“Er zijn veel verschillende belangen”, legde Michael H. Posner uit, medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat het rapport jaarlijks publiceert. “Er zijn economische, politieke, diplomatieke en veiligheidsbelangen. Maar mensenrechten is een essentieel onderdeel van wat we over de hele breedte doen.” Aldus de theorie van “principiële betrokkenheid” van president Obama.
Birmese voorbeeld
Het rapport gaat in op de mensenrechtensituatie van verschillende landen. Het bevat een waarschuwing voor de negatieve ontwikkelingen in China, gaat speciaal in op zaken die te maken hebben met technologie en seksualiteit en besteedt bijzondere aandacht aan de veranderingen in Birma (Myanmar). Het Birmese voorbeeld van een regering die steeds meer kiest voor het pad van openheid, democratie en vrijheid zou een “inspiratiebron kunnen zijn voor andere gesloten samenlevingen, zoals Iran, Noord-Korea, Oezbekistan, Eritrea of Soedan.”
Over de Arabische Lente zegt het rapport dat “verandering vaak voor instabiliteit zorgt voordat het leidt tot meer respect voor democratie en mensenrechten (…) De uitdaging in deze transities is de samenleving openhouden voor politiek debat.” Het rapport waarschuwt ervoor dat de activiteiten van voorstanders van mensenrechten en democratie steeds meer worden ingeperkt.
Mensenrechtenorganisaties zijn bijna unaniem lovend over de reikwijdte van het dikke rapport, dat officieel bekend is als de Country Reports on Human Rights Practices. Het bestaat al 35 jaar, maar is de laatste jaren flink verbeterd.
Inconsistenties
“Het rapport is een onschatbaar referentiepunt geworden”, zegt Neil Hicks van Human Rights First, “maar vooral dit jaar ziet het er bijzonder fris uit.” Maar dat heeft een paradoxaal effect, vindt hij. “Hoe beter de VS rapporteren over mensenrechten, des te meer leggen ze de inconsistenties en grenzen bloot van het eigen mensenrechtenbeleid.” Een voorbeeld: Bahrein wordt stevig aangepakt in het rapport. “Maar in het afgelopen jaar hadden we tegelijkertijd een grote wapenorder naar dat land. En kijk naar de militaire hulp aan Egypte, ondanks de vervolging van ngo’s.”
En waarom wordt Saoedi-Arabië compleet overgeslagen in de inleidende samenvatting, die veel wordt gelezen? “Dat zal niet onopgemerkt blijven in de regio, het zal leiden tot beschuldigingen van dubbele standaarden.”
Het rapport is prima, zegt Geoff Thale van de organisatie Washington Office on Latin America (WOLA). Het probleem is dat “beleidsmakers doen alsof deze rapporten er niet zijn. De VS blijven hulp doorsluizen aan legers die patronen van misbruik laten zien, ze blijven politiemachten trainen die al lang problemen hebben met corruptie en criminele infiltratie, en ze blijven nauw samenwerken met veiligheidstroepen die de rechtsorde regelmatig opzij zetten.”
Drone-aanvallen
199 landen van de wereld worden genoemd, maar de VS zelf niet. Dat maakt het rapport vooral ongeloofwaardig in de ogen van landen die er in het rapport slecht vanaf komen. Volgens het ministerie zijn er echter veel andere fora waar dat tegen het licht wordt gehouden, zoals de VN.
Maar volgens critici gaat het niet zozeer om wat er in de VS gebeurt, maar in Amerikaanse operaties in het buitenland. “De VS zijn dit jaar verantwoordelijk geweest voor de dood van honderden onschuldige mensen door middel van drone-aanvallen in Pakistan, Jemen en Somalië, en ontwikkelt een model van wetteloze uitschakeling op een industriële schaal dat er in geen enkel mensenrechtenrapport goed vanaf zou komen”, zegt Medea Benjamin, een campagnevoerder. “Praten over mensenrechten in Pakistan, maar niet over het enorme aantal doden door Amerikaanse aanvallen is belachelijk.”