Het beeld 'Maman' van Louise Bourgeois (1911-2010) staat in het QNCC in Doha. Afgevaardigden op de UNCTAD-13 kunnen niet langs het 10-meter hoge beeldhouwwerk van een spin. (foto: QatarTribune)
Opinie, Nieuws, Wereld, Economie, UNCTAD, Doha, Qatar, Vijay Prashad, Handel en ontwikkeling, UNCTAD 13, Louise Bourgeois, Qatar National Convention Centre, Groep van 77 (G-77), JUSSCANNZ-groep -

UNCTAD 13: rode inkt houdt ontwikkeling op afstand

Vorig weekend ging in Doha de 13de VN-Conferentie over Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) van start. Afgevaardigden die in het Qatar National Convention Centre rondlopen, kunnen niet langs het 10-meter hoge beeldhouwwerk van Louise Bourgeois. Haar beeld van een spin 'Maman' is de perfecte illustratie voor een conferentie waar machtige landen een web spinnen waar de onwetenden in verstikt raken.

woensdag 25 april 2012 18:55
Spread the love

Terwijl de panels over investeringsmogelijkheden plaatsvinden, worden in de achterkamertjes de onderhandelingen voortgezet. Een gelekte versie van de onderhandelingstekst geeft ons een inzicht in wat er in Doha echt op het spel staat.

Aangezien het voor de 194 lidstaten allesbehalve efficiënt zou zijn om een document als dit ieder apart te onderhandelen, is de UNCTAD verdeeld in een reeks van ‘onderhandelingsblokken’. De grootste groep is de zogenoemde Groep van 77 (G-77) met China, die al 132 landen vertegenwoordigt. Puur op gewicht zou de G-77+China het meest krachtige blok moeten zijn, maar toch is het dat niet.

Het machtigste blok is namelijk Groep B, dat de staten van rond de Noord-Atlantische Oceaan en haar bondgenoten vertegenwoordigt. In het onderhandelingsproces wordt Groep B verdeeld in twee groepen: de Europese Unie (EU) en de JUSSCANNZ-groep (die bestaat uit Japan, de Verenigde Staten, Zwitserland, Canada, Australië, Noorwegen en Nieuw-Zeeland). Tijdens de conferentie is de JUSSCANNZ-groep (JZ) de meest betrokken groep.

De meest voorkomende reactie op de gelekte tekst is: “JZ delete”. De JZ drukt elke poging van de G-77 om financiën, grondstoffenprijzen en het probleem van de honger op de agenda te zetten de kop in.

Eén van de zinnen die door de JZ-groep geschrapt werd, is de volgende: “Het beveiligen van de toegang tot voedsel – één van de meest fundamentele menselijke behoeften – is een prioriteit”. Een andere zin die door de Europese Unie werd verwijderd nadat de G-77+China die hadden toegevoegd, was “dat mensen het recht hebben op medicijnen tegen betaalbare prijzen”.

“Eén van de zinnen die door de JZ-groep geschrapt werd, is de volgende: “Het beveiligen van de toegang tot voedsel – één van de meest fundamentele menselijke behoeften – is een prioriteit”. Een andere zin die door de Europese Unie werd verwijderd nadat de G-77+China die hadden toegevoegd, was “dat mensen het recht hebben op medicijnen tegen betaalbare prijzen”

Een indicatie van het filosofische verschil tussen het Zuiden en het Noorden op het vlak van overheidsbeleid en ontwikkeling steekt in het akkoord van Accra – het definitieve document van de vorige UNCTAD-conferentie (UNCTAD XII) in 2008. Het Noorden geeft de voorkeur aan de ‘markt’ als dirigent van sociale zaken, terwijl het Zuiden veeleer de staat ziet als framework voor de markt.

“Een effectieve staat”, aldus de JUSSCANNZ-groep “die werkt met private, non-profit en andere belanghebbenden, kan leiden tot een samenhangende ontwikkelingsstrategie en biedt de juiste stimulerende omgeving voor productieve economische activiteit.”

Met ‘effectieve staat’ doelt de groep op een bureaucratische entiteit met een wettelijke basis die compatibel is met onze huidige ‘businessbeschaving’. Wanneer de G-77+China noteerde dat “de staat een belangrijke rol speelt”, werd dat door de JZ-groep geschrapt. Alles wat ook maar iets te maken heeft met financiën, honger, energie en klimaatverandering moet eraan geloven.

De G-77+China suggereert dat er geen globale ontwikkeling kan plaatsvinden zonder dat “de financiering niet opnieuw wordt verbonden met de reële economie”. Pure ketterij is dit voor de voorstanders van een geldgedreven globalisering, en dus ook voor de JZ-groep, die haar rode pen nogmaals boven haalde.

“De G-77+China suggereert dat er geen globale ontwikkeling kan plaatsvinden zonder dat “de financiering niet opnieuw wordt verbonden met de reële economie”. Pure ketterij is dit voor de voorstanders van een geldgedreven globalisering, en dus ook voor de JZ-groep, die haar rode pen nogmaals boven haalde”

De G-77+China ijvert ook voor een controle en regulering van de financiële markten en stellen een ‘fiscale ruimte’ voor die staten in staat stelt “om op de wereldwijde recessie te reageren met een anticyclisch beleid”. De JZ-groep gaat niet akkoord en haalt – voor de verandering – haar rode pen boven. Het enige wat overblijft, is dat “de activiteiten van UNCTAD dienen te worden geleverd binnen de bestaande capaciteit en middelen, en zonder afbreuk te doen aan het werk van andere internationale organisaties.” Daarbij denkt de JZ-groep zonder twijfel aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

De huidige World Economic Outlook van het IMF (‘Growth Resumes, Dangers Remain‘, april 2012) biedt een empirische evaluatie van het doorgeslagen en giftige financiële systeem, maar rept met geen woord over de regulering en de controle op dat systeem.

“In veel grote economieën”, aldus het IMF (p. 21), “werd de financiële sector opgeblazen tijdens de tien jaar vóór de financiële crisis. Inkrimping is een noodzakelijke stap voor het stabiliseren van het systeem.”

Overheden en multilaterale organisaties, zo staat te lezen, zullen bereid moeten zijn allerlei mechanismen te leveren die de banken in staat stellen om hun balans te herstellen. De staat komt met andere woorden enkel ten tonele om de banken te redden, maar met regulering heeft ze niks te zien.

“Overheden en multilaterale organisaties, zo staat te lezen, zullen bereid moeten zijn allerlei mechanismen te leveren die de banken in staat stellen om hun balans te herstellen. De staat komt met andere woorden enkel ten tonele om de banken te redden, maar met regulering heeft ze niks te zien”

In het IMF-rapport staat ook te lezen dat de grondstofprijzen de afgelopen tien jaar zijn verdrievoudigd. Voedsel- en grondstofprijzen, zo staat in het rapport, bereiken de pieken van de jaren zeventig. Volgens het IMF komt dit door de ‘opkomende markteconomieën’. Hiermee doelt de organisatie op de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika) en hun geallieerde staten.

Het is zeer waarschijnlijk dat de grondstoffenprijzen plotsklaps zullen dalen ten gevolge van een zwakke vraag in de komende jaren. Om de volatiliteit (nvdr: de mate van beweeglijkheid van de koers) van de grondstoffenprijzen te beperken, opteert het IMF voor een anticyclisch beleid (besparen bij voorspoed, investeren bij tegenspoed), een vermindering van de overheidsschuld en een hogere flexibiliteit van de wisselkoersen.

Over de rol van speculanten op de grondstofmarkt wordt geen woord gerept. Zeer voorzichtig meldt de UNCTAD dat het “belangrijk is een innovatief en coherent beleid te voeren op nationaal, regionaal en internationaal niveau en om op die manier de volatiliteit van de grondstoffenprijzen te verminderen.”

De JZ-groep haalt haar rode pen weer boven en verwijdert de zin. De link tussen honger en de financiële dominantie van de grondstofmarkt hoeft voor hen blijkbaar niet gelegd te worden.

Het is duidelijke dat er nog een lange weg moet worden gegaan alvorens er een consensus kan worden bereikt. Ondanks de rode pen van de JZ-groep, blijft de UNCTAD strijdvaardig. De ambassadeur van Marokko Omar Hilale heeft beloofd dat de G-77 – ondanks de capriolen van de JZ-groep – voet bij stuk gaat houden en ijvert voor een sterk resultaat in Doha.

Vijay Prashad

Vijay Prashad is professor en directeur van International Studies aan Trinity College, Hartford (VS). In het voorjaar publiceert hij twee boeken: ‘Arab Spring, Libyan Winter’ (AK Press) en ‘Uncle Swami: South Asians in America Today’ (New Press). Hij is de auteur van het boek ‘Darker Nations: A People’s History of the Third World’ (New Press), waarmee hij in 2009 de Muzaffar Ahmed Book Prize won.

(Vertaling uit het Engels door Lucas Derycke)

take down
the paywall
steun ons nu!