Jardo Muekalia (UNITA): "Er heerst een totaal gebrek aan transparantie wat het vermoeden alleen maar doet toenemen dat de regering het spel niet eerlijk speelt" (foto: Indien).
Interview, Nieuws, Afrika, Politiek, Angola, MPLA, Marokko, Portugal, China, VS, SADC, José Eduardo dos Santos, Kolonialisme, Burgeroorlog, Verkiezingscommissie, Koude Oorlog, UNITA, Jonas Savimbi, Verkiezingsfraude, Guerrillastrijd, Bloeddiamanten, Regionale grootmacht, CNE, Verkiezingen 2012, Bevrijdingsbeweging, Domingos Jardo Muekalia, Olieproductie, União Nacional para a Independência Total de Angola, Agostinho Neto, Juventude Revolucionaria de Angola, Huambo, VN-embargo, Angola: A Segunda Revolução -

Jardo Muekalia: “UNITA wil regeren om échte verandering in Angola te realiseren”

Op 31 augustus gaat het olierijke Angola naar de stembus voor parlementsverkiezingen die indirect ook zullen bepalen wie president wordt. DeWereldMorgen.be had begin juli in een Brussels hotel een gesprek met Domingos Jardo Muekalia (52), jarenlang de vertegenwoordiger van oppositiepartij UNITA in de Verenigde Staten en nu kandidaat-parlementslid voor zijn partij.

woensdag 29 augustus 2012 16:00
Spread the love

Muekalia is een bevoorrechte getuige van de recente turbulente en gewelddadige geschiedenis van zijn land. Over zijn visie op verleden en toekomst van Angola publiceerde hij in 2010 bij een Portugese uitgeverij het boek ‘Angola: A Segunda Revolução’ (de tweede revolutie) dat bijzonder veel weerklank kreeg in het Portugese taalgebied.

Domingos Jardo Muekalia werd op 20 september 1959 geboren in een dorp in de provincie Huambo, toen nog in de Portugese ‘overzeese provincie’ Angola, zoals de kolonie officieel heette onder de dictatuur van Salazar. Hij liep lagere school in Bela Vista en volgde middelbaar onderwijs in de provinciehoofdstad Huambo.

Zijn vader was betrokken geraakt bij de bevrijdingsstrijd tegen het Portugese kolonialisme in de beweging van Jonas Savimbi: UNITA (União Nacional para a Independência Total de Angola).

UNITA was aanvankelijk een radicaal-linkse, zelfs maoïstisch geïnspireerde beweging die wilde steunen op de boerenbevolking van centraal Angola als de actor van de revolutie. UNITA was de jongste van de drie bevrijdingsbewegingen (naast de marxistisch-leninistische MPLA en het Afrikaans-nationalistische FNLA) die echter ieder afzonderlijk de strijd tegen het Portugees koloniaal leger aangingen. En veeleer elkaar tegenwerkten dan dat ze zich verenigden tegen de gemeenschappelijke vijand.

Juventude Revolucionaria de Angola

Vanuit die achtergrond lag het voor de hand dat de jonge Jardo lid zou worden van de Juventude Revolucionaria de Angola (JURA), de jeugdbeweging van UNITA, die in Huambo erg sterk stond. Hij werd er actief in 1974, het jaar van de Anjerrevolutie in Portugal die een einde zou maken aan de gehate koloniale overheersing, maar beslist niet aan de gewapende strijd.

Want na de onafhankelijkheid van het land op 11 november 1975 ging de guerrillastrijd gewoon door tussen de drie bevrijdingsbewegingen onderling om de macht in handen te houden of te veroveren. Aan die bloedige burgeroorlog met massale interventies van buitenaf in de geostrategische context van de Koude Oorlog en de bemoeienissen van het apartheidsregime in Zuid-Afrika, kwam pas een definitief einde met de dood van Jonas Savimbi op het slagveld op 22 februari 2002. Nauwelijks tien jaar geleden.

In 1976 ging ook Muakalia naar het ‘maquis’ van UNITA om gewapenderhand te strijden voor wat hij zag als de ‘echte bevrijding’ van Angola, die tegen de marxistische eenpartijstaat in handen van de MPLA, eerst onder president Agostinho Neto, vanaf 1979 onder José Eduardo dos Santos, tot op vandaag de president van Angola.

Hij werd in 1979 door de UNITA-leiding naar Marokko gestuurd om daar een militaire training te krijgen in guerrillatechnieken die hij eens terug in de jungle van Angola goed kon gebruiken als commandant van zijn eenheid in de ‘bevrijde gebieden’. Hij kwam daarbij geregeld in contact met de zeer autoritaire, maar charismatische UNITA-leider, Jonas Savimbi, die hem bijzonder vertrouwde.

UNITA-gezant in het buitenland

Daarom werd hij in 1983 naar het buitenland gestuurd om daar de zaak van UNITA te gaan bepleiten. Eerst als speciale gezant in het Verenigd Koninkrijk, later als de officiële vertegenwoordiger van de beweging in de Verenigde Staten. Want UNITA werd op het terrein steeds meer in het defensief gedwongen en rekende op steun vanuit de VS in het kader van de strijd tegen het wereldwijde communisme. Zeker onder president Ronald Reagan kon UNITA op royale Amerikaanse militaire en financiële steun rekenen.

Met het einde van de Koude Oorlog verloor UNITA aan strategisch belang als ‘bondgenoot van de westerse belangen’ in zuidelijk Afrika. Na de mislukte vredespogingen onder leiding van de VN en de overhaaste en slecht georganiseerde verkiezingen van september 1992 kwam UNITA helemaal in de verdrukking.

Want Savimbi wilde zich niet neerleggen bij zijn nederlaag in de verkiezingen. De UNITA-leider keerde met zijn guerrillaleger terug naar de jungle en zette de strijd tegen de MPLA-regering in Luanda heviger dan ooit voort.

UNITA kwam internationaal hoe langer hoe meer geïsoleerd te staan nadat de VN een embargo tegen de beweging had afgekondigd. De voornaamste bron van inkomsten bestond uit de smokkel van ‘bloeddiamanten’ uit de rijke diamantregio’s in het noordoosten van Angola die stevig in handen bleven van UNITA.

Ondertussen had de MLPA het marxisme en de eenpartijstaat overboord gegooid en werd president Dos Santos een goede bondgenoot van Bush (zowel vader als zoon), beiden betrokken in de oliebusiness. Angola is nu de belangrijkste Afrikaanse leverancier van ruwe olie aan de VS.

Van Washington terug naar Luanda

Muakalia kon door het VN-embargo niet meer terugkeren naar zijn vaderland en bleef in Washington actief als lobbyist, met zowel goede contacten bij Republikeinse als Democratische politici. Ook na de dood van Savimbi in 2002 bleef hij in de VS, waar hij docent internationale betrekkingen werd aan diverse universiteiten.

UNITA heeft zich kort na het vredesakkoord van 2002 snel omgevormd tot een moderne politieke (oppositie)partij die resoluut heeft gebroken met het gewelddadige en autoritaire guerrillaverleden. Sinds het partijcongres van 2003 is Isaías Samakuva, de vroegere vertegenwoordiger van UNITA in Europa, de democratisch verkozen leider.

Na de parlementsverkiezingen van september 2008 heeft UNITA nog nauwelijks 16 zitjes over in het 220 leden tellende parlement in Luanda, een fractie van haar vroegere aanhang.

Jardo Muekalia is nu kandidaat bij de verkiezingen van vrijdag 31 augustus. UNITA heeft lijstnummer 1 gekregen. Muekalia staat op de 22ste plaats, zeker een strijdplaats die uitzicht biedt op een parlementszetel.

Op vrijdag 31 augustus zijn er algemene verkiezingen in Angola. Die worden aangekondigd als ‘historisch’. De grootste partij levert meteen de president, zo bepaalt de nieuwe grondwet van 2010. Welke garanties hebben de oppositiepartijen dat de verkiezingen dit keer eerlijker zullen verlopen dan die in september 2008?

Jardo Muekalia: “Het is op zich al positief dat er eindelijk verkiezingen komen en dat de Angolese bevolking zich zal kunnen uitspreken over de toekomst van het land. De verwachtingen zijn enorm hoog gespannen. De mensen willen écht verandering, maar vrezen dat het spel niet eerlijk zal verlopen.”

“Drieëndertig jaar dezelfde elite aan de macht is genoeg geweest. Angolezen zijn zich nu veel meer bewust van de mogelijkheden tot verandering via democratische weg en zullen het niet meer nemen dat de regeringspartij met fraude en intimidatie probeert de verkiezingen te manipuleren.”

“Dat is het grote verschil met 2008, toen we de eerste verkiezingen hadden na het einde van de burgeroorlog. Sinds maart vorig jaar zijn er in Luanda en andere steden voortdurend vreedzame manifestaties geweest van jongeren die veranderingen, werk en democratie eisen. De bevolking is mondiger en kritischer geworden. Activisten hebben het internet en sociale netwerksites ontdekt als communicatiemiddelen waar de regering weinig of geen controle over heeft. Maar echte garanties dat het spel nu eerlijker zal verlopen, hebben we als oppositie helaas niet …”

“De bevolking is mondiger en kritischer geworden. Activisten hebben het internet en sociale netwerksites ontdekt als communicatiemiddelen waar de regering weinig of geen controle over heeft”

De regering heeft wel de voorzitster van de verkiezingscommissie (CNE) moeten vervangen na hevig protest van de oppositie. Probeert de regering het spel democratisch te spelen?

“De regering is vast van plan om op alle mogelijke vlakken de controle over het verkiezingsproces te bewaren. Vooral de dominantie van de door de staat gecontroleerde media is een belangrijke factor. Naar buitenaf, met de komst van internationale waarnemers en de belangstelling van buitenlandse media, zal ze de schijn van democratie ophouden, maar hoe lang zal dat duren?”

“Ik ben bezorgd dat er weinig ten gronde zal veranderen. Intimidatie en repressie door de politie of milities zullen niet meer volstaan. Het zou tot een periode van grote instabiliteit kunnen leiden en de enorme groei van de Angolese economie vertragen.”

Bij de voorbereidingen van de verkiezingen zijn al onregelmatigheden vastgesteld. Wat was er aan de hand? UNITA heeft zelfs gevraagd dat de verkiezingen zouden worden uitgesteld.

“Er heerst een totaal gebrek aan transparantie wat het vermoeden alleen maar doet toenemen dat de regering het spel niet eerlijk speelt. De kiezerslijsten zijn niet openbaar gemaakt, zoals was afgesproken. De 25 oppositiepartijen hebben zich gegroepeerd in kartels, zodat er slechts 9 lijsten op de stembiljetten staan, wat het voor de kiezers eenvoudiger en overzichtelijker maakt.”

“Het is evenwel zorgwekkend dat de regering er voor gekozen heeft om weer met INDRA (nvdr: hetzelfde Spaans privébedrijf als in 2008) in zee te gaan voor het drukken van de stembiljetten. De oppositie kreeg slechts één weekend de tijd om alle offertes te bestuderen, terwijl INDRA al het contract kreeg toegekend. In 2008 bleek dat 16 miljoen stembiljetten buiten het normale circuit van de verkiezingscommissie zijn gebleven. Wij hadden gevraagd dat de CNE alle onregelmatigheden zou bekend maken. Dat is de opdracht van de commissie, maar dat gebeurt niet.”

Door de sterke overheidscontrole over de media is het voor de oppositie toch heel moeilijk om kiezers te bereiken buiten de hoofdstad. Hoe pakt UNITA dat aan?

“Het direct persoonlijk contact met de kiezers is erg belangrijk voor ons. De gedrukte pers is slechts voor een kleine groep mensen toegankelijk en heeft zeker buiten de steden weinig bereik en invloed. Radio-uitzendingen zijn daarom een geschikt middel om mensen te overtuigen.”

“Wij krijgen gelukkig wel wat aandacht in de uitzendingen van Rádio Ecclesia, de zender van de katholieke kerk die goed is ingeplant over het hele land en eigenlijk het enige tegengewicht vormt voor de door de staat gecontroleerde media. En het radiostation Rádio Despertar in de omgeving van de hoofdstad.”

Tijdens de verkiezingen zullen binnen- en buitenlandse waarnemers een oogje in het zeil houden bij de stem- en telbureaus. In 2008 verklaarden de waarnemers dat de verkiezingen ‘relatief vrij en eerlijk’ waren verlopen. Toch was de realiteit anders. De fraude gebeurde uit het zicht van de waarnemers.

“Wij zijn absoluut voorstanders van een sterke missie van buitenlandse waarnemers bij de komende verkiezingen. Dat is helaas nog geen garantie dat die ook volgens de regels zullen verlopen, zoals de ervaring van 2008 ons heeft geleerd. Toen waren het vooral de waarnemers van de SADC en de Afrikaanse Unie die zich te makkelijk hebben laten om de tuin leiden.”

“Zij verklaarden in hun rapport dat de verkiezingen ‘relatief vrij en eerlijk’ waren, maar dat was alleen gebaseerd op wat ze in de stembureaus waar ze aanwezig waren, konden vaststellen. Wat voor en na de stembusdag achter de schermen is gebeurd, wisten ze niet. Ik vermoed dat die mensen onvoldoende ervaring hadden met verkiezingen. Daarom zou ik veel liever waarnemers uit Europa en de VS zien komen. Die hebben een grotere geloofwaardigheid en kunnen subtiele vormen van fraude makkelijker doorprikken.”

Tien jaar geleden heeft UNITA zich omgevormd van guerrillabeweging naar politieke partij. Dat was geen eenvoudig proces na het wegvallen van Savimbi, de historische leider. Hoe ging dat in zijn werk?

“UNITA is enorm verzwakt uit de burgeroorlog gekomen. We moeten daar niet flauw over doen. Het land was bij de ondertekening van het vredesakkoord in april 2002 een puinhoop, mensen leden honger. Iedereen was de oorlog meer dan beu, ook in onze eigen rangen. We hadden nood aan verzoening om het land opnieuw op te bouwen en democratische structuren uit te tekenen.”

“We hadden nood aan verzoening om het land opnieuw op te bouwen en democratische structuren uit te tekenen”

“Het nieuwe leiderschap heeft onmiddellijk werk gemaakt van de demilitarisering van de beweging, zoals voorzien in het vredesakkoord. Wij wilden een democratische en moderne partij worden, die ook intern volledig democratisch zou werken, met congressen en verkiezingen op alle niveaus. Dat was niet gemakkelijk, maar noodzakelijk.”

“Een experiment waarvan we bij aanvang totaal niet wisten dat het ook zou lukken. Tien jaar later denk ik dat we geslaagd zijn in ons opzet. UNITA is klaar om regeringsverantwoordelijkheid op te nemen en échte verandering te realiseren.”

De verkiezingsuitslag van UNITA in de eerste – vaak uitgestelde – verkiezingen van na de oorlog, in september 2008, moet dan een zware ontgoocheling zijn geweest voor de militanten?

“Zeer zeker! UNITA had die verkiezingen grondig voorbereid, tot in de kleinste dorpen hadden we kandidaten. Als je dan op nationaal niveau als belangrijkste oppositiepartij maar 10 procent haalt, en de regeringspartij 80, weet je genoeg. Toch wilde zeker niemand een terugkeer naar de oorlog. Die ellende wil niemand in Angola ooit nog opnieuw beleven …”

In 2010 heeft u in Portugal een boek gepubliceerd ‘Angola: A Segunda Revolução‘. Waar slaat die ‘tweede’ revolutie op?

“De eerste revolutie die we voerden was die voor de onafhankelijkheid van ons land tegen de eeuwenlange koloniale uitbuiting en onderdrukking. Maar de machthebbers die na de onafhankelijkheid in 1975 de touwtjes in handen hebben gekregen, hebben niet de bevrijding en ontwikkeling gebracht waar de meerderheid van de Angolezen van droomde. Het werd zelfs een nachtmerrie: oorlog, honger, verwoestingen, buitenlandse interventies, eenpartijsystemen, corruptie, machtsmisbruik ten gunste van een kleine elite.”

“Daarom denk ik dat we nood hebben aan een ‘tweede’ revolutie: échte meerpartijendemocratie, vrijheid van meningsuiting en pers, ontwikkeling ten gunste van de hele bevolking en alle regio’s van het land. Ook de civiele samenleving in al haar verscheidenheid moet ernstig worden genomen. Zij heeft een moedige rol gespeeld in moeilijke tijden en kan voor de toekomst nog veel betekenen.”

Angola is ondertussen een potentieel heel rijk land geworden dankzij de enorme olie-inkomsten. Wat is UNITA daarmee van plan?

“De olieproductie heeft niet geleid tot duurzame ontwikkeling, maar tot corruptie en verrijking van een kleine elite. Wij willen niet alles inzetten op olie, want iedereen weet dat fossiele brandstoffen ooit uitgeput geraken en dus nooit een echte bron van duurzame ontwikkeling kunnen zijn. Zolang de olieproductie bestaat, moeten de inkomsten op een transparante manier worden aangewend voor de ontwikkeling van het land.”

“Door een decentraliseringspolitiek moeten alle regio’s hun deel van de koek krijgen. Ondertussen moet werk worden gemaakt van een diversifiëring van de economie. We mogen niet verslaafd blijven aan olie. Maar de belangrijkste grondstof zijn de mensen. Daar willen we in investeren: onderwijs krijgt daarbij prioriteit. Als je een goed geschoolde bevolking op alle niveaus bij het beleid betrekt, zal ook de corruptie geleidelijk aan uitdoven.”

“De belangrijkste grondstof zijn de mensen. Daar willen we in investeren: onderwijs krijgt daarbij prioriteit”

U heeft een groot deel van uw leven in de VS doorgebracht. Angola onderhoudt goede banden met Washington en is zelfs de belangrijkste leverancier van ruwe olie uit Afrika. Zal dat veranderen?

“Tussen de regering-Dos Santos en de regering-Obama zijn de relaties niet meer zo goed. Het blijft vooral een economisch partnerschap vanwege de strategische oliebelangen. Die waren hecht toen vader en zoon Bush president waren. Maar een aantal grote corruptieschandalen hebben de verhoudingen behoorlijk bekoeld.”

“De Amerikaanse legerleiding had graag van Angola een uitvalsbasis gemaakt van Africom, het Amerikaanse militair commando voor Afrika. Maar Dos Santos paste daarvoor, want dan zou hij te veel macht uit handen hebben moeten geven.”

“Zoals zovele landen in Afrika is Angola sinds 2004 hechte samenwerkingsverbanden aangegaan met China. Peking stelt geen of nauwelijks voorwaarden aan hulpprogramma’s en houdt het graag erg zakelijk. Over corruptie of gebrek aan democratie zeuren de Chinezen niet, en dat komt Dos Santos en zijn entourage natuurlijk prima uit. Dus haalt China het ene overheidscontract na het andere binnen.”

“Over corruptie of gebrek aan democratie zeuren de Chinezen niet, en dat komt Dos Santos en zijn entourage natuurlijk prima uit”

Angola profileert zich hoe langer hoe meer als regionale grootmacht. De diplomatie, maar ook de militairen, bemoeien zich met zaken in Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville en in april nog in Guinee-Bissau. Speelt Angola politieman bij de buren?

“Als Angola alleen maar militair wil ingrijpen om zijn geostrategische belangen in de regio te versterken, zal dat ongetwijfeld wrevel opwekken. Dat zagen we bij de staatsgreep in Guinee-Bissau. Maar als de Angolese diplomatie ertoe kan bijdragen dat conflicten in de regio op een vreedzame manier worden geregeld, bijvoorbeeld binnen de Afrikaanse Unie, dan lijkt me dat een rol die Angola in de toekomst zeker moet spelen. Door de bittere ervaring van de burgeroorlog weten we beter dan wie ook welke ellende gewapende conflicten kunnen veroorzaken.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!