In de krant De Tijd verscheen vandaag (31/05/2012) een opiniebijdrage in dewelke Open VLD, bij monde van Bart Somers, Marleen Vanderpoorten en Jean-Luc Vanraes, pleit voor een verlaging van de leerplicht tot drie jaar. De Vlaams liberalen argumenteren terecht dat de verlaging van de leerplichtleeftijd een geschikt instrument is om gelijke startkansen te creëren. Laat deze opiniebijdrage een trigger zijn om de ongelijke toegang tot kleuteronderwijs fundamenteel in vraag te stellen.
Vlaanderen heeft samen met Nederland en de Verenigde Staten van Amerika één van het sterkst uitgebouwd aanbod aan vroegschoolse educatie. België behoort echter ook tot de landen waar de kloof tussen de sterkste en de zwakste presteerders op school zeer groot is. De ongelijke toegang tot het kleuteronderwijs is de spie die deze kloof voor het eerst in de schoolloopbaan van een kind uiteen rijt. Hoewel vroegkinderlijke investeringen bijzonder succesvol zijn bij kinderen uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen, zijn het doorgaans net deze gezinnen die er niet in slagen om over de drempel van kleuterparticipatie te klauteren. De niet-deelname aan het kleuteronderwijs is een manifest symptoom van de hardnekkige kwaal in het Vlaams onderwijssysteem dat zich uit in ongelijke onderwijskansen allerhande.
Onderzoek toonde aan dat vroegschoolse investeringen een hoog rendement hebben bij kwetsbare kinderen. Deze vroege interventie maakt latere investering immers effectiever. Deelname aan het kleuteronderwijs biedt kwetsbare kinderen bovendien de kans om de taalkloof tussen school en gezin te overbruggen – die ook bij Nederlandstalige kinderen bestaat. Als net deze kinderen, voor wie kleuterparticipatie dermate belangrijk is, afwezig blijven in de kleuterklas, dan neemt het risico dat zij in latere jaren een vertraging oplopen gevoelig toe. Een officiële verlaging van de leerplicht, die het kleuteronderwijs aldus verplicht, zou deze kinderen de hypotheek op hun toekomst kunnen kwijtschelden. Toch mag het debat op dit punt niet stilvallen.
Voor kwetsbare kinderen is de school immers niet alleen een bron van secundaire socialisatie, het is ook veelal de kiem van een primaire discriminatie. Allerlei endogene discriminatievormen die kinderen uit socio-economisch zwakkere gezinnen – al dan niet bewust – benadelen, storten hen vaak in een spiraal van negatieve contacten met de school als maatschappelijke instelling. Die uitingen die van de school een segregerende instantie maken, moeten mee opgenomen worden in het debat over een leerplichtvervroeging. Kort gezegd, een uitbreiding van de leerplicht moet hand in hand gaan met een uitbreiding van het leerrecht.
Elk kind, ongeacht zijn of haar afkomst, moet in de eerste plaats de kans krijgen om zichzelf te ontplooien tot een autonoom individu. Dat vermogen, met hetwelk elk van ons begiftigd is, mag niet gesmoord worden door ongelijke kansen of ongelijke behandeling. Aanwezigheid in de kleuterklas verplichten om de meest kwetsbaren in onze samenleving te beschermen, mag geen alibi zijn om te vergoelijken dat de onderwijspositie vandaag nog te veel bepaald wordt door sociale afkomst. Zolang de psychologische, economische en culturele drempels tot de kleuterklas niet geslecht worden, dreigt een verplichtende maatregel de kwetsbaarheid van kansarme kinderen enkel te bestendigen. Kijk naar de toelatingsvoorwaarde tot het lager onderwijs die huidig minister van onderwijs Pascal Smet (sp.a) een tweetal jaar geleden installeerde. Kinderen die – ongeacht de bestaande drempels – geen 220 halve dagen aanwezig waren in de derde kleuterklas, moeten slagen op een taaltest. Slagen zij niet, dan moeten zij verplicht een jaartje overkleuteren. Deze test, die de Nederlandse taal als enige maatstaf neemt om de ontwikkeling aan af te lezen (welke andere partij zit ook alweer in die Vlaamse Regering?), die slechts een momentopname biedt, die valide noch betrouwbaar is en die ouders en kinderen bestraft voor onvrijwillig gekozen drempels, confronteert kwetsbare gezinnen met de controlerende en sanctionerende aspecten van de school.
Laat ons dus inderdaad deze draak van een regeling vervangen door een heldere leerplichtverlaging die duidelijk is voor elke ouder, maar die mits een adequate aanpak de sociale ongelijkheid tot een minimum beperkt. Mijnheer de minister, neem dit voorstel ter harte, houdt het huidig onderwijsbeleid een spiegel voor en stel daarbij ook de kant van het onderwijsaanbod in vraag. Kwetsbare personen zijn altijd kwetsbaar voor iets. Laat ons aldus niet vergeten dat maatschappelijke instellingen geen natuurlijke gegevenheden zijn, maar contingente resultaten van ons handelen. De conceptie van rechtvaardige onderwijskansen ligt in onze handen. Laat dat niet glippen door met lafheid maatregelen te treffen waarmee bepaalde cultuurvarianten uit het schoolaanbod geweerd worden.