Op jacht naar illegale nederzettingen
Reportage, Nieuws, Israël, Westelijke Jordaanoever, Oslo-akkoorden -

Op jacht naar illegale nederzettingen

Terwijl Ovad Arad in een auto met airco op Route 60 zit, in het hart van de bezette Westelijke Jordaanoever, vertelt hij over hoe hij te werk gaat in z'n job: onaangekondigd rijdt hij een Palestijns dorp binnen, neemt er foto's, drinkt koffie met de mensen, en rijdt zo snel als hij gekomen is weer terug.

maandag 30 juli 2012 15:02
Spread the love

“Ik lieg niet. Als ze me vragen wat ik hier doe, zeg ik dat ik onderzoek doe in het gebied. Ik probeer het gesprek oppervlakkig te houden. Ik doe  mijn werk en vertrek weer”, zegt Arad. Hij voegt eraan toe dat hij niet zegt voor wie hij werkt en waarom hij precies foto’s neemt.

Arad woont in de Israëlische nederzetting Mero Horon en is hoofd van de afdeling Judea en Samaria van Regavim, een rechtse Israëlische organisatie die zich met legale middelen richt op het afbreken van Palestijnse huizen en andere bouwwerken.

Op de vraag of hij het erg vindt als een huis van een Palestijns gezin verwoest wordt als gevolg van zijn werk, zegt hij: “Nee, niet echt.” En als huizen van Israëlische kolonisten worden vernield? “Het doet me pijn als ik zie dat joden uit hun huis gezet worden. Maar ik heb nooit gezien dat er Palestijnen uit hun huis gezet werden.”

Zorgplicht

Regavim werkt vooral in de Negev-woestijn in het zuiden van Israël en in Gebied C van de bezette Westelijke Jordaanoever, dat volgens de Oslo-akkoorden uit 1995 volledig onder Israëlisch bestuur staat.

Momenteel wonen er naar schatting 150.000 Palestijnen en 300.000 Israëlische kolonisten in Gebied C. Israëlische nederzettingen zijn illegaal volgens de Vierde Conventie van Genève en buitenposten zijn illegaal volgens de Israëlische wet. De internationale wetgeving verplicht Israël om zorg te dragen voor de inwoners van het gebied.

Toepassing van de internationale wetgeving is voor Regavim echter een punt van discussie. “Regavim neemt het standpunt in dat er geen sprake is van een Israëlische bezetting”, zegt Ari Briggs, directeur van de internationale afdeling van Regavim.

De organisatie gaat bij haar werk op de Westelijke Jordaanoever uit van het juridische raamwerk van de Oslo-akkoorden, zegt Briggs. Regavim krijgt zijn informatie vooral vrije informatiegaring en via informatieverzoeken aan de plaatselijke overheid.

Via geografische informatiesystemen (GIS) en gedetailleerde luchtfotografie, is Regavim volgens hem in staat om praktisch elke centimeter van Israël in kaart te brengen.

Geen discriminatie

“Van alle illegale Joodse bouwwerken, wordt 100 procent gesloopt”, zegt Briggs. “Als het gaat om illegale Arabische bouwwerken, wordt maar ongeveer een derde gesloopt.” De Israëlische overheid legaliseert volgens hem vaak achteraf Palestijnse huizen, iets wat niet gebeurt met Joodse bouwwerken.

“Er is geen sprake van discriminatie van Arabieren en de overheid is ook niet volledig pro-Joods. Er is eerder sprake van het omgekeerde”, zegt hij.

Op zijn website noemt Regavim zichzelf “een sociale beweging opgericht om de Joodse zionistische agenda voor de staat Israël te steunen.” Ondanks die verklaring, beweert Briggs dat het werk van Regavim niet politiek gemotiveerd is, maar dat er eerder “morele en ethische overwegingen” aan ten grondslag liggen. 

Niet iedereen is daarvan overtuigd. “Wij zien Regavim als een zeer politiekgetinte organisatie”, zegt advocaat Tamar Feldman, directeur van de afdeling Mensenrechten in de Bezette Gebieden van de Associatie voor Burgerrechten in Israël (ACRI).

“Het gaat ze niet om mensenrechten en ze trekken zich niets aan van de internationale wetgeving. Ze promoten eenvoudigweg hun politieke agenda”, zegt Feldman. “Palestijnen wonen soms al tientallen jaren of generatieslang op een bepaalde plek, zoals bijvoorbeeld in de heuvels van Zuid-Hebron en de Jordaanvallei.”

take down
the paywall
steun ons nu!