Vervuilde lucht kun je niet ademen
Ontwikkeling, Duurzaam, Derde Wereld, Rio, Trouw -

Vervuilde lucht kun je niet ademen

zondag 17 juni 2012 19:56
Spread the love

Duurzame ontwikkeling wordt meer dan eens eenzijdig uitgelegd als een hobby van milieufreaks die de kamsalamander boven de mens stellen. Deze versmalling van de definitie leidt tot misverstanden en bovenal tot misstanden. De definitie van duurzame ontwikkeling is een evenredige ontwikkeling van People, Planet & Profit, hier en nu, daar en later, zoals John Elkington dat beschreef.

Laat opkomende economieën maar kolencentrales bouwen, zodat ze hard groeien. Wanneer eenmaal een bepaald welvaartspeil is bereikt, dan vervangen ze vanzelf die kolen wel door duurzame hernieuwbare bronnen, redeneert bijvoorbeeld Marco Visscher op 17 juni 2012 in de Nederlandse krant Trouw: Duurzaamheid kun je niet eten, want ‘Erst kommt das Fressen, dann die Moral’. Een gevaarlijk en dom betoog. Hij pleit voor het redden van de arme Afrikaan in plaats van de ijsbeer. In zijn betoog, dat sympathiek opkomt voor de armen van de wereld, slaat hij de plank volledig mis.

Vooral omdat die kolencentrales gebouwd worden in derde wereldlanden waar tot op heden met name de mensen die in de omgeving wonen en die er werken, hartstikke ziek worden en alle lasten dragen.
Degenen die de centrales bouwen en er financieel van profiteren, die wonen in grote villa’s in compounds, ver daar vandaan. Vervuilende technieken houden de grote verschillen tussen mensen (straatarm versus schandalig rijk) juist in stand en vergroten het klassenverschil door ook op gezondheid harde scheidslijnen aan te brengen.

Daarnaast gaan er grote sommen geld bij wijze van investering in de zwarte installaties. Die zullen niet vervangen worden, eer de investeerder zijn poet terug heeft verdiend. Dit is ook een van de obstakels in de rijke landen, wanneer het de opwek van duurzame hernieuwbare energie betreft.

Kolencentrales hebben water nodig, veel water. Met name in droge landen leidt dit tot nog meer tekort voor landbouw en voedselvoorziening. Een voorbeeld hiervan speelt in Mpumalanga, Zuid-Afrika.

Uit China komen berichten van extreme watervervuiling, slechts twee van de zeven voornaamste watersystemen geven nog schoon water. Een van die twee is de Yangtze rivier, waarin de Xiaonanhai-dam gebouwd gaat worden, 700 kilometer stroomafwaarts van de Drieklovendam, die een bedreiging voor de vispopulatie vormt, maar ook gebieden in de buurlanden Thailand en Burma van water berooft, zodat de mensen die daar wonen niet meer in staat zijn om zelf in hun voedsel te voorzien.

De Xiaonanhai-dam in China, waar Visscher cynisch voor pleit omdat deze hernieuwbare energie opwekt, schaadt niet enkel het ecosysteem, maar overstroomt ruim 4.600 ha landbouwgrond en 400.000 mensen moeten verkassen. Dit zullen niet de Chinezen met de hoogste inkomens zijn.
Volgens critici, waaronder Fan Xiao, is het project economisch weinig relevant en levert het enkel tijdelijk banen op. De kosten van iedere kilowatt capaciteit zijn, mede door de bijkomende factoren, driemaal die van de Drieklovendam.

We hebben kunnen leren van de Brazilianen die waterkracht op grote schaal gebruiken en daarmee het hele watersysteem van Zuid-Amerika om de zeep helpen. Degenen die profiteren van de ‘duurzame energie’ dat zijn niet de arme keuterboertjes, maar de grote multinationals en hun aandeelhouders. Idem geldt voor de voedselproductie in datzelfde land, dat een economisch wonder heet te zijn. De vraag is hoe die uitkomst zou luiden indien niet het bruto nationaal product werd gemeten, maar de capability approach van econoom en filosoof Amartya Sen toegepast zou worden. Een stijgend BNP zegt namelijk niets over de wijze van inkomensverdeling.

Schoon water en zuivere lucht zijn primaire levensbehoeften. Door schade aan te brengen aan de ecosystemen die daarin voorzien, wordt de arme mens armer, zieker en vergroten de verschillen. Een van de tekenen is de voorspelling dat er 50 miljoen ecologische vluchtelingen zullen zijn binnen acht jaar.

Juist vanwege de mens (ALLE mensen) is het van belang om goede afwegingen te maken bij een ontwikkeling. De systemen die de aarde in stand houden en de sociaal maatschappelijke systemen grijpen in elkaar. Mens en natuur zijn geen gescheiden grootheden, waarbij de mens dominant is. De mens is afhankelijk van het ecosysteem om te overleven.

Vandaar dat we beter moeten kijken naar manieren waarop allen winnen en juist die landen die zich ontwikkelen moeten stimuleren om niet dezelfde fouten te maken die het rijke westen maakte ten tijde van de Industriële Revolutie. Onze olieverslaving is niet iets om trots op te zijn en al helemaal geen exportproduct.

Door per plaats en per gemeenschap te zoeken naar fundamentele oplossingen voor vraagstukken, kunnen we echte vooruitgang creëren. Bij die oplossingen moeten we ons steeds afvragen of ze goed zijn voor de sociaal-culturele verhoudingen, voor de ecologie en de economie. Die zijn er namelijk, je moet er alleen misschien wat langer voor zoeken én, alle belanghebbenden erbij betrekken.

Daartoe ontwikkelde Larry Susskind de Mutual Gains Approach. En daarover schreven Frank van Empel en Martin Bakker een lijvig proefschrift getiteld Allemaal Winnen. Zij pleiten ervoor om het, inmiddels sleets geworden, begrip duurzame ontwikkeling te vervangen door ecolutie. Hetgeen ze definiëren als het bijstere spoor naar een wereld waarin wij willen leven, een wereld met enkel winnaars, waar alle drie de kapitalen (People, Planet & Profit) zich evenredig ontwikkelen.
Ze bieden ook een praktisch toepasbare methode om daadwerkelijk te komen tot gezonde groei, voor mens en planeet, en betere welvaartsverdeling. Dat begint met anders kijken, anders denken en anders doen.
Kortom: Kennis en vaardigheden waar mens en natuur baat bij hebben delen in plaats van vervuiling exporteren en de zakken van multinationals spekken onder het mom van voedsel verstrekking.
Wellicht dat iets van dergelijk gedachtegoed tot in Rio kan doordringen, waar naar verluidt vooral wordt gebekvecht.

take down
the paywall
steun ons nu!