Mustafa Celik (34) staat vandaag voor de tweede keer op de lijst van de liberale vakbond ACLVB in zijn bedrijf. In 2008 deden de liberalen het niet zo goed, omdat ze volgens Celik pas begonnen waren met vakbondswerking. Daar moet nu verandering in komen.
”De voorbije vier jaar hebben we niets anders gedaan dan naar de mensen geluisterd”, zegt Celik. “Ze hebben duidelijk gezien hoe we ons voor hen inzetten en hopelijk gaan we nu veranderingen kunnen doorvoeren. Onze bedoeling is iedereen samen gelukkiger maken.”
Hoe gaat het met uw bedrijf? Laat de economische crisis zich sterk voelen in de automobielsector?
“Dit jaar beginnen we te voelen dat het niet goed gaat met de fabriek. Er komen geen nieuwe projecten binnen omdat men veel delokaliseert naar Oost-Europese landen, waar arbeid goedkoper is. Op de lange duur voel je je zo geen mens meer, je wordt gewoon beschouwd als wegwerpmateriaal. Als je niet meer nodig bent, is er altijd wel een reden voorhanden om je op straat te zetten.”
Levert het spook van de crisis meer werkdruk op?
“Ja. De laatste jaren is de sfeer op onze werkvloer er serieus op achteruit gegaan. Over de laatste vier jaar zijn we heel wat collega’s verloren, door de zogeheten crisis. Mensen die hier al jaren werkten, werden met een magere ontslagvergoeding op straat gezet. Dat heeft veel pijn gedaan. Ondertussen blijft men redenen zoeken om mensen te ontslaan of vrijwillig te laten opstappen omdat ze het zo moe zijn geworden.”
“Er heerst veel wantrouwen tegenover de directie. Terwijl ik het belangrijk vind dat mensen zich goed voelen op hun werk. Tenslotte breng je daar meer tijd door dan met je eigen kinderen.”
Niet zo lang geleden werden bij Belplas taaltesten gehouden. Oorspronkelijk anderstalige werknemers werden onderworpen aan taaltesten om de veiligheid op de werkvloer te verbeteren. Terecht?
“Dat was een komedie. Het probleem was dat er te veel Turks gesproken werd op de werkvloer en dat door een gebrek aan Nederlandstalige communicatie de veiligheid in het gedrang zou komen. Maar mensen die minder goed Nederlands spreken, vangen wij op. We leggen hen uit hoe het zit met veiligheid op de werkvloer. Daar kan je van uitgaan.”
“Laat het mij zo zeggen: wij zorgen zelf voor de veiligheid, niet de directie. Fatsoenlijke veiligheidsmaatregelen zijn er bij ons niet. En als wij opkomen voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemers, dan komen we altijd in de problemen. In plaats van oplossingen, krijgen we er nog meer werk bij. Dus is het hypocriet te zeggen dat die taaltesten voor de veiligheid dienen.”
Is dat een reden van uw vakbondsengagement, dat u opkomt voor de veiligheid van werknemers?
“Vast en zeker. Dat is ons belangrijkste thema bij de sociale verkiezingen. Ik beschouw het als niets minder dan onze plicht om voor de mensen op te komen. Veiligheid loopt serieus spaak in ons bedrijf. Dat is voor een groot deel te wijten aan besparingen, waardoor er veel met tijdelijke contracten en onervaren uitzendkrachten gewerkt wordt.”
“Mensen die je indien nodig makkelijk terug op straat kan zetten. Bijvoorbeeld elke week een andere heftruckchauffeur binnenhalen via een uitzendkantoor, is vragen om ongevallen. En die stapelen zich ook op.”
“De directie verandert ook zo vaak dat we geen consequent veiligheidsbeleid op poten kunnen zetten. Om de zes maanden een andere manager. Er is constant verandering. Het is een soep geworden. Na 8 jaar zie ik nog altijd geen verbetering, zelfs niet na het dodelijke ongeval (nvdr: In 2006 stierf een arbeider na een ongeval op de werkvloer. In 2009 werd Belplas veroordeeld tot een boete van 264.000 euro, wegens falend veiligheidsbeleid. Sinds het ongeval is er volgens Belplas veel veranderd). Je moet daar echt oppassen, of er overkomt je wat.”
“Bovendien krijgt door vriendjespolitiek de ene werknemer dag na dag een zware job, terwijl een andere het makkelijker heeft. Die zware werkdruk kan weer nieuwe ongevallen veroorzaken. Door een gebrek aan transparantie. Ik vind dat allemaal heel raar. Dat is onmenselijk. Dat kan niet, zoiets.”
Wat wilt u concreet veranderen?
“Wij willen in de eerste plaats eerlijkheid, transparantie. Openheid over beslissingen. Ik ben allergisch aan vriendjespolitiek. Ik wil eenzelfde eerlijke behandeling voor iedereen.”
“Ik ben voor meer samenspraak en democratie. Samenzitten, luisteren naar iedereen en dan pas beslissen. Altijd samen. Zelfs indien wij, liberalen, de verkiezingen overtuigend winnen, dan nog wil ik samenwerken met de andere vakbonden, heel graag. Wij willen samenwerken en wie wil mag meedoen.”
U komt op voor de liberale vakbond. Wordt de liberale partij dan niet algemeen beschouwd als voor de winst, en voor de bazen?
“Dat is bij ons omgekeerd. We zijn inderdaad al jaren bezig dat uit te leggen. Vier jaar geleden hebben we dat vaak gehoord. Maar door onze inzet hebben we dat beeld sterk kunnen bijsturen. Mensen komen nu spontaan naar ons toe. Ze hebben duidelijk gezien hoe we ons voor hen hebben ingezet.”