Nieuws, Economie, België, Financiële crisis, Bankencrisis, Dexia, Watmet, Analyse, Bad bank - Bernhard Ardaen

Waarom we lessen uit het Dexia-debacle moeten trekken

Insider Bernhard Ardaen schreef een onthutsend boek over de val van Dexia en de toekomst van de bad bank, het vehikel dat ons, belastingbetalers, vele miljarden kan kosten. In dit hoofdstuk uit 'Tijdbom Dexia, de inside story' legt hij uit waarom hij dat deed en welke lessen hij trok uit het bankendebacle.

woensdag 25 april 2012 09:52
Spread the love

‘Waarom doe je dit eigenlijk allemaal, Bernhard?’ Ik heb de vraag de voorbije maanden uit verscheidene monden gehoord. Soms als een vriendschappelijke goede raad, soms uit pure menselijke nieuwsgierigheid. Soms ging er ook een regelrechte waarschuwing achter schuil voor de gevolgen die zo’n boek voor mij zouden kunnen hebben – op persoonlijk vlak, maar ook voor mijn toekomst als bankier. Maar ik heb er bewust voor gekozen in een voor iedereen leesbaar verhaal te schetsen wat er met Dexia gebeurd is. Omdat ik ervan doordrongen ben dat de bankwereld en de samenleving die openheid en dat begrip nodig hebben om deze crisis te doorspartelen.

De voorbije jaren heeft het grote publiek zijn vertrouwen in de bankiers helemaal opgezegd. Als we de gapende wonden van het verleden ooit nog willen zien helen, is transparantie en uitleg op mensenmaat de enige juiste oplossing. En dat is precies wat ik met dit boek probeer te brengen: uitleg op mensenmaat over het Dexia-debacle, de complexe bankenwereld en de financiële crisis, tot en met de mogelijke oplossingen om de schade te beperken.

Twintig jaar pendelen tussen het kraaiennest van de groep en de machinekamers van Dexia Bank België en de Dexia Holding gaven me een heel aparte inkijk in en veel expertise over het functioneren van de bank. Vandaag is de instelling publiek bezit geworden en sleurt ze letterlijk een hele samenleving in haar problemen mee. Daarom heb ik dit verhaal geschreven voor die miljoenen mensen die de interne keuken van een bank niet kennen, maar toch betrokken zijn geraakt bij het Dexia-verhaal. Soms als medewerker, klant of grote of kleine aandeelhouder. Soms als gemeente, lokale overheid of Arcocoöperant. Of soms als belastingbetaler.

Elke keer als ik ze ontmoet, stellen al die mensen me dezelfde vragen. ‘Hoe is het in vredesnaam kunnen gebeuren dat een bank die kan beschikken over tientallen miljarden euro’s spaargeld van trouwe klanten, tot vier keer toe door de overheid recht moet worden gehouden?’, willen ze weten. Of ook wel: ‘Hoe kan een goedehuisvaderaandeel als Dexia in een paar jaar tijd verschrompelen tot een troosteloos centjesaandeel?’

Het valt me daarbij telkens op dat de buitenwereld niet altijd de draagwijdte en de risico’s voor elke Belgische belastingbetaler begrijpt van de staatswaarborg van 54 miljard euro die onder de restbank van Dexia gespannen is. Ik vond het nuttig om te proberen uit te leggen hoe het verhaal zich in mijn beleving afgespeeld heeft, en eigenlijk nog altijd afspeelt.

Er is al veel over Dexia verschenen. De media publiceren dagelijks lange artikels over de bank en de restbank, op radio en televisie hoor en zie ik voortdurend economen die komen uitleggen wat er aan de hand is. En dan heb ik nog niet eens de parlementaire commissie vermeld, die een hele plejade aan betrokkenen heeft zien passeren die allemaal hun eigen versie van het Dexia-debacle uit de doeken hebben kunnen doen.

Ik ben aan dit boek begonnen omdat ik dieper kan graven, dankzij mijn achtergrond en mijn kennis van het bankwezen, maar vooral omdat ik veel van de problemen van Dexia vanuit het kraaiennest of vanuit de machinekamer in de bank heb zien ontstaan. Soms als observator of als deelnemer aan de discussies, soms in een uitvoerende rol. Daarom ben ik ervan overtuigd dat het nuttig is om dit verhaal – mijn verhaal – op een herkenbare manier te vertellen. Omdat het per definitie anders is dan de officiële verhalen die naar buiten worden gebracht.

In de wereld van de financiële instellingen hebben er welgeteld twee partijen contact met de media, de toezichthouders, de politiek of de aandeelhouders. De ene is de CEO, zeg maar de grote baas, de anderen zijn de officiële woordvoerders, die alleen maar voorgekauwde teksten mogen opzeggen. Alle anderen moeten zwijgen. Als politici of toezichthouders met vragen komen, krijgen ze alleen de CEO te zien. Ook de raad van bestuur wordt uitsluitend geïnformeerd door de directie. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de parlementaire commissie, die veel verhalen vanuit de top heeft gehoord, en daarbovenop nog een aantal commentaren van buitenstaanders, die het verval van Dexia van buiten de muren hebben aanschouwd. Geen van hen kan, of wil het volledige verhaal vertellen.

Dat betekent niet dat een financiële instelling per definitie in een waas van geheimzinnigheid gehuld is. Banken als Dexia zijn doorgaans beursgenoteerde ondernemingen, die verplicht een waterval aan cijfers en andere gegevens publiceren. Zeggen dat er géén cijfers voorhanden zijn, is dus liegen. Maar er is een fundamenteel verschil tussen gegevens en informatie. Gegevens zijn letters en cijfers. Ze worden pas zinvol als er voldoende structuur en reliëf in aangebracht wordt om ze ook begrijpelijk en behapbaar te maken voor de gemiddelde Dexia-aandeelhouder, de Dexia-klant of het Dexia-personeelslid.

Dexia heeft daar in zijn bloeijaren nooit in uitgeblonken. Maar het is precies wat we in dit boek, vanuit mijn perspectief, hebben gedaan: we hebben een mentale zeekaart gemaakt van de duizenden bladzijden communiqués, jaarverslagen en publieke documenten en verklaringen die Dexia de voorbije jaren de wereld heeft ingestuurd, en we hebben aangeduid op welke manieren de schepen zich over die zeekaart bewegen. En dat vervolgens in een bevattelijk verhaal gegoten. Het past om hier te zeggen dat dit me niet gelukt zou zijn zonder de vlotte pen van Frank Demets. Waarvoor duizendmaal dank.

Ik heb jarenlang zo’n mentale zeekaart gebruikt in mijn werk voor Dexia Bank België en de Dexia Holding. Ze liet me toe om het hoofd koel te houden op zeer moeilijke momenten in de geschiedenis van de groep. Maar ik moet toegeven dat de kaart ook vandaag een persoonlijke constructie blijft. De objectieve waarheid is namelijk onbereikbaar in het Dexia-dossier, omdat elke verklaring en elk document per definitie bijgekleurd is door ervaringen, achtergronden, bedoelingen en voorgeschiedenissen.

Mijn persoonlijke mentale zeekaart kan niettemin nuttig zijn om lessen voor de toekomst te trekken uit de geschiedenis. Daarom hoop ik dat dit boek u nieuwe inzichten heeft gegeven over waar Dexia vandaan komt en waar het naartoe kan gaan. Ik hoop ook dat het u helpt om te zien hoe u soms tussen de regels moet lezen om het hele plaatje te begrijpen als u nog zin zou hebben om ooit in een bank of een ander groot bedrijf te investeren. Op die manier zou dit boek ook een bescheiden bijdrage kunnen leveren aan het debat over hoeveel transparantie we nu eigenlijk mogen verwachten van een bedrijf dat zich financiert met de centen van het grote publiek.

Ik hoop ook dat het ideeën aanreikt voor de toekomst van de instellingen die ooit bij Dexia hoorden. Belfius is nu afgesplitst van Dexia, en ik wens mijn ex-collega’s een stabiele werkomgeving toe die hen meeneemt in een wervend verhaal dat de juiste balans vindt tussen groei en risico. Voor de klanten van Belfius hoop ik dat zij aan den lijve zullen mogen ondervinden wat de credo’s over klantgerichtheid betekenen. Voor de bredere samenleving hoop ik dat de bank methodes vindt om de collectieve en sociale voorzieningen te helpen realiseren, zoals dat in het verleden in de missie van Bacob en het Gemeentekrediet ingeschreven stond. Voor de aandeelhouder, de Belgische staat, hoop ik dat de bank een bescheiden dividend oplevert, zodat dat de neiging om onnodige risico’s te lopen of de bank overhaast opnieuw in handen van avonturiers te drijven, niet de kop opsteekt.

Voor de problematischer restbank hoop ik dat de Belgische overheid de tikkende tijdbom een beetje trager kan doen tikken. Daarvoor zal de Belgische overheid de juiste mensen op de juiste plaats moeten krijgen, én de Fransen moeten overtuigen. Voorwaar geen makkelijke opdracht. Om de tikkende tijdbom te doen vertragen, zijn er namelijk creatieve oplossingen nodig. Om het explosiegevaar helemaal te ontmijnen temidden deze staatsschuldencrisis, is er een creatieve, Europese aanpak nodig, omdat de enorme schaal van het Dexia-probleem de draagkracht van het kleine België ver te boven gaat.

Dat brengt ons bij de belangrijkste lessen die de bankwereld en de samenleving volgens mij uit het Dexia-debacle zouden moeten trekken. Als de val van Dexia ons één ding geleerd heeft, dan is het wel dat de gebeurtenissen in een financiële instelling verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de hele samenleving. Daarom zouden topbankiers hun persoonlijke ambitie ondergeschikt moeten maken aan het bredere maatschappelijke belang. Regelgevers zouden bij het opstellen van de wetgeving diep nadenken over de maatschappelijke gevolgen en toezichthouders handelen bij de toepassing ervan best net iets minder naar de letter en iets meer naar de geest van de regels die de banken binden.

Verder kan ik enkel hopen dat het Dexia-debacle ook de zwijgende massa wakker heeft geschud. De zwijgende massa op de barricades had de Dexiatop misschien sneller tot inzicht kunnen brengen – wie weet zelfs voor het te laat was. Het zou ook niet slecht zijn als banken en bedrijven plaatsen zouden creëren waar fundamentele kritische vragen gesteld mogen worden. Niet alleen door de directie, maar ook door werknemers, bestuurders en zelfs door de buitenwereld. Al is het maar omdat de voorbije drie jaar ons geleerd hebben dat die buitenwereld onherroepelijk mee in bad zit bij grote banken die in moeilijkheden geraken.

Ik besef dat ik door dit boek te schrijven voor mezelf een aantal deuren naar de banksector gesloten heb. Mijn drang om uitleg te geven bij wat er met Dexia allemaal is gebeurd, was echter sterker dan mijn angst voor de risico’s bij het schrijven van dit boek. Ik heb erover gewaakt geen klantengegevens, geen vertrouwelijke documenten of andere beschermde gegevens in dit boek op te nemen. Alle gegevens waarop dit boek is gebaseerd, waren al bekend voor wie er maar hard genoeg naar zocht. ik heb geprobeerd om u door de bomen het bos te laten zien, en het Dexia-verhaal toegankelijker te maken voor een groter publiek.

Ik wil dat trouwens met plezier ook in de toekomst blijven doen. Parallel met dit boek heb ik een website ontwikkeld waar ik op gezette tijden met mijn bankiersbril naar de nieuwste ontwikkelingen bij Dexia wil blijven kijken. U zult er ook met vragen en reacties terecht kunnen. Ik zou lezers, verenigingen en groepen die op de thema’s van dit boek willen doorgaan, willen uitnodigen om contact op te nemen.

Er zijn ook een enkele thema’s die niet behandeld zijn, omdat ze ons van het kernverhaal van Dexia zouden hebben afgeleid: de invloed van groepspsychologie op mensen die de koers van een bedrijf mee bepalen, de invloed van geld en macht op de kwaliteit van de besluitvorming, het vertrouwen tussen mensen binnen en buiten de bank, het evenwicht tussen eigenbelang en het belang van het grotere geheel. Allemaal stof voor discussie, die zeer relevant kan zijn bij het beantwoorden van de vraag waarom het zo grondig fout is gelopen met ons financiële systeem. Ik wil de discussie graag aangaan met al wie in de thema’s geïnteresseerd is.

Tot slot wil ik nog beklemtonen dat een boek als ‘Tijdbom Dexia’ bijna per definitie een beetje een groepsproject is. Het gaat niet om de schrijvers in hun kamertje alléén, maar ook om een hele rist mensen errond. Daarom wil ik hier iedereen bedanken die aan de realisatie van het boek heeft meegewerkt. Velen onder hen kan ik niet bij naam noemen, omdat ze nog actief zijn in de sector. Toch een zeer welgemeend dankuwel.

Een bijzonder woord van dank ook aan al degenen die mij al die jaren gesteund hebben bij de uitwerking en de verfijning van de concepten voor het CDS-vehikel (de synthetische bad bank). Ook wens ik al mijn vroegere leraren en professoren, medestudenten, leidinggevenden en collega’s te bedanken. Van elk van hen, heb ik een stukje vorming meegekregen, dat mij vroeg of laat van pas is gekomen. Ik dank ook mijn familie, omdat zij mij in mijn soms eenzame strijd altijd, zonder een minuut aarzeling, is blijven steunen. Ik dank ook die mensen die mij vandaag helpen om een nieuwe richting aan mijn professioneel leven te geven. Ik besef namelijk dat ik door dit boek deuren heb gesloten, maar ik heb er het volste vertrouwen in dat er nu ook nieuwe zullen opengaan.

Bernhard Ardaen, maart 2012

Dit is een hoofdstuk uit ‘Tijdbom Dexia, de inside story’. Het boek is verkrijgbaar in onze shop.

take down
the paywall
steun ons nu!