Opinie, Nieuws, Afrika, Politiek, VS, Neoliberalisme, Filosofie, Africom, Afrika-strategie, Monadologie van Leibniz, Deling van Afrika -

De nieuwe Afrika-strategie van de VS

De Amerikaanse regering heeft haar nieuwe strategie voor Afrika wereldkundig gemaakt. De nieuwe strategie staat vooral in het teken van kapitaalaccumulatie. Het is een inhaalbeweging tegenover opkomende economieën zoals Brazilië, China, India en Maleisië die de laatste jaren goede zaken doen in het Afrikaanse steakhouse.

vrijdag 15 juni 2012 17:40
Spread the love

“Afrika is nog belangrijker dan ooit”. Aan deze uitspraak afkomstig van onze democratische wereldheld uit het Witte Huis kleeft de aloude geur van leven en sterven in Afrika voor het wereldkapitalisme. Spreekt Barack Obama niet in de overtreffende trap?

De nieuwe Afrikaanse strategie van het Witte Huis moet in het licht geplaatst worden van het schijnbaar oneindige verhaal van de onderdrukking en uitbuiting van het Afrikaanse continent. Een kort overzicht van verdelingen en herverdelingen is hier op zijn plaats.

Oneindige deelbaarheid

Eerst was er de belangrijke periode van de slavernij van miljoenen Afrikanen (en ja, de Arabieren deden er ook aan mee). Honderdduizenden families werden erdoor uit elkaar gescheurd. Met de Conferentie van Berlijn in 1884/1885 werd het Afrikaanse continent opgedeeld in westerse kolonies met bijbehorende binariteit tussen ‘primitief’ en de ‘evolués’.

Lenin had het bij het verkeerde einde toen hij het imperialisme opvatte als het hoogste stadium van de kapitalistische wereldeconomie.

Hij had wel gelijk toen hij zijn paradigmatische studie inleidde met de karakterisering van de Eerste Wereldoorlog als een “veroveringsoorlog, een roof- en plunderlingsoorlog met als doelstelling de verdeling van de wereld, de verdeling en herverdeling van de koloniën, van de ‘invloedssferen’ van het financierskapitaal enz.”

De dekolonisatie ging vervolgens hand in hand met de Koude Oorlog en nieuwe opdelingen in Afrika. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw deed ook het neoliberalisme haar intrede en veroorzaakten de eerste structurele aanpassingsprogramma’s (SAP’s) van het IMF en de Wereldbank nieuwe breuken.

De val van de Berlijnse Muur bracht de verspreiding van het neoliberalisme in Afrika in een hoger stadium van herverdelingen. Men laat wel eens uitschijnen dat Afrika een differentia specifica is en blijft en dat de nieuwe van fase van globalisering van het kapitalisme in een grote boog om Afrika is heen gegaan.

Maar zoals de Belgisch-Congolese artiest Baloji in ‘Siku Ya Baadaye‘, zijn versie van de ‘Indépendance cha-cha‘ rapt, heeft Afrika min of meer dezelfde ontwikkeling doorlopen als het Westen. Dat moet niet kwalitatief of kwantitatief opgevat worden.

Het hedendaagse Afrika is geenszins modern (wat deze term ook mag betekenen). Het gaat er enkel om dat Afrika ondanks de blijvende problematiek van onderontwikkeling en armoede niet verstoken is gebleven van allerhande culturele kruisbestuivingen en nieuwste ontwikkelingen op technologisch vlak. Er zijn duizenden voorbeelden om dat te illustreren.

Het beste voorbeeld is dat men in het Westen wel nog eens durft te geloven dat ze in het arme Afrika allemaal nog in hutten wonen, geen internet kennen en geen gsm’s hebben. Terwijl in pakweg het straatarme Benin in de hoofdstad levensgrote reclameborden hangen om de laatste voorraad van Blackberry’s de deur uit te krijgen en je er nieuwe SUV’s kan kopen.

De Franse politieke wetenschapper Jean-François Bayart grijpt er geenszins naast als hij stelt dat de Afrikanen zelf ook het subject zijn van de globalisering. De nieuwste mode in Benin zijn bijvoorbeeld Chinese motieven in de hemdsboorden van  alombekende Afrikaanse klederdracht. De immens populaire Hausa-muziek en -film in het noorden van Nigeria vormen een eigen interpretatie van Bollywood, de West-Afrikaanse hiphop kan zich meten met Amerikaanse hiphop, enzovoort.

Desalniettemin blijven de Afrikaanse landen het object van westerse economieën en de filantropie van NGO’s. De neoliberale globalisering van het kapitalisme kon het onmogelijk zonder Afrika stellen. Het kapitalisme werkt enkel volgens de logica van een centrum en van een periferie, van protectionisme aan de ene kant en opgelegd markfundamentalisme in Afrika in het voordeel van westerse economieën aan de andere kant. 

De westerse filantropie bracht daarbij een lucratieve ontwikkingsindustrie tot leven. In de woorden van de Amerikaanse antropoloog Charles Piot hebben de talloze westerse NGO’s op een slangachtige wijze de macht gegrepen op het Afrikaanse platteland en “bepalen zij wie ze gaan ondersteunen en wie niet, waardoor ze aldus een lijn trekken tussen leven en dood”.

De ervaring leert dat dit nogal veel jaloezie opwekt in naburige dorpen die verstoken blijven van ontwikkelingshulp. Aldus worden mensen tegen elkaar opgezet. Het gaat hier wederom om nieuwe verdelingen op lokaal niveau. Op nationaal niveau leidde de machtsgreep van de instellingen van Bretton Woods met in hun kielzog de NGO’s tot de onthoofding van de Afrikaanse soevereiniteit. 

De decentraliseringspolitiek van het Westen bracht in bepaalde landen de hel van de autocthonie of ‘het behoren tot’ met zich mee. Deze duwt mensen in de benepen politieke beweegruimtes waar oude tegenstellingen in een hedendaags jasje worden gestoken. Een blik achter de schermen van verkiezingen reveleert zelfs in de rustige en vredevolle landen een reeks van contestaties, conflicten en geweld.

De logica van ‘de zonen van de streek’, het virus van het regionalisme komt dan centraal te staan en oude koloniale verdelingsmonsters worden opnieuw tot leven gewekt. Her en der leidt dit soms tot bijzonder bloederige gevolgen. 

Tegenwoordig manifesteert zich ook overal het verdelingsfenomeen van land grabbing waar de Wereldbank blijkbaar een verpletterende verantwoordelijkheid in draagt. Volgens de Engelse politieke wetenschapper Graham Harrison is de neoliberalisering in Afrika, met zijn hier opgesomde dimensies, niets anders dan de meest recente versie in de lange traditie van het imperialisme.

Kapitalistische monaden

Het wordt hoogtijd om ook de echte mooie en positieve kanten van de Afrikaanse landen in al hun complexiteit toe te lichten. Maar als men over de rol van het Westen en het wereldkapitalisme in Afrika wil hebben, dringt zich hier een analogie op met de monadologie van Leibniz (nvdr: bij Leibniz worden monaden gezien als een geestelijke en lichamelijke werkelijkheid). Het is een gerechtvaardige veralgemening.

Het Afrikaanse continent laat zich immers kenmerken door een hemeltergende oneindige deelbaarheid, mits er één ondeelbare en onafhankelijke en fundamentele entiteit aan te grondslag ligt: de onaantastbare metafysica van de kapitalistische monade. Maar Leibniz had het geenszins over één substantieel principe, maar over een opeenhoping van monaden. Laat al deze monaden nu de opkomende economische machten in de wereld zijn die zich verdringen rond Afrikaanse grondstoffen en de nieuwe Amerikaanse strategie voor Afrika bevat geen geheimen meer.

Afrika is belangrijker dan ooit geworden omdat de laatste jaren verschillende Afrikaanse economieën stevig aan het groeien zijn, waardoor ze een grote aantrekkingskracht uitoefenen op buitenlandse bedrijven uit nieuwe opkomende economische machten zoals Maleisië, India, Brazilië, Rusland en China. Er kan zowel in positieve als negatieve zin heel wat gezegd worden over de rol van deze nieuwe opkomende economische machten in Afrika. Maar het Westen moet in zijn eigen spiegel leren kijken.

Dat doet het natuurlijk niet, want de Chinese monade vormt voor de Verenigde Staten de grootste doorn in het oog. De nieuwe Amerikaanse strategie, die zich centreert rond vier factoren, die van vrede en veiligheid, democratisering, investeringen in de Afrikaanse groei-economieën en ontwikkelingshulp, kan enkel in het licht van de ‘Chinese dreiging’ en een nieuwe ronde in de exploitatie van Afrikaanse grondstoffen geplaatst worden.

De nieuwe wedloop om Afrika

Wat in het verleden doorging voor de Europese ‘beschavingsmissie’ werd vervangen door ‘ontwikkeling’, die op haar beurt werd opgevolgd door ‘goed beheer’, ‘veiligheid’ en wat nu gekoppeld wordt aan ‘investeringen’ ; het zijn allemaal synoniemen voor kapitaalaccumulatie.

Alleen de Afrikaanse grondstoffen zijn nog belangrijker dan ooit geworden. Het Westen blijft dan wel prat gaan op democratisering in Afrika, waar men in Afrika zeker geen bezwaren tegen heeft, maar een westers democratisch gesprek tussen vrienden heeft nog nooit een concept van verlossing in Afrika gebracht.

Hetzelfde geldt ook voor de kwestie van veiligheid en vrede. Zoals Olivia U. Rutazibwa duidelijk maakt, wordt de expliciete war on terror van Bush door Obama omgezet in een logica van transnationale uitdagingen. Desalniettemin draait het militaire apparaat van de Verenigde Staten weer op volle toeren in Afrika.

In de toelichting van de nieuwe strategie voor Afrika staat heel duidelijk te lezen dat de gewelduitspattingen op het Afrikaanse continent (Kony, Al Shabaab, Boko Haram) ‘transnationale criminele bedreigingen’ vormen voor de wereld en in het bijzonder voor de Verenigde Staten, voor de economische belangen van het Westen in Afrika dus.

Er gaat van de Amerikaanse strategie geen enkel welwillend gebaar uit om ‘Afrika over te laten aan de Afrikanen’ zoals Obama dat tijdens zijn toespraak in de Ghanese hoofdstad Accra in 2009 nog onder woorden bracht en opnieuw herhaalt.

Natuurlijk zullen de Afrikaanse economieën blijven groeien en dat zal voor de Afrikaanse heersende klassen en in mindere mate voor de middenklassen wel wat voordelen opleveren, maar de visie dat de neoliberalisering van de Afrikaanse economieën hand in hand gaat met sociale vooruitgang is pure fictie.

Zolang de Afrikaanse volkeren niet volgens hun eigen voorwaarden aan ontwikkeling kunnen doen, blijft het Afrikaanse continent het teerbeminde object van van buitenaf opgelegde verdelingen, uitbuiting, filantropie en democratische fabels.

De nieuwe Amerikaanse strategie voor Afrika kan alleen maar gezien worden als het duivelse teken voor een nieuwe monadologische wedloop om Afrika die de komende jaren ongeziene versnellingen zal nemen.

David Van Peteghem

David Van Peteghem is filosoof van opleiding en volgt de sociaal-politieke gebeurtenissen in Nigeria, Benin en Togo op de voet vanuit België of vanuit zijn vaste standplaats in Cotonou (Benin).

Bronnen

Graham Harrison, Neoliberal Africa, Zed Books, 2010

Charles Piot, Nostalgia for the Future: West-Africa after the cold war, University of Chicago Press, 2010

James Ferguson, Global Shadows: Africa in the neoliberal world order, Duke University Press, 2006

Peter Geschiere & Stephen Jackson, Autochthony and the Crisis of Citizenship: Democratization, Decentralization, and the Politics of Belonging, African Studies Review, Vol. 49, No. 2 (Sep., 2006), pp. 1-7

W.I. Lenin, Het imperialisme als hoogste stadium, Pegasus

Jeune Afrique, Etats-Unis: Obama dévoile sa stratégie pour l’Afrique,
http://www.jeuneafrique.com/actu/20120614T170004Z20120614T170002Z/etats-unis-obama-devoile-sa-strategie-pour-l-afrique.html

Jean-François Bayart, Global subjects : a political critique of globalisation, Polity Press, 2007

Baloji, Le Jour d’Après / Siku Ya Baadaye (Indépendance cha-cha), http://www.youtube.com/watch?v=C4vc25TcIe0

White House, U.S Strategy toward Sub-Sarahan Africa, http://www.whitehouse.gov/sites/default/files/docs/africa_strategy_2.pdf

Olivia U. Rutazibwa, Amerika terug van nooit weggeweest in Afrika, http://www.mo.be/artikel/amerika-terug-van-nooit-weggeweest-afrika

take down
the paywall
steun ons nu!