Stephanie Valckx (Universiteit Antwerpen) verdiepte zich voor haar masterscriptie in het onderwerp. Van alle bevraagde lagere scholen gaf de helft aan niet over een uitgeschreven pestbeleid te beschikken. Stephanie Valckx selecteerde uiteindelijk zeven Antwerpse basisscholen die wel een schriftelijk pestbeleid hebben. Zij ontdekte dat die schriftelijke weergaven maar al te vaak gebreken bevatten.
Wettelijk kader
“Een pestbeleid steunt voornamelijk op de algemene beginselen vastgelegd in het Verdrag van de Rechten van het Kind (VRK)”, legt Valckx uit. “Vlaanderen zelf heeft daarentegen geen wettelijk kader dat inspeelt op deze materie. De invulling van het pestbeleid wordt vaak overgelaten aan plaatselijke initiatieven van scholen. Literatuur toont nochtans aan dat een uitgeschreven pestbeleid tot minder pestincidenten leidt.”
“De meerderheid van de onderzochte scholen schenkt bij het definiëren van pesten voor hun beleid vooral veel aandacht aan de gevolgen voor de slachtoffers. Maar dit blijkt niet te kloppen. In realiteit wordt er vooral gefocust op de pester en het verbeteren van zijn gedrag.”
Nieuwe vormen van pesten
Uit het onderzoek van Valckx blijkt dat er zeer weinig aandacht is voor racisme, ongewenst seksueel gedrag, cyberpesten en steaming. In het VRK staat het ‘belang opbrengen voor andere beschavingen’ nochtans centraal en wordt uitdrukkelijk vermeld dat ongewenst seksueel gedrag niet getolereerd kan worden.
Desondanks besteden de onderzochte scholen geen aandacht aan deze factoren in hun pestbeleid. Ondanks de verhoogde media-aandacht voor cyberpesten, steaming en ‘hate speech’ worden ook deze vormen van pesten zeer zelden vermeld.
Straffen
De reactie op pestincidenten gebeurt in de meerderheid van de onderzochte scholen volgens eenzelfde filosofie. Er wordt namelijk zo veel mogelijk ingespeeld op de verantwoordelijkheid van de leerlingen zelf.
Het werken aan een goede sfeer in de klas – en bij uitbreiding in de hele school – staat hierbij centraal. De leerkracht vormt een tweede schakel in het reageren op pestincidenten. Pas daarna worden er zorgcoördinatoren, directeurs en ouders ingeschakeld.
Finaal wordt er een beroep gedaan op het CLB waarbij aangegeven wordt dat dit alleen in uitzonderlijke gevallen gebeurt.
“Om na te gaan of het pestbeleid voor alle leerlingen even consequent wordt toegepast, is het uitschrijven van een procedure een goed idee”, concludeert Valckx. “Door het pestbeleid uit te schrijven wordt een poging gedaan om willekeur in de bestrijding van pestgedrag tegen te gaan. Het biedt een kader waar alle betrokkenen naar kunnen refereren in acties die ze ondernemen.”
Passieve houding
Het VRK pleit ervoor om de mening van het kind centraal te stellen en kinderen mee te laten beslissen in zaken die hen aanbelangen. Nochtans verwijst geen enkele school naar gesprekken met de leerlingen bij het tot stand komen van een pestbeleid.
Het leerkrachtenteam wordt voornamelijk ingezet om het pestbeleid te modelleren. De ouders en de gemeenschap worden dus zeer weinig bij de zaak betrokken.
Er zijn verschillen in de communicatie van het beleid tussen de onderzochte scholen. Sommige scholen informeren actief de ouders en leerlingen over het beleid, maar deze zijn in de minderheid. De meerderheid heeft een passievere houding.
Een voorbeeld hiervan is dat veel scholen er maar al te vaak vanuit gaan dat ouders en leerlingen zelf de mogelijkheid hebben het pestbeleid te consulteren op de website.
Toekomst
“Bij de grote meerderheid van de onderzochte scholen is op dit moment de evaluatie van het pestbeleid onbestaande”, besluit Valckx. “De recentheid van het beleid en het niet ervaren van problemen kunnen hier als redenen worden aangehaald. De meeste scholen geven wel aan dat ze aan deze pijnpunten willen werken in de toekomst.”