De Wereldbank en het IMF hopen dat donoren, die zondag bijeenkomen in New York, helpen om het gat te dichten. Op lange termijn is de PA voor economische groei echter afhankelijk van versoepeling van de Israëlische restricties op private investeringen en andere initiatieven. Dat geldt vooral voor zone C, die 61 procent van de Westelijke Jordaanoever beslaat en onder Israëlisch bestuur staat, staat in het rapport van de Wereldbank.

Zone C is volgens het rapport rijk aan water, landbouwgrond en natuurlijke hulpbronnen en daardoor van essentieel belang voor de economische cohesie. Joodse nederzettingen in het gebied, die niet te maken hebben met dezelfde restricties, profiteren daarvan, stellen de auteurs.

Mitt Romney

De twee rapporten en de donorbijeenkomst komen op een moment dat er steeds meer onvrede heerst over de PA, die zich vorige week na protesten gedwongen zag een belastingverhoging terug te draaien en opnieuw brandstofsubsidies in te voeren.

Het begrotingstekort van de Palestijnse Autoriteit valt volgens het rapport van de Wereldbank samen met andere zorgelijke ontwikkelingen, zoals een economische terugval, minder donorhulp – met name uit de rijke Golfstaten – en “weinig positieve vooruitzichten in bredere politieke zin”. Dat laatste is een verwijzing naar het gebrek aan vooruitgang als het gaat om de oprichting van een Palestijnse staat, gekoppeld aan de expansie van de Israëlische nederzettingen.

Al deze factoren en de voortdurende scheiding tussen Fatah, die de PA bestuurt, en Hamas, die sinds 2006 de scepter zwaait in de Gazastrook, roepen nieuwe vragen op over hoe levensvatbaar zowel de PA als de zogenoemde tweestatenoplossing zijn binnen het kader van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

In de Verenigde Staten is die kwestie de campagne voor de presidentsverkiezingen binnengeslopen. Terwijl het programma van de Republikeinen  pleit voor een tweestatenoplossing, zei presidentskandidaat Mitt Romney in een gelekte video in mei voor een select publiek dat de Palestijnen geen vrede willen. De VS konden in zijn ogen qua beleid het beste “de bal vooruit schoppen op het veld en hopen dat zich uiteindelijk, op een of andere manier, een oplossing aandient”.

Romney kreeg eerder kritiek vanwege opmerkingen die hij in juli maakte tijdens een bezoek aan Israël. Zonder te verwijzen naar de manier waarop de Israëlische bezetting de groei van de Palestijnse economie hindert, stelde hij dat de inkomensongelijkheid tussen Israëliërs en Palestijnen een gevolg is van “cultuurverschillen”.

Jeugdwerkloosheid

De rapporten van de Wereldbank en het IMF spreken niet over cultuurverschillen. Wel maken ze allebei duidelijk dat de Israëlische bezetting en de manier waarop investeringen worden ontmoedigd, veruit de belangrijkste domper zijn op de Palestijnse economie.

Financiële steun van de donorgemeenschap en hervormingspogingen van de PA zullen pas echt effectief zijn als de Israëlische regering hindernissen opheft die voorkomen dat de Palestijnse private sector een motor wordt voor duurzame groei, stelt de Wereldbank.

De Bank wijst ook op de hoge jeugdwerkloosheid. Op de Westelijke Jordaanoever zit 26 procent van de jongeren zonder werk, het gemiddelde onder Palestijnse jongeren is 43,5 procent. Verdergaande verslechtering van de economische situatie kan volgens het IMF “sociale onrust aanwakkeren”.