De feiten
In september 2010 vond in Brussel een No Border-kamp plaats. Activisten uit verschillende landen namen er deel aan allerlei acties tegen het Belgisch en Europees asielbeleid. Een eerste betoging voor het gesloten asielcentrum 127bis in Steenokkerzeel, om de praktijk van opsluiting aan te klagen en de dood van Semira Adamu te herdenken, liep uit de hand toen de politie te paard en in oproeruitrusting de betogers omcirkelde.
Elf betogers werden toen administratief aangehouden, onder wie twee Britse activisten die werden aangeklaagd voor weerspannigheid tegen de politie. Hun zaak werd dinsdag 24 april behandeld voor een Brusselse rechtbank.
De officiële argumentatie
De rechter oordeelde dat het geval van Darius (een van de twee veroordeelden) extra ernstig is, “omdat hij als universiteitsassistent aan een Britse universiteit het goede voorbeeld zou moeten geven en dus niet aanwezig zou mogen zijn op zulke evenementen”.
Omdat hij tijdens de betoging een drumstokje en een trommel vasthad, werd hij bovendien ook nog veroordeeld voor wapenbezit. “Op de videobeelden is inderdaad niet vast te stellen dat deze twee manifestanten gewelddadig waren of de politie met aarde bekogelden”, vertelde de rechter dinsdag op het proces, “maar ze waren in ieder geval wel aanwezig op die betoging.”
De twee activisten worden ook verantwoordelijk geacht voor de verwondingen van een agent die van zijn paard viel. “Op de videobeelden is nochtans te zien – en dat gaf de rechter ook toe – dat zij daar helemaal niet bij betrokken waren.”
Een gevaarlijk precedent
“Dit is gevaarlijk”, legt een sympathisante uit voor het justitiepaleis, “want zo is geen enkele verdediging meer mogelijk. Er is geen enkel bewijs van gewelddadig verzet. Enkel en alleen omdat zij deelnamen aan een betoging worden zij veroordeeld tot een celstraf. Zo is in de toekomst geen enkele betoging meer mogelijk.”
Mogelijk gaan de advocaten van de activisten in beroep tegen de uitspraak van de rechter, waarvoor nog 15 dagen tijd overblijft.