Verslag, Nieuws, België, Palestina, Yvonne Sterk -

Bij het overlijden van de eerste vrouwelijke Europese fedayin Yvonne Sterk

In 1970 haalde de Limburgse Yvonne Sterk de wereldpers als eerst vrouwelijke Europese fedayin bij het Palestijns verzet. Ze overleed vorige donderdag op 92-jarige leeftijd in een bejaardentehuis. Iedereen in Beiroet kende haar als ‘rafiqa Yvon’, kameraad Yvonne.

zondag 29 juli 2012 15:47
Spread the love

Ik leerde haar kennen in 1975 in Beiroet, waar ze toen privé-secretaresse was van Kamal Jumblat, de socialistische leider van het Libanese front dat het Palestijns verzet steunde. Zelf was ze lid van het communistische Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina.

Eigenlijk was ze dichteres en journaliste. Ze werd in 1920 in de Limburgse Kempen geboren. Haar vader werkte op de administratie van de kolenmijn van Eisden. Ze liep daar school, toen nog in het Frans. In die taal zal ze ook schrijven. Zowel de natuur van de Kempen als de vele nationaliteiten daar zullen haar eerste gedichten kleuren:

“Soms is de nacht Spaans. Hij leidt zijn gitaren door het paarse landschap van de herfst. De volle maan, dat oog uit Andaloesië, komt hier op net als vroeger. Frederico Garcia Lorca, zoals de liefde toen… De nacht steekt een rode roos, van hetzelfde rood als het lied, in het donkere haar van de wind.”(vertaald uit ‘Opgrimbie en Campine’).

Haar eerste bundels gaven haar literaire erkenning. Toevallig kwam ze in 1964 in contact met een wel erg merkwaardige dichter: de emir van Sharja (één van de Golfstaten). Het werd het begin van een grote literaire vriendschap. Sheikh Saqr al Qasimi was van een ander soort dan de huidige emirs van de Golf. Hij werd afgezet door de Britten wegens te nationalistisch en trok in ballingschap naar het Egypte van Nasser (in 1966). De weerslag van hun ontmoeting werd haar bundel Sabil al Ayun, Les Désirs de Fontaine.

De Palestijnse zaak leerde ze kennen in april 1967 tijdens een internationaal schrijverscongres in Beiroet waar ook Palestijnse dichters aanwezig waren als Fadwa Tuqan en Ghassan Kanafani. Deze laatste was, net zoals Yvonne, een communist. Na de juni-oorlog, waarin Israël de rest van Palestina veroverde, trok ze naar Jeruzalem. In één van haar gedichten beschrijft ze hoe de Israëli’s de Arabische wijk voor de Klaagmuur met de grond gelijk maken om er een groot plein aan te leggen:

“De steenhouwers werken onder de takken van de olijfboom in een gedynamiteerde tuin. Steen na steen vallen de eeuwen voor de onvindbare steen van Levi (1). Onder je sjaal, onder je hoed zing je vals Jeruzalem, maar de weegschaal van de tijd kan je niet vervalsen.”

Daarna keert ze terug naar België. Daar werkt ze binnen het eerste Palestina Comité: Paix et Justice au Moyen-Orient, samen met Marcel Liebman, Luc Sommerhausen en Isabelle Blum, linkse socialisten en communisten die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet zaten en daarna het Algerijnse Bevrijdingsfront, FLN steunden in hun antikoloniale oorlog tegen de Fransen. Wanneer in Frankrijk de repressie tegen de FLN-leiding te groot werd, vluchtte die naar België en dankzij hen en de links-socialistische burgemeester van Sint-Joost-ten-Noode, Guy Cudell kunnen zij in Sint-Joost onderduiken.

Na de Algerijnse onafhankelijkheid zullen zij in Algiers in 1969 kennis maken met Jasser Arafat en bij hun terugkeer naar België als eersten de solidariteit met het Palestijns verzet organiseren. Maar er duiken ideologische verschillen op. Isabelle Blum, lid van de KP volgt de lijn van Moskou en weigert elke fundamentele kritiek op Israël. Liebman neemt een twijfelende houding aan en Luc Sommerhausen, samen met Yvonne en enkele ‘gauchisten’ stichten daarop het Nationaal Palestina Komitee. Dit is lang voor de huidige Belgisch Palestijnse Vereniging. Het steunt heel het verzet, met een voorkeur voor het Democratische Front, dat toen al een binationale staat voorstelde. Ik zelf zal er kort daarna lid van worden. Ondertussen is Yvonne naar het Midden-Oosten terug gekeerd.

In februari 1970 trekt ze naar Libanon en werkt daar als journaliste, sporadisch voor enkele Franstalige media: Jours du Liban, La Libre Belgique, maar vooral in het kader van haar lidmaatschap van het permanent bureau van de Afro-Asian writers (Caïro). Wanneer de Angelsaksische tv-stations haar als formeel lid van het Demokratisch Front interviewen, de kalashnikov in de hand, in een militair trainingskamp van dat Front wordt ze wereldnieuws. Ook de Belgische televisie neemt het interview over. Dat valt slecht bij het Belgisch establishment en van toen af nemen de Belgische media geen stukken van haar meer op.

In Amman bericht ze over het Palestijns Verzet dat tussen 1969 en september 1970 eigenlijk de reële macht uitoefende over de Palestijnen in Jordanië en op veel sympathie kon rekenen van de Jordaanse boeren. Dit doet ze als lid van het Democratisch Front. Haar bekendste foto zal dé emblematische foto van het Front worden: een betoging van de Palestijnse en Jordaanse boeren, samen met jonge fedayin, door de straten van Amman. Vooraan een oude man die zijn eigen hamer en sikkel heeft meegebracht en triomfantelijk boven het hoofd houdt. De slogan was toen: Tariq al yasaar…tariq al nasr, of de weg van links is de weg naar de overwinning. Van Hamas was toen nog geen sprake.

In 1972 leert ze Kamal Jumblat kennen, voorzitter van de Libanese Socialistische partij en spreekbuis van links Libanon. Zij wordt zijn privé-secretaresse en woont bij hem in het Mukhtara-paleis op Jebel Drus. Het geeft aanleiding tot nogal wat roddels. Op 16 maart 1977 wordt Kamal Jumblat vermoord en zijn zoon en opvolger, Walid Jumblat die helemaal niet zo links is en conservatief stuurde haar weg. Ze keerde terug naar Maasmechelen, tussen de brem, waarover ze vroeger al dichtte:

“Pourquoi se crépuscule qui flambe sur Damas vole-t-il sa splendeur au pays du genêt?” ( Waarom steelt de zonsopgang boven Damaskus zijn vlammende pracht uit het land van de brem?)

Yvonne wou begraven worden in het land van de brem, haar Maasland. En zo geschiedde.

Haar archief berust bij het vrouwencentrum Amazone (Brussel). Een meer uitgebreide biografie, met selectie uit haar gedichten vind je in mijn “Van Verre Kusten van Verlangen”, Epo 2005, pp.128-150.

(1) Levi is de naam van de priesterklasse die in de joodse tempel diende, hier symbool voor die tempel.

take down
the paywall
steun ons nu!