In het kader van de militaire samenwerking tussen de VS en Mali voor de 'strijd tegen de terreur in de Sahara' werden legervoertuigen geleverd. Waarom bood de VS Mali geen steun toen de Toearegs in januari het land opnieuw aanvielen?
Nieuws, Afrika, Politiek, Democratie, Niger, Libië, Verkiezingen, VS, Mali, Sharia, Algerije, Strijd tegen terreur, Afrikaanse Unie, ECOWAS, Africom, Militaire samenwerking, Kolonel Muammar Khaddafi, Analyse, Toearegs, Jihad, AQMI, Azawad, Opstand van Toearegs, Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad (MNLA), Militaire staatsgreep, President Amadou Toumani Touré, Kapitein Amadou Sanogo, Ansar dine, Coupplegers, Nii Akuetteh, The Real News Network, Al Qaeda in de Islamitische Maghreb -

Oorlog in Mali: de rol van de VS

Het gewapend conflict van de Toeareg-rebellen en hun strategische bondgenoten tegen de Malinese overheid is op dit ogenblik een van de hevigste en wellicht ook een van de gevaarlijkste in Afrika. Prof. Nii Akuetteh schetste begin mei tegenover 'The Real News Network' de achtergrond van deze complexe problematiek en vooral de rol van de VS en AFRICOM in de 'strijd tegen de terreur' in de Sahara.

maandag 21 mei 2012 18:50
Spread the love

Mali is een uitgestrekt land in West-Afrika met als belangrijkste buurlanden Algerije, Mauritanië, Niger en Burkina Faso. Het grootste deel van de vijftien miljoen Malinezen leeft in het zuiden van het land, hoewel het noordelijke gedeelte veel uitgestrekter is. Het noorden reikt echter tot diep in de Sahara, de grootste woestijn ter wereld, en daar wonen vanzelfsprekend veel minder mensen.

Een deel van de inwoners van dat noordelijke gedeelte behoort tot de etnische groepen van de Toearegs, een nomadisch woestijnvolk dat al een hele tijd in onmin leeft met de centrale overheid die in de hoofdstad Bamako in het zuiden zetelt. Al in 1958, twee jaar voor de onafhankelijkheid van het land van Frankrijk, lobbyden die Toearegs bij de toenmalige Franse kolonisatoren om niet geregeerd te worden door de donkerdere volkeren uit het zuiden.

Nieuwe opstand Toearegs dankzij wapens uit conflict in Libië

Ze ijverden voor meer autonomie. Sindsdien zijn ze sporadisch de wapens blijven opnemen. Tot drie- of viermaal toe mondde hun strijd in een oorlog uit. Op 17 januari van dit jaar begonnen de Toearegs met hun zwaarste gevechten tot nu toe. Dit keer was de inzet niet meer autonomie, maar de totale onafhankelijkheid van het gebied dat ze Azawad noemen.

Dat de regering in Bamako het nu veel moeilijker heeft om de Toeareg-rebellen van antwoord te dienen, is deels het gevolg van de oorlog in Libië van 2011. Hoewel Mali geen directe grens heeft met Libië, zijn Toeareg-groepen erin geslaagd via de buurlanden Niger en Algerije – waar ook grote groepen Toearegs leven – Mali te bereiken.

Iedereen die de situatie daar een beetje gevolgd heeft, weet dat er behoorlijk wat Malinese Toearegs in Libië in de rangen van de verdreven kolonel Khaddafi gevochten hebben. Toen het regime van Khaddafi in oktober van vorig jaar ten val werd gebracht na de NAVO-bombardementen, keerden ongeveer tweeduizend van hen als geharde vechtjassen, en gewapend met zwaar en geavanceerd wapentuig, terug naar Mali. Daardoor zijn ze in het noorden nu nog steeds aan de winnende hand tegenover het regeringsleger dat niet over dergelijke uitrusting beschikt.

Ontevreden soldaten plegen staatsgreep tegen ‘te zwakke’ president

Een andere verklaring voor het succes van de opstandelingen ligt in het feit dat de Malinese regeringssoldaten erg ontevreden waren over hun president, Amadou Toumani Touré, die nochtans een goede naam genoot vanwege zijn steun voor het herstel van de democratie in Mali in 1992. Ik heb zelf het geluk gehad hem te mogen ontmoeten, en ik waardeer hem ten zeerste.

Zijn soldaten liepen echter niet hoog met hem op omdat hij, zo zeiden ze, geen successen boekte in de oorlog tegen de Toearegs. Vooral in de rechtstreekse confrontaties moest het regeringsleger de duimen leggen voor de Toearegs en in verschillende veldslagen verloren ze enkele kleinere stadjes en militaire nederzettingen.

De Malinese regeringssoldaten klaagden erover dat ze slecht bewapend waren en onvoldoende te eten hadden aan het front in de woestijn. Het gerucht deed zelfs de ronde dat een aantal onder hen gevangengenomen was, en dat hen de keel was overgesneden.

In de hoofdstad Bamako braken daarop in februari hevige protesten en anti-Toeareg-rellen uit. Veel vrouwen van soldaten kwamen op straat. Ze verweten de president dat hij toeliet dat hun echtgenoten weerloos naar de slachtbank geleid werden.

De president had – zoals de grondwet dat voorschrijft – op 29 april verkiezingen gepland. Als goede democraat kwam hij niet opnieuw op (nvdr: Touré had er immers twee termijnen van vijf jaar op zitten en was dus niet meer herverkiesbaar), en hij was vast en zeker zinnens de macht over te dragen. Voor het echter zover kon komen, pleegden veelal soldaten van lagere rang op 22 maart 2012 een coup tegen hun, zo zeiden ze toch, te ‘zwakke’ president.

Net die mensen die eerder van oordeel waren geweest dat Touré in de oorlog niet doortastend genoeg optrad, en daarom via een staatsgreep het bevel hadden overgenomen om “op een doeltreffender manier oorlog te voeren om de territoriale eenheid van het land te bewaren”, verloren echter in hoog tempo terrein en stonden met de rug tegen de muur.

Onafhankelijkheid van Azawad uitgeroepen

Tien dagen na de staatsgreep kregen de Toearegs na hevige gevechten het hele noorden van het land in handen. Zelfs een historische en symbolische stad als Tombouctou viel in hun handen. Ze riepen de onafhankelijkheid van Noord-Mali uit, en noemden het Azawad. Mali is nu dus de facto in tweeën gesplitst.

Wereldwijd staat gelukkig geen enkel land positief tegenover deze onafhankelijkheidsverklaring. Noch de Verenigde Staten, noch de VN-Veiligheidsraad, noch de landen van de Europese Unie hebben de onafhankelijkheid van Azawad erkend, en de Afrikaanse landen al helemaal niet.

De Afrikaanse Unie (de continentale statenorganisatie) en ECOWAS (de West-Afrikaanse regionale statenorganisatie waarvan Mali lid is) oefenden al zeer zware diplomatieke druk uit, zowel op de Toearegs die een nieuwe staat in het leven riepen, als op de coupplegers in Bamako onder leiding van kapitein Amadou Sanogo, die de macht hebben overgenomen van de democratisch verkozen president.

Coupplegers kregen hun militaire training in de VS

Kapitein Sanogo komt niet zomaar uit de lucht vallen. De man werd opgeleid door de Verenigde Staten: sinds 2004 is hij daar in totaal vier militaire trainingscycli gaan volgen. De Verenigde Staten zijn natuurlijk berucht om het trainen van buitenlandse soldaten – denk maar aan de vele Latijns-Amerikaanse soldaten die in de VS werden getraind en na terugkeer in hun land van herkomst prompt een staatsgreep pleegden.

Victoria Nuland, woordvoerster van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, bleef tot mijn grote ontsteltenis trouwens maar herhalen dat men “begrip kon opbrengen voor de Malinese soldaten” omdat die “redenen hadden tot misnoegdheid” – en dat terwijl de Verenigde Staten zogezegd kampioen zijn in het verdedigen van de democratie!

De West-Afrikaanse leiders, en de Afrikaanse staatshoofden in het algemeen, hebben daarentegen allemaal verklaard dat het ‘tijdperk van de staatsgrepen’ voorbij is, en dat ook soldaten dat moeten inzien. Als een soldaat ontevreden is over het beleid van zijn president, zo klonk het, kan hij in een democratie via de daartoe geëigende kanalen uiting geven aan zijn klachten, en als het echt te erg wordt, kan hij zichzelf nog kandidaat stellen bij de verkiezingen. Daarom kregen en krijgen de coupplegers geen steun in de rest van West-Afrika.

Toearegs hebben noorden Mali niet meer alleen in de hand

Wie houdt nu aan de kant van de rebellen de touwtjes in handen? Gezien de Toearegs al decennia voor onafhankelijkheid vechten, vormen zij nu het gezicht van de opstand. Sinds 6 april, toen ze hun nieuwe ‘staat’ Azawad uitriepen, is echter duidelijk geworden dat ze die opstand in het noorden niet meer in de hand hebben.

De enkele zeldzame journalisten die in het gebied zijn doorgedrongen – onder anderen Al Jazeera-mensen zijn daarin geslaagd, en diezelfde pan-Arabische zender heeft er ook al enkele mensen voor de camera kunnen interviewen – berichten dat naast de Toeareg-groepering (MNLA) die de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen, en in die zin dus de politieke leiding heeft over het gebied, ook de jihadistische groepering Al Qaeda in de Islamitische Maghreb (afgekort AQMI) er heel actief is. Wellicht zijn ook zij via de woestijn vanuit het zuiden van Algerije de grens met Mali overgestoken.

Om de zaken nog ingewikkelder te maken, heeft nog een derde beweging zich intussen van de islamitische groepering afgescheiden. Ze noemen zichzelf Ansar Dine (‘Helpers van de Godsdienst’), en zeggen dat ze zich niet zozeer tegen het Westen keren – wat duidelijk wel de bedoeling is van AQMI, maar vooral de sharia in Noord-Mali willen invoeren.

Eén ding is in elk geval zeker: de Toearegs die in het noorden de macht hebben gegrepen, hebben de situatie er zeker niet volledig onder controle. Ze zijn met zowel Ansar Dine als Al Qaeda strategische allianties aangegaan, maar niemand van de opstandige groepen voert echt het gezag uit over het enorme ‘bevrijde’ woestijngebied.

Invloed van Al Qaeda neemt toe in Sahara

Maar de werkelijke bezorgdheid van de VS ligt natuurlijk vooral bij de invloed die Al Qaeda in het gebied probeert te verwerven: die groepering trekt immers ten strijde tegen alles wat westers is, en dan vooral tegen de Verenigde Staten. Mali is sinds drie, vier jaar dan ook een belangrijke partner geworden van AFRICOM, het Amerikaans militair commando voor Afrika, dat van de ‘strijd tegen de terreur’ in de Sahara een prioriteit heeft gemaakt.

Eigenlijk was het veiligheidsthema de belangrijkste reden om met het land een militair partnerschapsakkoord te sluiten. Niet alleen de Verenigde Staten, maar ook West-Europa had belangen bij het veiligheidsbeleid in Mali: de opstandige islamistische groepen die in het moeilijk te controleren woestijngebied actief zijn, hebben al verschillende westerlingen ontvoerd om losgeld voor hen te vragen.

Daarnaast is Mali van strategisch belang omdat het aan veel landen grenst, en staat het bekend als doorvoerland voor drugssmokkelaars die hun illegale koopwaar van Latijns-Amerika via West-Afrika en door de Sahara naar Europa brengen. Dat er volgens sommigen ook naar olie en goud gezocht wordt, speelt een geringere rol: doorslaggevend voor de Amerikaanse militaire steun blijft de veiligheidsproblematiek in de strijd tegen de terreur.

Vreemd dat AFRICOM bondgenoten in de steek laat

Het is dan ook bijzonder vreemd te noemen dat AFRICOM zich afzijdig hield toen de Toearegs de Malinese regeringstroepen in januari opnieuw begonnen aan te vallen. De VS liet op die manier haar ‘partner in de strijd tegen de terreur’ in Bamako compleet in de steek, en dat leverde de VS veel kritiek op in de regio.

Het is erg onwaarschijnlijk dat de VS, die in die periode ook bij de oorlog in Libië betrokken was, niet gezien zou hebben dat honderden, misschien wel duizenden zwaar bewapende strijders vanuit Libië helemaal naar Mali trokken. Dat alles roept op zijn minst vragen op over de werkelijke rol die de VS in het conflict en bij de staatsgreep tegen president Touré heeft gespeeld.

Uiteindelijk is het totaal niet in het belang van de VS geweest dat de Toearegs het noorden van Mali veroverd hebben. Vooral de aanwezigheid en de groeiende invloed van ongecompliceerd anti-Amerikaanse groeperingen in het noorden van Mali is ondertussen overduidelijk: hun jihadistische vlaggen zijn er gehesen, en naar verluidt zouden sommigen onder hen voor een harde toepassing van de sharia (islamitische wetgeving, nvdr) pleiten en vrouwen ertoe verplichten een hoofddoek te dragen.

Ook Mali’s buurlanden zijn bang voor de Toearegs: het zijn immers nomaden, die mede door hun zwervend woestijnbestaan, in verschillende landen traditioneel aanwezig zijn. De onafhankelijkheid van de Toearegs in Mali kan ook de Toearegs in andere landen, zoals Algerije en vooral Niger, op ideeën brengen om ook daar gewapenderhand in opstand te komen.

De VS heeft er dus alle belang bij om de aanwezigheid van AFRICOM in Mali te versterken, al zijn sommigen van mening dat het, wat dan heet ‘terrorisme’, veel beter bestreden kan worden door in de betrokken Afrikaanse landen aan effectieve armoedebestrijding te doen, dan door die landen te bewapenen. Zoals het er nu voor staat, dreigt de situatie in de hele regio immers enkel verder te escaleren.    

Nii Akuetteh

Nii Akuetteh is een onafhankelijk expert inzake Afrika en internationale betrekkingen, die regelmatig op Al Jazeera en veel andere wereldwijde tv-zenders te zien is, en onder andere voor het pan-Afrikaanse activistische Pambazuka News schrijft. Hij is de voormalige algemeen directeur van Africa Action, en was hoogleraar Afrikaanse Studies aan de Georgetown University in de VS.

De bovenstaande tekst is een adaptatie van een uitgebreid interview dat hij gaf aan ‘The Real News Network’ en dat door dat medium op 3 mei 2012 werd uitgezonden.

(Uit het Engels vertaald en hertekst door Steven Haerens)

AFRICOM and the Conflict in Mali
Nii Akuetteh: Why did US trained officers organize the coup in Mali?

http://therealnews.com/t2/index.php?option=com_content&task=view&id=31&Itemid=74&jumival=8244

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!