Debat over taalproef voor kleuters is noodzakelijk

Debat over taalproef voor kleuters is noodzakelijk

donderdag 14 juni 2012 11:21
Spread the love

Vorig jaar werd in het Vlaams Parlement een debat aangekondigd over de taalproef voor kleuters. De taalproef is een onderdeel van de toelatingsvoorwaarde tot het lager onderwijs, die vanaf het schooljaar 2010-2011 in voege is. Uit verkennend onderzoek bleek dat het debat daarover onafwendbaar is. De taalproef dreigt kwetsbare en anderstalige kinderen immers in een nog zwakkere positie te brengen.

De toelatingsvoorwaarde tot het lager onderwijs, met de taalproef als sluitstuk van kleuterparticipatie, deed reeds heel wat stof opwaaien. Twee jaar geleden installeerde minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) deze maatregel om de deelname van maatschappelijk kwetsbare kinderen aan het kleuteronderwijs te maximaliseren. De toelatingsvoorwaarde komt er op neer dat kinderen die geen 220 halve dagen aanwezig waren in de derde kleuterklas, in principe de derde kleuterklas moeten overzitten. In die regel bouwde men de taalproef in als ontsnappingsroute. Kinderen die Nederlandstalig opgevoed zijn, maar toch onvoldoende aanwezig waren in de kleuterklas, kunnen zo door te slagen op een taalproef toch ontsnappen aan deze ‘straf’.

Over die toelatingsvoorwaarde werd bijna exact één jaar geleden in het Vlaams Parlement een hoorzitting gehouden. Tijdens deze hoorzitting stelden academici en mensen uit het veld de taalproef aan de kaak. Zo zou de taalproef volgens sommigen bestraffend en zelfs onethisch zijn. De minister besloot dat de taalproef voorlopig behouden zal blijven, maar dat het debat volgend jaar hervat zal worden. Nu dus. Hoewel minister Smet dit jaar reeds enkele keren aangaf dat het profiel en het welbevinden van de betrokken kinderen onderzocht zal worden, blijft het ondertussen wachten op een grondig debat ter zake. Smet bepleitte aldus om het huidig gevoerde beleid voort te zetten, doch het ook verder op te volgen. Die opvolging gebeurt middels een onderzoek naar de indicatoren die de leerprestaties, leerwinst en welbevinden van leerlingen in het basisonderwijs zouden beïnvloeden. Afgezien van dit onderzoek wordt het debat ter zake niet gevoerd.

Anderstalige nieuwkomers

Uit het verkennend onderzoek dat ik deed bleek nochtans dat het debat daarover noodzakelijk is. Het verkennend onderzoek is bedoeld als katalysator om deze thematiek verder te onderzoeken. Het onderzoek is gebaseerd op literatuuronderzoek en individuele interviews met academici, CLB-medewerkers, betrokken middenveldorganisaties, de voorzitter van het LOP-basisonderwijs Gent en een vijftal schooldirecties. Uit die gesprekken bleek dat de toelatingsvoorwaarde, die bedoeld was om kwetsbare kinderen weerbaarder te maken, de facto het tegenovergestelde dreigt te bewerkstelligen. Kleuterparticipatie mag dan wel onderwijskansen bestendigen, toch dreigt de taalproef zoals deze nu bestaat kwetsbare kinderen bijkomend te benadelen. In de praktijk blijkt immers dat de taalproef niet alleen dient als ontsnappingsroute voor Nederlandsvaardige kinderen, maar dat deze ook vaak gebruikt wordt voor anderstalige nieuwkomers. Anderstalige kinderen die pakweg in april instromen, worden onvermijdelijk geconfronteerd met de test en maken tegelijk geen schijn van kans op slagen.

Hoewel de meeste scholen beamen dat de regelgeving in sommige gevallen een welkome stok achter de deur is, menen de geïnterviewde directies dat de taaltest onrechtvaardig is voor anderstalige nieuwkomers. Vier van de vijf scholen geven expliciet aan dat de regel hun voorheen opgestarte initiatieven, zoals de schakelklassen, buiten spel zet. Verder vinden directies de huidige regeling te bestraffend vanwege haar onduidelijkheid, haar niet-onthaalvriendelijk karakter en omdat de taalproef slechts een momentopname schetst van de ontwikkeling van kinderen. Hoewel het kabinet van onderwijs deze beperkte invalshoek verdedigt, is die partiële momentopname erg ongunstig voor anderstalige nieuwkomers.

Averechts effect

Hun profiel wordt immers onvoldoende in rekening gebracht. Bepaalde nieuwkomers die onvoldoende Nederlands spreken, kunnen namelijk perfect schoolrijp zijn. Deze kinderen zouden een betere ondersteuning krijgen in de zorgtrajecten die veel scholen speciaal voor die groep uittekenden. Kleuterklassen die veelal overvol zitten – waarvan opnieuw de meest kwetsbaren het slachtoffer zijn – bieden hen immers minder ontwikkelingsstimulansen dan bepaalde schakeltrajecten. Volgens schooldirecties zouden deze zorginitiatieven door de huidige maatregel gedwarsboomd worden, waardoor hun expertise op dat vlak boudweg in de wind geslagen wordt.

Deze test, die de Nederlandse taal als enige maatstaf neemt om de ontwikkeling aan af te lezen (welke andere partij zit ook alweer in die Vlaamse Regering?), die slechts een momentopname biedt, die valide noch betrouwbaar is en die ouders en kinderen bestraft voor onvrijwillig gekozen drempels, confronteert kwetsbare gezinnen met de controlerende en sanctionerende aspecten van de school. Laat ons deze maatregel die kinderen dreigt te kwetsen en die door scholen ongunstig bevonden wordt, diepgaand herbekijken. Het is daarbij noodzakelijk dat men dit debat ten gronde voert. Als men de kleuterklas ten gunste van het kind wil verplichten, moet men dat op een eenduidige en heldere manier doen, die zowel de positie van scholen, kinderen en ouders versterkt. Een consequent beleid dat positieve acties op poten zet, biedt daartoe meer perspectief dan de huidige defensieve houding. Kortom, een uitbreiding van de leerplicht vraagt om een uitbreiding van het leerrecht. Gelijke onderwijskansen eindigen niet bij een verplichting ten aanzien van ouders. Het vergt ook dat de kant van het onderwijs in vraag gesteld wordt. Een grondig debat over dit thema is daarbij een onvermijdelijke eerste stap.

take down
the paywall
steun ons nu!