De jaren ’80 recepten van Voka (kosten u allen 3 miljard euro)
ABVV, VOKA, Index -

De jaren ’80 recepten van Voka (kosten u allen 3 miljard euro)

zaterdag 7 juli 2012 11:36
Spread the love

Volgens de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka zou een indexsprong 32.000 banen opleveren. “Onderzoek van professor Joep Konings toont dat aan,” luidt het in een Voka-advertentie vandaag in De Tijd. Sponsor van dit onderzoek: hetzelfde Voka.

De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka heeft er vandaag een volle pagina in zakenkrant De Tijd voor veil om haar recepten voor een economische relance te propageren. En uiteraard moet ook de automatische loonindex naar de slachtbank:

“Een ander onvermijdelijk gegeven is de discussie over een hervorming van de automatische loonindex, “schrijft Voka. “De Nationale Bank heeft een gedegen analyse afgeleverd en  bevestigt de perverse effecten van het systeem met nadelige gevolgen voor de concurrentiekracht en de werkgelegenheid. Dat kunnen we niet blijven aanvaarden,” luidt het strijdvaardig.

Waarna Voka concludeert: “En dus zullen de sociale partners en de regering een indexhervorming moeten doorvoeren. In afwachting moeten we nu reeds het debat voeren over een indexsprong voor de komende 12 maanden. Onderzoek van professor Joep Konings toont aan dat een indexsprong van 2% tegen 2015 ongeveer 32.000 jobs kan opleveren. Waar wachten we nog op?”

De Voka Leerstoel

Tja, waar wachten we nog op? Op een beter idee misschien?

We hebben er dat onderzoek van Joep Konings namelijk eens bijgehaald. Konings is hoogleraar aan de KU Leuven en onderzoeksdirecteur bij het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving (VIVES).

En tevens titularis van de Voka Leerstoel ‘Groeikracht van de Vlaamse economie’ aldaar. Die leerstoel stelt zichzelf tot doel “onderzoek te verrichten en te rapporteren over de transformatie van de Vlaamse economie naar een innovatiegedreven economie”.

Jaren ’80 recepten

Op het eerste zicht een doelstelling die ook de vakbond genegen is. Totdat blijkt dat volgens professor Konings de transformatie van de Vlaamse economie blijkbaar moet gebeuren op basis van recepten uit de jaren tachtig. De innovatie is dus weer ver te zoeken…

Zo presenteerden professor Konings en twee medewerkers in februari 2012 een studie waaruit moest blijken dat een indexsprong 32.000 jobs zou opleveren. Voka verwijst er vandaag opnieuw naar in zijn paginagrote advertentie in De Tijd als was het een alom aanvaarde waarheid.

Daarmee was de professor overigens niet aan zijn proefstuk toe. In juni 2010 publiceerde Konings een studie op bestelling van werkgeversorganisatie VBO waarin werd verkondigd dat een agressief loonmatigingsbeleid naar Duits model 73.000 bijkomende jobs zou opleveren…

Jobs duurder dan leerstoel

Een eerste bedenking bij de studie van professor Konings is dat de beloofde jobs wel zeer duur betaald worden. Een indexsprong van 2% betekent dat de Belgische werknemers om en bij de 3 miljard euro cadeau zouden doen aan hun werkgevers.

Als daar in ruil slechts 32.000 jobs tegenover staan, betekent dit meer dan 90.000 euro per job. Dit maakt elke voorspelde job nog duurder dan een eigen leerstoel aan de KU Leuven, waarvoor Voka slechts 80.000 euro per jaar moet betalen.

Het spreekt voor zich dat voor het ABVV een indexsprong een onaanvaardbare aantasting van de koopkracht van de werknemers betekent. Het is ook storend telkens opnieuw te moeten lezen dat indexaanpassingen worden omschreven als loonsverhogingen, terwijl de index enkel dient om de werknemers te beschermen tegen de stijgende levensduurte.

Een indexsprong is ook helemaal niet eenmalig, aangezien de meeste werknemers de opgelopen loonachterstand voor de rest van hun loopbaan meedragen.

Model vs empirie

Wat ook opvalt bij zowel de Voka- als de VBO-studie van professor Konings, is dat er steeds vertrokken wordt vanuit een theoretisch model dat door de professor zelf ontworpen werd. Op basis van dit model worden dan toekomstvoorspellingen gedaan onder verschillende hypothesen.

Nooit wordt er gekeken naar de werkelijke effecten van loonmatiging in het verleden. Deze modelmatige aanpak is niet zonder gevaar. De kans is immers groot dat uit het model datgene komt wat men erin steekt.

Zo gaat professor Konings er in zijn model vanuit dat een daling van de lonen een positief effect zal hebben op de Belgische export.

Een logische veronderstelling, ware het niet dat ere-gouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse vorig jaar in Knack met de cijfers in de hand aantoonde dat er de laatste 15 jaar net een omgekeerd verband was tussen de zogenaamde loonkostenhandicap met onze drie buurlanden en de exportcijfers (Knack, 13/07/2011).

Daarom is het nuttig om niet blindelings modellen te volgen, maar ook eens een blik te werpen op welke effecten bepaalde economische keuzes in de praktijk hebben opgeleverd.

Loonmatiging: een slecht idee

Tijdens de onderhandelingen over het Interprofessioneel Akoord (IPA) 2011-2012 verschenen hierover drie interessante studies van de professoren Paul De Grauwe, Paul Van Rompuy (KULeuven) en Freddy Heylen (Ugent). Het is nuttig hun conclusies opnieuw onder de aandacht te brengen.

Zo kwam professor De Grauwe tot de conclusie dat er in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt op lange termijn geen sprake is van een systematische verslechtering van de Belgische competitiviteit.

Heylen en Van Rompuy stelden vast dat de werkgelegenheidsgroei onder het Duitse model niet zo indrukwekkend was als vaak gedacht. Ze merkten op dat het competitiviteitsdebat in termen van loonkostvermindering voeren uiteindelijk tot een oneindige negatieve spiraal leidt.

Professor Heylen verwoordde dit zo: “Concurrentiekracht via loonmatiging blijft een in de eerste plaats relatief gegeven. Hoe sterk men de lonen ook matigt, als andere landen ze parallel matigen staat men qua concurrentiekracht nog altijd nergens. (…) Vanuit ruimer perspectief is dit spel onhoudbaar. Europa heeft dringend een beleid nodig t.a.v. verantwoorde loonvorming.”

Ook internationaal worden er steeds meer vraagtekens geplaatst bij de eenzijdige focus op loonmatiging om de concurrentiekracht te verbeteren. Zo stelde het handels- en ontwikkelingsrapport 2010 van de Verenigde Naties reeds vast dat uit een vergelijking tussen Frankrijk en Duitsland in de periode 2000-2010 bleek dat:

“Lower nominal wage increases in Germany did not produce a positive effect on investment or employment. Indeed, there is evidence that wage restraint – inspired by the neoclassical model that emphasizes substitution of capital and labour – turned out to be detrimental not only from a social but also a macroeconomic perspective.”

Platgetreden paden verlaten

In veel opzichten is de Voka-leerstoelpublicatie van professor Konings dus een gemiste kans om het over de echte determinanten van onze competitiviteit te hebben.

De uitdagingen die voor ons liggen bevinden zich op twee vlakken. Enerzijds onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe producten en diensten stimuleren om de toekomstige maatschappelijke behoeften te ondervangen. Anderzijds onze jonge generatie voldoende opleiden om de jobs die vrijkomen omwille van de vergrijzing op te vullen.

We hadden dus liever gezien dat professor Konings zijn onderzoek eerder zou richten op het vinden van innovatieve antwoorden voor deze uitdagingen in plaats van op recepten die hun houdbaarheidsdatum reeds ver hebben overschreden.

Mehdi Koocheki, adviseur studiedienst Vlaams ABVV

take down
the paywall
steun ons nu!