Opinie, Nieuws, Wereld, Europa - Kathleen Van Brempt

Waarom de Spaanse redding slechts uitstel betekent

De rente op Spaanse staatsobligaties is zopas gestegen naar een recordhoogte van 7,28 procent. En dat na de bekendmaking van het noodplan van 100 miljard euro. De Europese aanpak van de crisis faalt al vier jaar lang. Het wordt tijd dat de Europese leiders dat inzien en uit de vicieuze cirkel stappen die Europa steeds verder in het moeras zuigt, schrijft europarlementslid Kathleen Van Brempt.

dinsdag 19 juni 2012 20:44
Spread the love

De rente op Spaanse staatsobligaties is zopas gestegen naar een recordhoogte van 7,28 procent. Ruim een week na het voorstel om Europa in te schakelen om de noodlijdende Spaanse banken te herkapitaliseren, bevindt het land zich opnieuw in een neerwaartse spiraal. Vorige week verklaarde minister van Financiën Steven Vanackere in De Standaard  dat hij “die verslaving aan slecht nieuws beu” was. “Europa heeft nu eens een forse beslissing genomen en u vraagt meteen of het genoeg is”. Nee, het was niet genoeg en het kwam alweer te laat, zegt Europees parlementslid Kathleen Van Brempt. De Europese aanpak van de financiële crisis faalt al vier jaar lang. Het wordt tijd dat de Europese leiders dat inzien en uit de vicieuze cirkel stappen die Europa steeds verder in het moeras zuigt.

Natuurlijk kunnen we geld blijven pompen in de banken, zoals we al sinds 2008 aan het doen zijn. En telkens zullen journalisten vragen of het deze keer wel genoeg is. Er is immers één constante in de EU-aanpak van de crisis en dat is dat de getroffen maatregelen meestal ‘too little, too late’ zijn. In het geval van de Spaanse banken mogen we best kritisch zijn. De Spaanse premier Rajoy denkt zelfs dat met de redding van ‘zijn’ banken meteen ook de euro gered is. Het lijkt er echter sterk op dat er vooral tijd gewonnen is. Men raakt immers niet aan de kern van het probleem, namelijk de wederzijdse wurggreep waarin de banken en de overheden elkaar houden. Het is de nucleaire doctrine van Mutually Assured Destruction op politiek-financieel niveau.

Het is van absoluut levensbelang voor de toekomst van de euro en van de EU dat we uit die zelfvernietigende spiraal geraken. Wat is er nu al die hele tijd aan de gang? De financiële crisis, die aanleiding was voor de bankenreddingen, is het gevolg van een op hol geslagen systeem dat via financiële spitstechnologie in feite één groot piramidespel had opgezet. Het leek wel of het geld zich op miraculeuze wijze vermenigvuldigde in een bubbel die tot in de hemel reikte, maar die enkel in de verbeelding van bankiers bestond. Wie gelooft dat deze praktijken vandaag uitgeroeid zijn, droomt. In sommige gevallen is de spitstechnologie nog ingenieuzer en bijgevolg potentieel destructiever geworden.

De economische impact van banken in de EU is erg groot, omdat ze dikwijls in de hele Unie en ver daarbuiten actief zijn. Als ze in moeilijkheden verkeren, komen ze bij de regering van hun officiële thuisland aankloppen. De impact op de begroting van het thuisland gigantisch, zoals we gemerkt hebben bij de problemen met Fortis én Dexia. Om het met een boutade te stellen: banken leven Europees, maar sterven in hun nationale achtertuin.

Het gevolg is een enorm toegenomen schuldgraad bij de EU-lidstaten die ‘hun’ banken ter hulp zijn gesneld. Ierland is hiervan wellicht het meest frappante voorbeeld. De Ierse schuldgraad steeg van 24,8 procent in 2007 tot 108,2 procent in 2011.

De toegenomen schuldgraad en de extra uitgaven aan interestbetalingen die daar het gevolg van zijn, hebben dan weer een impact op de begrotingen van de lidstaten. Elke euro die betaald wordt aan interesten, kan immers niet meer gebruikt worden voor beleid in de échte wereld: investeringen in onderwijs, innovatie, openbaar vervoer, pensioenen, gezondheidszorg… Begrotingen die zwaar onder druk staan, zorgen er voor dat het voor overheden lastiger én vooral duurder wordt om geld te lenen op de financiële markten. Het zijn bovendien dezelfde banken die schuldpapier van de ‘eigen’ overheid inslaan.

Dat is niet zo in de verhouding tussen overheden en banken. Die hangen nu als een Siamese tweeling aan elkaar. De banken zijn afhankelijk van de overheden voor ondersteuning, wat de financiële positie van die overheden verslechtert. Dat maakt banken nog kwetsbaarder omdat ze overheidsobligaties in hun portefeuille hebben. Daardoor hebben ze nog meer steun nodig… De vicieuze cirkel maalt op die manier vernietigend verder.

Besparen, besparen, besparen…

De enige reactie die de EU tot op de dag van vandaag kon verzinnen, is de lidstaten aan te manen om te besparen. Want, zo luidt de redenering, op die manier breng je je overheidsfinanciën terug op orde. Maar besparen giet enkel olie op de machinerie van de vernietigende maalstroom: de recessie wordt telkens dieper en de effecten van structurele hervormingen van de EU zijn slechts op middellange termijn merkbaar. Als ze al merkbaar zijn. De keuze om enkel met besparingen de crisis te lijf te gaan, is een louter politieke keuze.

Het is niet zo dat er geen andere oplossingen zijn. Het politieke sentiment in enkele ‘sterkere’ lidstaten is dat wie zich verbrandt maar op de blaren moet zitten. De ‘markten’ reageren echte niet bijster positief op die houding. Het gebrek aan interne Europese solidariteit zorgt immers voor nog meer onzekerheid over landen in moeilijkheden. En zo maalt de mallemolen verder. Landen die je niet helpt, zinken nog dieper in het moeras, zodat Europa zich alsnog verplicht zag een reddingsfonds op te richten. Maar ook dat kon de markten niet sussen. Dat blijkt ondermeer uit de blijvende steunaanvragen en de nog steeds erg hoge interestvoeten die sommige landen moeten betalen op hun 10-jarige overheidsobligaties. De 7,28 procent die Spanje nu moet ophoesten is het trieste hoogtepunt.

Operatie Bankia

Toen onlangs Spanje opnieuw overwoog om Europese hulp aan te vragen om hun banken te herkapitaliseren, was de kernvraag meteen: Zal 100 miljard euro voldoende zijn? Uiteraard niet, omdat de operatie een loutere vestzak-broekzakoperatie is. Landen als Duitsland en Nederland willen immers niet dat er ‘cadeautjes’ uitgedeeld worden aan de ‘slechte leerlingen’. Daarom wordt het Europese geld aan de Spaanse staat geleend. Elke Europese euro die Spanje ontvangt, is een euro die bij de Spaanse staatsschuld wordt geteld. Deze operatie zou de Spaanse overheidsschuld  met zo’n 18 procent doen toenemen van 559 miljard euro naar 659 miljard euro. En hoe denken de Europese leiders dat de financiële markten daarop zullen reageren? De dag na de ‘redding’ van Spanje merkten we het al, en stond de rente op Spaanse 10-jarenobligaties alweer boven de 6,3 procent, duidelijk in de gevarenzone. Vandaag is de rente daar met ongeveer 1 procent boven gefietst.

Daarenboven heeft deze redding een impact op de staatsschuld van de Europese lidstaten die bijdragen aan het tijdelijke noodfonds. België bijvoorbeeld moet 4 procent bijdragen. Dat geld moet ons land gaan lenen, waardoor de Belgische staatsschuld zal stijgen. De rentelasten die ons land daarop moet betalen, zijn overheidsuitgaven die uiteraard een impact hebben op het overheidstekort. Als er bijvoorbeeld 25 miljard euro uit het EFSF gebruikt wordt om Spanje te helpen, dan stijgt de Belgische staatsschuld met 1 miljard euro. Ons land zal dan, zo eist de EU, nog meer moeten besparen…

Wat is er dan wel nodig?

De Europese aanpak werkt niet, of liever, werkt averechts. Wat moet er dan wel gebeuren? Een Europese crisisstrategie zal pas duurzaam zijn als zowel de bankensector als de financieringsmodaliteiten van de overheden worden aangepakt.

Om met het laatste te beginnen: er is maar één manier om een impact te hebben op de onhoudbare financieringskost van sommige landen en dat is het gezamenlijk garanderen en in beheer stellen van (een deel van) de overheidsschuld. De concept van een gezamenlijk schulddelvingsfonds zoals geopperd door de Duitse Raad der Wijzen wordt hiertoe het vaakst naar voor geschoven. Niet omdat het het beste idee zou zijn, maar omdat het politiek het meest haalbare – of het minst onhaalbare – lijkt.
Daarnaast moet ook het perspectief worden geboden dat landen hun schulden effectief kunnen terugbetalen. Met de structurele hervormingen die de Europese Commissie naar voor schuift, zal dat niet lukken. Er moet absoluut geïnvesteerd worden in de duurzame ontwikkeling van de lidstaten. Ook de budgettaire regels zouden hier best rekening mee houden door toekomstgerichte investeringen (die niet zouden mogen meetellen voor het berekenen van overheidstekorten) af te splitsen van van uitgaven (die wel moeten meetellen in de deficietberekeningen).

Wat de aanpak van de bankensector betreft, is een echte Europese aanpak de enige oplossing. Als er herkapitalisatie van grote banken nodig is, moet dit rechtstreeks gebeuren, op een manier die geen impact heeft op de schuldgraad van de lidstaat. Daarnaast moet er een Europese waarborg voor spaartegoeden komen zodat burgers gerust kunnen zijn dat hun spaarcenten veilig zijn. Het alternatief is dat burgers hun vertrouwen verliezen en massaal hun geld van de bank halen, zoals dat in Griekenland al is gebeurd. Het gevolg daarvan is immers dat de balans van de banken verslechtert, waardoor ze opnieuw steun moeten zoeken bij de overheid en we weer in de vicieuze cirkel terecht zijn gekomen.  Een Europese spaargarantie kan dit voorkomen.

Verder is er ook een sterk Europees toezicht nodig, met een Europese regulator die de kracht en de macht heeft om op te treden en verplichtingen op te leggen aan banken die in moeilijkheden dreigen te komen. Het voorbeeld van Bankia (maar ook van Dexia) maakt duidelijk waarom deze sterke instantie Europees moet zijn.

Er moet ten slotte ook een fonds opgericht worden dat de kosten kan dragen voor het opdoeken van falende banken. Dit fonds moet gezamenlijk, door de banken zelf gefinancierd worden.

We moeten eindelijk uit de spiraal stappen die het Europese project op de knieën dwingt, door het Europese project zelf weer centraal te stellen en te versterken. De navelstaarderij van enkele lidstaten, Duitsland op kop, is een tikkende tijdbom die ooit zal ontploffen.

Kathleen Van Brempt (SP.A) is Europees parlementslid.

take down
the paywall
steun ons nu!