevorderen. Maar hoe mensen nu tegenover elkaar staan, gefrustreerd, verbitterd, kan volgens mij niet langer en het is ook niet meer aangenaam om in zulk een samenleving te leven.