Noorderlicht

Noorderlicht

zondag 10 juni 2012 17:50
Spread the love

Vorige week gaf ik een lezing aan de Canadese Wilfrid Laurier Universiteit op het  Congres van de Humanities & Social Sciences 2012. Velen onder het publiek hadden een klein rood vilten vierkantje op hun kleding gespeld. Het ‘Carré rouge’ of rood vierkant is het symbool geworden van de Canadese revolte. Het komt van het Franse “carrément dans le rouge” of “vierkant in het rood” waarbij verwezen wordt naar hen die door de [staats]schuld verpletterd worden.

De straten van Montreal lopen ’s nachts vol met zo’n 100.000 betogers die op potten en pannen slaan en eisen dat de oude machtsystemen vervangen worden. De massale studentenbetoging in Québec, het langste en grootste studentenprotest in Canada, begon met de aankondiging van de verhoging van het collegegeld en veranderde in wat in de VS snel moet leiden tot een brede populaire opstand. De schuld van de Canadese universiteitsstudenten, zelfs met de voorgestelde verhoging van 81% over verschillende jaren, is niets in vergelijking met de torenhoge collegegelden en de 1000 miljard $ schulden van de Amerikaanse collegestudenten.
De Canadese studenten kregen ruime bijval omdat ze hun protesten linkten aan de eis van Québec voor meer geld voor gezondheidzorg, het ontslag van de bedienden van de overheidssector, de sluiting van fabrieken, de gezamelijke uitbating van natuurlijke rijkdommen, nieuwe beperkingen bij het organiseren van vakbonden, en een aangekondigde verhoging van de pensioenleeftijd. De menigte, die nu al 110 dagen betoogt in Montreal zingt: “On ne lâche pas”. “We geven niet op”. 

De regering van Québec, die net als de Amerikaanse veiligheids- en bewakingsstaat, doof is voor de dringende vraag naar rechtvaardigheid en bang van de wijd verspreide onrust, heeft geprobeerd om de rebellie te kop in te drukken. Er werden honderden betogers aangehouden. De regering heeft Wet 78  gestemd die betogingen in en nabij colleges of universiteiten onwettelijk maakt en die spontane betogingen in de provincie verbiedt. Het dwingt zij die willen betogen om toelating te vragen aan de politie en het legt boetes op tot 125.000$ voor organisaties die deze nieuwe regels naast zich neerleggen. Dit, samen met de internationale Occupy-beweging, is uitgegroeid tot een test tussen de wil van de ontevreden burgers en de bedrijfsstaat. De strijd in Québec is onze strijd. Hun vijand is onze vijand. En hun overwinning is onze overwinning.

Dit aanhoudend verzet is veel efficiënter dan een May Day [Een Mei] staking. Als de Canadezen kunnen blijven de universiteitslokalen boycotten, blijven de mensen op straat krijgen en de hoofdrichting achter de beweging kunnen volhouden, dan zal de regering verzwakken en geïsoleerd raken. Het is de moeite waard om dit te proberen in de VS. Afgestudeerde studenten in Canada, de VS, Spanje, Griekenland, Ierland en Egypte, kunnen geen werk vinden dat in overeenstemming is met hun opleiding. Ze zijn kreupel door de staatsschuld. Solidariteit betekent hen vervoegen die vechten tegen het globale bedrijfskapitalisme. Het is dezelfde strijd. Een klap buiten onze grenzen maakt de bedrijfsvijand thuis zwakker. En een eigen boycot zou de boycot aan de andere kant van de grens versterken.

Het gekletter van burgers die op potten en pannen slaan weergalmt ’s nachtrs in de staden van Québec. De betogers maken deel uit van wat spottend genoemd wordt het leger van de “cacerolazo” of de casserolles. Ik hoorde hetzelfde pottengekletter toen ik verslag uitbracht van de protesten tegen Manuel Noriega in Panama en van het straatprotest tegen Augusto Pinochet in Chili. Eerste Minister van Québec,  Jean Charest, die ondanks de Wet 78 niet in staat was om de straatbetogingen tegen te houden, is het recentste slachtoffer. Ik hoop dat het volgende Barack Obama of Mitt Romney is; zij en Charest zijn marionetten die gemanipuleerd worden door de macht van bedrijven.

Het belang van de Occupy-beweging, en de reden waarom ik veronderstel dat de kampen zo brutaal ontmanteld werden door Obama’s administratie, is dat de bedrijfsstaat begrepen heeft wat hun potentieel is en vreest dat het een volksopstand kan veroorzaken. Ik denk niet dat de staat gewonnen heeft. Al de onrechtvaardigheden en grieven die mensen naar de Occupy-kampen leidde en op straat deed komen, werden door de staat genegeerd en worden nog erger. En we zullen uitbarstingen van onvrede zien in de komende weken en maanden.

Indien deze massale betogingen mislukken, dan zal de oppositie een angstaanjagende bocht nemen. Hoe langer we politieke “verlamming” verdragen, hoe langer de formele machtsmechanismen weigeren te reageren, des te machtiger worden extremisten, zowel links als rechts, – zij die geweld aanbidden en die onverdraagzaam zijn tegenover ideologische afwijkingen -. Onder een gestage verval van de globalisering, is de politiek verworden tot een hoopje droog gras dat wacht op een licht.
De partij Gouden Dageraad in Griekenland gebruikt de Nazi-groet, heeft een variante van de Nazi swastika als symbool en heeft voorgesteld om interneringskampen op te zetten voor vreemdelingen die weigeren het land te verlaten. Ze behaalden 21 zetels, of 7% van de stemmen in de parlementaire verkiezingen in mei. Frankrijks extreemrechtse Front National, onder de leiding van Marine Le Pen, behaalde 18% van de stemmen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. De rechtse Vrijheidspartij in Nederland is de derde grootste in het parlement en bracht de minderheidsregering ten val. De Vrijheidspartij in Oostenrijk is nu de tweede meest populaire in het land en heeft 34 zetels van de 183 in het Lagerhuis van het parlement. De Progressieve Partij in Noorwegen is de grootste van de oppositie. De Deense Volkspartij is de derde grootste. En de Hongaarse fascistische partij Jobbik, of de Beweging voor een Beter Hongarije, kaapte 17% van de stemmen weg bij de laatste verkiezingen. Jobbik, geallieerd met bandieten in uniform en gekend onder de naam de Hongaarse wacht, hebben patrouilles opgezet op het verarmde platteland om Hongaren te “beschermen” tegen zigeuners. En eenzelfde onverdraagzaamheid wordt bijna geëvenaard door de Joodse heersende partij Kadima die etnisch chauvinisme en racisme uitspuwen naar Arabieren en die een campagne op touw gezet hebben tegen andersdenkenden binnen de Joodse staat.

In tijden van onrust hoest links altijd haar eigen versie van de belagers van extreem- rechts op. Zwart Blok anarchisten binnen de Occupy-beweging in de VS, hoewel ze een minderheid blijven, kopiëren het machogedrag, de zin voor geweld en de zoektocht naar ideologische puurheid van rechts terwijl ze de taal van links gebruiken. En zij, of gelijkaardige groepen, zullen groeien als het centrum uiteenvalt.

Deze radicale groepen, rechts en links, geven hun volgelingen een gevoel van kameraadschap en macht dat de onzekerheid, de hopeloosheid en de vervreemding moet verlichten die hen die hun voorrechten verloren zijn, kwelt.

Aanhangers ruilen de ongerustheid van morele keuze voor de euforie van collectieve emoties. Het geweten (conscience) van het individu, een woord dat van het Latijnse woord con (met) en scientia (kennis) komt, wordt te niet gedaan door het sublimeren van het persoonlijke in het gemeenschappelijke van de groep. Kennis heeft plaatsgemaakt voor emotie. Ik zag dit in Joegoslavië. En dit is wat in Duitsland tijdens de Weimar Republiek gebeurde. De Nazi’s, die wisten wie zij konden vertrouwen, verboden de werving van de Sociaal-Democraten. Zij begrepen dat de bourgeoisie liberalen van dat politieke type de gewenste ideologische starheid misten. Maar de Nazi’s verwelkomden nieuwelingen die van de Communistische Partij overliepen. Communisten begrepen gemakkelijk het simplistische, binaire wereldbeeld dat menselijke relaties verdeelde in ons en hen, goed en kwaad, vriend en vijand. Zij waren goede kameraden.

“Kameraadschap zet altijd de culturele toon op het laagst mogelijke niveau, toegankelijk voor iedereen”, schreef Sebastian Haffner in zijn boek “Defying Hitler,” wat meer lijkt op een inleiding op de desintegratie van de vroege 21ste eeuw.
“Kameraadschap kan geen discussie dulden; in de chemische oplossing ervan, neemt discussie onmiddellijk de kleur aan van janken en gemopper. Het wordt een sterfelijke zonde. Kameraadschap laat geen gedachten toe, enkel massagevoelens van de primitiefste soort —deze,daarentegen zijn onafwendbaar; hen proberen te ontwijken is zelf de grenzen van het fatsoen overschrijden “.

William Butler Yeats, hoewel hij zijn redding in fascisme zag, begreep het dodelijke proces van desintegratie:
Draaiend en draaiend in de breder wordende zeestroming
De valk kan de valkenier niet horen;
Dingen vallen uit elkaar; het centrum houdt geen stand;
Loutere anarchie is op de wereld losgelaten,
Het bloedende getij is overal
De ceremonie van onschuld is verdronken;
De besten missen alle overtuiging, terwijl
de slechten vol zijn van hartstochtelijke intensiteit.

Zij onder ons die om een burgermaatschappij geven en die geweld verafschuwen, zouden moeten beginnen te kopiëren wat er in Québec gebeurt. Er is niet veel tijd meer. De vulkaan is klaar om uit te barsten. Ik weet hoe het eruit ziet en hoe het voelt. Maar toch er is een ergerlijke futiliteit in het benoemen van wat gebeurt. Het geluid en geklaag van de menigte, de verleiding van ideologieën van haat en geweld, de blindheid van hen die dwaas hun geloof in een dood politiek systeem behouden, de veelheid van propaganda die verwart en vermaakt, de apathie van het goede en de ijver en toewijding van het slechte zweren samen om redelijkheid en beleefdheid te overstemmen. Instinct vervangt gedachten. Ruwheid vervangt empathie. “Authenticiteit” vervangt rede. En de bevelen van individueel geweten zijn aan de grote massa overgeleverd.

Er is nog steeds tijd om te handelen. Er zijn nog steeds massabewegingen om te vervoegen. Als de straatprotesten in Québec, de belangrijkste verzetsbeweging in de geïndustrialiseerde wereld, zich verspreiden over heel Canada en de VS bereiken, dan blijft er nog hoop.

http://www.thruthdig.com/report/item/northern_light_20120603

Gepost op 3 Juni 2012 door Chris Hedges
Vertaald door Birgitvdw

De Amerikaan Chris Hedges (1956) was jarenlang buitenlands verslaggever in Midden-Amerika, het Midden-Oosten, Afrika en de Balkan. Hij schreef vijftien jaar voor The New York Times. Hij is de auteur van bestsellers als “Empire of Illusion” (Pulitzer Prize), “War is a Force that gives us meaning”, “The World as it is”. Hij schrijft columns voor de nieuwssite Truthdig.

take down
the paywall
steun ons nu!