Vlaanderen holt controle op de wapenexport uit met nieuw decreet
Wapenhandel -

Vlaanderen holt controle op de wapenexport uit met nieuw decreet

woensdag 6 juni 2012 12:01
Spread the love

Vandaag stemt het Vlaams parlement over een nieuw wapenhandeldecreet. Met dit nieuwe decreet wordt de Europese richtlijn 2009/43/EG op de liberalisering van de defensiemarkt omgezet. Probleem is dat de omzetting op zodanige wijze gebeurt dat exportcontrole in praktijk een lege doos wordt. Met dit nieuw decreet zal het grootste deel van het in het Vlaamse gewest geproduceerde militaire materiaal Vlaanderen verlaten zonder dat de eindgebruiker gekend is. Deze omzetting gebeurt echter op zodanige wijze dat een groot deel van de wapenexport aan controle op het eindgebruik wordt onttrokken.

Voor Vredesactie is het huidige regeringsontwerp een uitholling van de wapenexportwetgeving. De Vlaamse regering kiest ervoor om het grootste deel van de wapenexport niet meer te controleren op eindgebruik. Daarmee zet ze de deur open voor uitvoer waarvoor nu geen exportvergunning zou worden verleend. Maar door zijn ogen te sluiten voor de eindgebruiker kan men zijn handen wassen in de onschuld. De Vlaamse regering speelt Pontius Pilatus met Europa als paraplu.

Uitholling controle op eindgebruik bij uitvoer via andere EU-lidstaat

De aanleiding van de nieuwe wapenexportwetgeving is een nieuwe Europese richtlijn 2009/43/EG, waarmee de EU de interne defensiemarkt liberaliseert en de samenwerking tussen defensiebedrijven vereenvoudigt door de exportcontrole binnen de EU voor de defensie-industrie te versoepelen. Defensiebedrijven moeten bij uitvoer binnen de EU geen afzonderlijke vergunningen voor hun producten meer aanvragen, maar hun uitvoer zelf registreren waarbij controle achteraf mogelijk is.

Probleem is dat in die registers enkel de onmiddellijke bestemmelingen opgenomen worden. Informatie over eindgebruikers zal er niet in te vinden zijn. De overheid verliest zo ook elk zicht op waar het op haar grondgebied geproduceerd defensiegerelateerd materiaal naartoe gaat. Daarmee wordt ook een bijsturend beleid onmogelijk wanneer dat materiaal uiteindelijk op problematische bestemmingen zou belanden.

Zo zouden de beslissingen die de laatste jaren getroffen zijn door de Vlaamse overheid m.b.t. het beperken of ‘on hold’ zetten van uitvoer naar Israël of het Midden-Oosten veel moeilijker uitvoerbaar zijn.

Ook wordt de deur opengezet voor ontwijkingsmaneuvers via de lidstaat met de zwakste controle, zeker gezien er amper sprake is van een gemeenschappelijk beleid over de uitvoer uit de EU. Die ontwijkingsmaneuvers zijn geen louter theoretische maneuvers, maar reeds nu al een gebruikelijke praktijk wanneer de eindgebruiker te aangebrand is. Zo voerde het Waalse bedrijf Sabiex pantserwagens uit naar Tsjaad via Frankrijk, zonder hier de eindgebruiker te melden. En Barco ontwikkelde een militaire vliegsimulator voor het Israelische leger via een omweg langs de VS.

De richtlijn laat aan de lidstaten de ruimte om controle te behouden op de wederuitvoer van militair materiaal. Zo kunnen lidstaten het toepassingsgebied van die algemene vergunningen beperken, of wederuitvoerverbintenissen of informatieverplichtingen koppelen aan die vergunningen. De gaten in het wapenexportbeleid vallen dus te dichten, tenminste als de politieke wil daarvoor bestaat. En laat dit nu het probleem zijn. Met het ontwerpdecreet op de wapenexport, dat nu voorligt in het Vlaams parlement, zal het grootste deel van het in het Vlaamse gewest geproduceerde militaire materiaal Vlaanderen verlaten zonder dat de eindgebruiker gekend is.

Het creëren van deze situatie is een beleidskeuze! Met name de keuze om Pontius Pilatus te spelen en zijn onverantwoordelijkheid te organiseren.

Catch-all wordt catch-almost-nothing

Dat de Vlaamse regering vooral oog heeft voor mercantiele overwegingen, blijkt ook uit de opmerkingen over toepassing van de catch-all clausule door het kabinet van minister-president Peeters.

In de oude wet werd een ‘catch-all’ of vangnetbepaling geformuleerd waarbij goederen die niet onder de militaire lijst vallen (voorzien via de richtlijn en voortkomend uit de Wassenaar-overeenkomst) maar die een militaire eindgebruiker hebben, toch aan de vergunningsplicht onderworpen werden. In praktijk gaat het meestal om visualisatieschermen, luchthavenverlichting, telecommunicatieapparatuur. De schermen van Barco voor militaire toepassingen vallen onder deze catch-all en maken zowat de helft van de Vlaamse wapenexport uit. Het gaat hier wel degelijk om specifiek voor de militaire markt ontwikkelde producten, zoals speciaal versterkte schermen voor militaire toepassingen zoals Patriot-installaties, pantserwagens van MBDA, controle-installaties voor Predator UAV’s, onderzeeërs, radarinstallaties op schepen, besturingssystemen in militaire helikopters en vliegtuigen.

Deze catch-all bepaling is een doorn in het oog van de defensie-industrie. En minister-president Peeters heeft wel oren naar hun vraag om deze catch-all veel beperkter toe te passen. Daarmee wordt Barco de nodige duisternis gegund om zonder scrupules op de defensiemarkt te kunnen opereren. Voor deze beleidskeuze valt geen Europese paraplu op te steken. Het is een zuivere politieke keuze om een reeks voor de militaire markt geproduceerde producten niet meer aan exportcontrole te onderwerpen. Wat hetzelfde is als de weigering om nog na te gaan of die export problemen oplevert inzake mensenrechten of conflictpreventie.

take down
the paywall
steun ons nu!