Het verdriet van de spaarders-vennoten van Arco
ACW, Europese Commissie, Leterme, Steven Vanackere, Arco, Jan Jambon, Almunia -

Het verdriet van de spaarders-vennoten van Arco

vrijdag 4 mei 2012 09:08
Spread the love

Ten laatste half mei moet de regering Di Rupo haar antwoord bezorgen op de bezwaren van de Europese Commissie tegen de waarborgregeling voor de coöperanten van Arco. Deze regeling beschouwt de Arco-coöperanten als spaarders. Ze kan de overheid tot maximaal anderhalf miljard euro kosten. De zowat 800.000 coöperanten van deze financiële instelling van de christelijke arbeidersbeweging volgen de saga met een bang hartje.

De regeling werd door de federale regering Leterme in 2008 toegestaan maar was meteen controversieel. Volgens sommigen zijn de coöperatieve aandeelhouders van Arco, dat na het failliet van Dexia in vereffening is gegaan, échte aandeelhouders. Dus dienen zij zoals de andere aandeelhouders van de over kop gegane bank hun verlies maar te incasseren. Om dit via juridische weg af te dwingen, stapte bijvoorbeeld de Vlaamse Federatie van Beleggers naar de Raad van State. En de Europese Commissie startte een onderzoek.

Vorige maand kwam Europees Commissaris Joaquin Almunia met zijn bikkelharde kritiek. Wantrouwen wordt bij veel Arco-spaarders stilaan wanhoop. De Standaard schreef op 14 april: De Arco-coöperanten moeten beginnen vrezen dat ze hun geld nooit of slechts gedeeltelijk zullen terugzien. Leterme, meldde de krant verder, verklaarde dat hij niet verbaasd was door het standpunt van Europa, al verdedigt hij wel de regeringsbeslissing met het argument dat een “run on the bank” moest worden vermeden. De ACW-minister van Financiën, Steven Vanackere, wilde niet veel commentaar kwijt. Al citeerde de krant wel zijn woordvoerder, die slechts woorden van begrip voor de positie van zijn minister aanvoerde: geen gemakkelijke klus, want de commissie heeft een duidelijk antwoord geveld. Bij het ACW kon niemand op enige reactie worden betrapt.

Worden de Arcopar-spaarders-vennoten, onder wie ikzelf en mijn gezin van vier coöperanten, in de steek gelaten? Daar heeft het veel van weg, al zal het nog een jaar of twee, drie duren vooraleer het doek over Arco helemaal is gevallen. Eerlijk gezegd, ik was verrast te vernemen dat Arco in vereffening ging omwille van de ondergang van Dexia en meer nog, dat die oude Arcopars, waar al jarenlang geen stortingen meer op kunnen worden gedaan, wel eens volslagen waardeloos zouden kunnen zijn.

Een liberale Arcopar-vennoot?

Eerst een woordje uitleg over hoe een liberaal in deze nest is verzeild. Het woord nest is een sleutelwoord. In 1963 werd ik als oudste van vier geboren in een katholiek gezin zoals er toen nog zovele waren. Mijn moeder was erg actief in de lokale afdeling van de KAV, de katholieke arbeidersvrouwen. De gouden jaren zestig hebben de arbeidersgezinnen, meestal nog met één kostwinner, welvaart, welzijn en emancipatie gebracht. Ik herinner me de intrede van een reusachtige wasmachine, een diepvries, de kleurentelevisie. Ik voelde me de koning te rijk met een tweedehandse koersfiets, ook al sloeg het stuur altijd scheef, wat het me onmogelijk maakte om zoals Eddy Merckx beide handen in de lucht te steken als ik eens eerst over de streep reed. Er waren ruime sociale voorzieningen die nog openstonden voor de middenklasse, zoals sociale huisvesting of studiebeurzen. Ik heb mijn KUL-diploma aan zo’n beurs te danken.

De hogere levensstandaard van mijn ouders maakte me ook eigenaar van een spaarboekje bij de BAC, de coöperatieve bank van de christelijke arbeidersbeweging. In mijn kinderjaren fietste ik samen met mijn moeder naar Jean, om het nieuwjaarsgeld op het spaarboekje te storten. Het bankkantoor van Jean was niet meer dan een kast en een tafel in de woonkamer van het rijhuis waar hij woonde. BAC evolueerde nadien wel tot een volbloed bank, Bacob, met zelfs een filiaal in ons dorp.

Tijdens mijn legerdienst had ik een zichtrekening nodig. Daar ontsnapte ik aan de zuil en koos voor de ASLK, omdat die bank letterlijk het meest nabij was. Een nieuwe bankkaap dient zich aan als je een hypothecaire lening moet afsluiten voor de aankoop van een woning. Mijn vader raadde me aan banken te vergelijken. ‘En ga ook eens bij Pieter op de Bacob langs’, zei mijn moeder.

De bank van Pieter won het (commerciële) pleit. Eerlijk gezegd, tot tevredenheid van mezelf en mijn vrouw, want we kenden Pieter en we vertrouwden hem. Mijn vrouw was ook uit een katholiek nest gekropen. Ze had bovendien als monitrice op de jeugdkampen van de CM (Christelijke Mutualiteiten) haar boezemvriendin Geneviève ontmoet, die bij een Bacob-kantoor in de buurt aan de slag was gegaan. Ter attentie van sommige papenvreters die de christelijke arbeidersbeweging verwarren met een broeinest van samenzweringen, nooit deed iemand er moeilijk over dat ik niet van hun gedacht was, zoals heel het dorp aan de verkiezingslijsten had gezien. De rekeningen waarop onze lonen werden gestort, moesten wel verhuizen.

Beste appeltje voor de dorst

Ergens in 1986 was ik in het bezit geraakt van de eerste coöperatieve aandelen, toen nog van Groep C. Ze werden door Bacob verkocht als een spaarboekje met een hogere opbrengst dan een gewoon spaarboekje en veel voordelen als “coöperateur”, in die tijd voor mij een nieuw woord. Er waren aan dat coöperateurschap wel beperkingen verbonden. Je kan het gespaarde geld niet zomaar wanneer je wil terug afhalen. Je kan ook niet zomaar geld bijstorten. Elk gezinslid kan wel afzonderlijk coöperateur worden. En het dividend is beperkt tot maximaal 6 procent.

Zo lijfden Pieter, en later Veerle en Luc ons hele gezin in bij wat nu Arco is. Vanuit een naburig Bacob-kantoor verzekerde Geneviève met een doorslaggevend argument dat de Arco’s voor ons de best mogelijke spaaroptie op langere termijn waren: wij hebben ze ook. We zagen de Arcopars als ons appeltje voor de dorst. Bruikbaar als de kinderen zouden verder studeren aan een hogeschool of universiteit. Veiliger dan een belegging in normale aandelen, want aandelen, dat vonden we een te hoog risico. Je kan er meer mee winnen, maar je kan er ook snel je zuurverdiend spaargeld mee verliezen. Wij hadden geen zin om die aandelenkoersen permanent in de gaten te moeten houden.

Concreet bezitten we Arcopar-aandelen van het type C. Of correcter: Arco-boekjes met een jaarlijks “uittreksel uit het vennotenregister”, want de Arcopars zijn geen “fysieke” aandelen. Volgens de website van Arcopar hebben ze een nominale waarden van € 49, is de onderschrijvingsperiode al verstreken sedert begin maart 2001, en kan je maximaal 35 van die aandelen bezitten. Het laatste dividend dat werd uitgekeerd, bedroeg 3% (boekjaar 2010-2011). Volgens het laatste uittreksel (van 1 april 2011, echt waar) is mijn Arco-boekje € 3.042,36 waard. De Arcopars van mijn vrouw hebben een vergelijkbare waarde, die van de kinderen ongeveer 400 euro minder. Samen ruim € 11.000.

Vertrouwensbreuk

Ik ben kwaad op de leiding van het ACW. Die drong via Arco aan de tafel van Dexia voortdurend aan op zo hoog mogelijke dividenden en stimuleerde zo de waanzinnige risicocultuur die de laatste jaren het handelsmerk van Dexia werd, schreef Johan Van Overtveldt in Knack (25 april). De bittere waarheid zou er wel eens op kunnen uitdraaien dat onder meer de Arco-vertegenwoordigers in Dexia het zuurverdiende zogenaamd veilige spaargeld van de Arco-vennoten hebben weggespeculeerd . Dat deze vennoten stuk voor stuk piepkleine spaarders zijn, grote bedragen kon je immers niet kwijt in Arcopars, maakt het nog erger.

De Arcopar-coöperanten zijn vooral werkmensen die lang geleden via de vakbond ACV, het ziekenfonds CM, de al genoemde KAV of haar mannelijke tegenvoeter KWB, de christelijke gepensioneerdenbond of andere sociaal-christelijke verenigingen in het zakelijk web van de christelijke arbeidersbeweging verstrikt geraakten, of zich welgevallig lieten verstrikken. Ik veronderstel dat voor deze loyale werkmensen de kortingen en voordelen bij andere zuilorganisaties die ze als Arcopar-vennoot kregen een grotere rol speelden dan bij mijzelf. Ik was al als jongvolwassene een vreemde eend in de beweging geworden en koos mijn lidmaatschappen enkel op grond van objectieve (service, kostprijs en kwaliteit) overwegingen. Op dat van CM na dan, waarvoor de emotionele binding van mijn vrouw als monitrice de doorslag gaf.

Toch voel ik me niet echt een uitzondering. Van die 800.000 coöperanten ben ik zeker niet de enige die in het stemhokje de weg naar de CVP of CD&V verloren is (eerlijk gezegd, ondanks mijn groot respect voor het engagement van vele politici van ACW-signatuur ben ik die ook nooit ingeslagen).

Revanchisme ongepast

Daarom vind ik het revanchisme en de stemmingmakerij tegen de Arco-deal die bij de concurrenten van CD&V vandaag wel eens oprispen, ongepast. Natuurlijk hebben die concurrenten bij stembusslagen, bij sociale conflicten, bij regeringsonderhandelingen of in het bestuur op elk niveau jarenlang moeten sakkeren en opboksen tegen de macht van de vertegenwoordigers van de christelijke arbeidersbeweging. Ook nu drijft niet enkel in de politiek maar ook in de media de kritiek boven dat de waarborgregeling beklonken is in een sfeer van gekonkelfoes tussen de zuil en zijn ministers in de regering, een deal waarbij de zuil op kosten van de hele samenleving de reddingsboei kreeg voor haar eigen coöperanten. Groepsegoïsme dus.

Op grond van mijn eigen verhaal meen ik dat leedvermaak of wraakgevoelens misplaatst zijn en zelfs tegen het algemeen belang indruisen. De Arcopar-aandeelhouders bezitten die boekjes, zoals hierboven gesteld, al jaren (ikzelf sedert 1986), er kan al jaren niet meer op ingetekend worden (bij mij al niet meer sedert 2001) en de opbrengst is al jaren beperkt tot een opgespaard dividend. Ik denk dat het aantal kiezers van CVP en later van CD&V bij die 800.000 Arco-vennoten jaar na jaar is afgenomen, recht evenredig met de neergang van de Vlaamse christendemocraten in het gehele Vlaamse electoraat.

Wie dus, zoals Jan Jambon (N-VA), bij het bekendraken van de onrustwekkende mare van Almunia uitroept dat dit “goed nieuws is voor de Belgische belastingbetalers” (aangezien ze, indien de commissaris gelijk krijgt, verlost zouden zijn van de waarborg ter waarde van maximaal 1,5 miljard euro), schoffeert waarschijnlijk een flink deel van zijn eigen kiezers.

En er is nog iets: de reden die Leterme aanhaalde om de waarborgregeling toe te staan, een “run on the bank” Dexia vermijden, staat vandaag nog evengoed overeind ten aanzien van haar opvolger, de staatsbank Belfius. Het geschokt vertrouwen van de Arco-vennoten in de Arco-leiding, dus het ACW, zou wel eens kunnen uitmonden in een financiële wraak die Belfius treft. De Arco-coöperanten zouden volgens ramingen immers een kwart van het spaargeld van de gewezen Dexia Bank bezitten. Zou het goed nieuws zijn voor de belastingbetalers indien de bedrogen Arco-spaarders-coöperanten massaal hun spaarrekeningen bij Belfius opzeggen? Nog altijd vrezen de werknemers van Belfius, die zoals zovelen in de banksector al wat herstructureringen te verwerken hebben gekregen, voor hun job.

Vertrouwen in de instellingen, zoals je bank, is een kostbaar en zeldzaam goed geworden in onze democratische samenleving die in Brussel de Europese keizers van vandaag herbergt. De vruchtbare grond waarop de Europeanen sinds decennia vaste voet meenden te hebben, is aan het schuiven. Terwijl de wereld in een ijltempo verandert, groeien ook in Vlaanderen het onbehagen en het wantrouwen. En wijkt het mededogen, zoals de middenklasse uit de sociale woningen. De arbeiders en hun kinderen die zich hebben opgewerkt, geëmancipeerd en ontwikkeld, dankzij een politiek die veelal gegrondvest was op de idealen en de mobilisatiekracht van de christelijke arbeidersbeweging, stellen vast dat de toekomst niet meer lacht en de leiding honteus zwijgt. Welk verhaaltje moeten Pieter, Veerle, Luc en Geneviève vandaag vertellen?

take down
the paywall
steun ons nu!