YPF, volgens de eigen website niets anders dan bezorgdheid voor het algemeen belang ...
Nieuws, Economie, Politiek, Bolivia, Spanje, Amnesty International, Argentinië, Nationalisering, Latijns-Amerika, Analyse, President Sánchez de Losada, Pacific LNG, President Carlos Menem, Repsol-YPF -

14 feiten over het Argentijnse bedrijf REPSOL-YPF

De Europese Commissie (EC) schaart zich achter de Spaanse kritiek op de hernationalisering van het Argentijnse gas- en oliebedrijf YPF, dat in 1999 werd verkocht aan de 'laagste' bieder, het Spaanse privébedrijf REPSOL. Alle clichés over Latijns-Amerika passeren daarbij de revue. Veertien feiten over het bedrijf waarmee de EC liever niet geconfronteerd wordt.

maandag 23 april 2012 15:26
Spread the love

Noot vertaler: YPF (= Yacimientos Petrolíferos Fiscales of ‘Fiscale Petroleumexploitaties’) was tot 1999 een Argentijns overheidsbedrijf toen het door president Carlos Menem werd verkocht aan het Spaanse bedrijf REPSOL (= Refinería de Petróleos y Escombreras Sol of ‘Petroleum- en Metaalraffinaderijen. Het Spaanse woord voor ‘zon’ werd eraan toegevoegd om de naam wat ‘groener’ te laten klinken). In de vertaling werden een aantal zaken weggelaten die enkel relevant zijn voor een Spaanstalig publiek. Zie weblink onderaan voor de originele tekst.

1. REPSOL heeft het Argentijnse YPF op onwettige wijze aangekocht door de Argentijnse buitenlandse schuld uit te buiten

De privatisering van het nationale Argentijnse petroleumbedrijf in 1999 door de regering van president Menem (1989-1999) werd gekenmerkt door onregelmatigheden en vormen van bedrog, zoals:
 
a. YPF werd gedwongen schulden aan te gaan in het buitenland hoewel het over voldoende fondsen beschikte om de eigen ontwikkeling te financieren. Tijdens de dictatuur (1976-1983) evolueerde de buitenlandse schuld van het bedrijf van 376 miljoen dollar naar 6.000 miljoen. Dat geld werd niet besteed aan de gewone activiteiten van het bedrijf.
 
b. Het consultancybedrijf Gafney&Cline devalueerde de waarde van de oliereserves in de waarborg die het opstelde voor de privatisering, om zo de totale waarde van het bedrijf te verminderen. Deze devaluatie kon alleen maar gunstig zijn voor de toekomstige koper. Kort na de verkoop werden ‘nieuwe’ reserves ontdekt voor een waarde van 15.000 miljoen dollar. Die waren in werkelijkheid al lang tevoren bekend.
 
c. 1500 voormalige werknemers van YPF hebben de onwettigheid van de verkoop van YPF aangeklaagd voor de openbare aanklager in Argentinië. Toen de verkoop van de aandelen door hen ongeldig werd verklaard en ze dat daarop openbaar maakten, liet president Menem YPF in New York verkopen, twee dagen voor het verdict werd afgekondigd in het officieel staatsblad (Boletín Oficial del Estado).
 
d. Men verkocht ook de aandelen die eigendom waren van de werknemers en niet van de staat.

2. REPSOL verkreeg het Boliviaanse overheidsbedrijf Andina S.A. gratis

Repsol heeft zich via toeleveringsbedrijf Pluspetrol van YPF en een uitwisseling van financiële activa met het bedrijf Perez Companc het Boliviaanse Andina S.A. toegeëigend. Dit staatsbedrijf bezat de helft van alle uitgebate en productieve oliebronnen van Bolivia.  Het betaalde daar echter niets voor, maar beloofde de waarde van het patrimonium van het bedrijf om te zetten.

Dit proces van kapitalisatie werd uitgevoerd in 1996 tijdens de korte regering van de nu voortvluchtige Boliviaanse president Sánchez de Losada (2002-2003) en wordt beschouwd als de grootste roof in de Boliviaanse geschiedenis, door de gratis versjachering van de openbare bedrijven. 

3. REPSOL participeerde in het Boliviaanse consortium Pacific LNG

De Boliviaanse bevolking kwam in opstand tegen het plan van dit consortium om gas uit te voeren, waarbij 67 doden en honderden gewonden vielen. In 2003 waren de vennoten van het consortium Pacific LNG, die zich hadden verenigd rond het doel om aardgas uit te voeren naar de VS en Mexico: Repsol YPF, British Gas, British Petroleum, Totalfina en Exxon-Mobil. Ze zetten de Boliviaanse regering onder druk om die export te verzorgen via een Chileense haven (Bolivia grenst niet aan de zee, nvdr).

Het ontwerpcontract voorzag een dagelijkse uitvoer van 22 miljoen kubieke meter per dag gedurende 20 jaar, goed voor 16,6 procent van de totale reserves van Bolivia. Terwijl de Bolivianen 5,48 dollar per kubieke meter gas zouden betalen voor eigen gebruik, zou Pacific LNG slechts 0,70 dollar betalen, waarvan 0,13 dollar naar de nationale schatkist zou gaan. De bevolking verzette zich tegen deze uitvoer en ondanks een brutale repressie werd de president het land uitgedreven. Het contract werd vervolgens opgezegd. 

4. REPSOL-YPF wordt in meerdere rechtzaken beschuldigd van milieudelicten en schendingen van de mensenrechten van inheemse volkeren

In Argentinië gaat het over vier rechtszaken. De openbare aanklager diende op 27 maart 2002 een zaak in op basis van een klacht van de Mapuche-gemeenschappen Kaxipayiñ en Paynemil van de regio Loma de la Lata, waar REPSOL-YPF de grootste gas- en oliebron van Argentinië exploiteert. (De Mapuche zijn één van de vele oorspronkelijke inheemse volkeren van Latijns-Amerika, nvdr).

Deze gemeenschappen eisten van Repsol-YPF 337 miljoen euro voor de schade aan hun grondgebied als gevolg van de grondstoffenexploitatie daar. Ze eisen ook 104 miljoen euro voor onder meer de impact op de psychische en fysische gezondheid (uit analyses blijkt dat mannen, vrouwen en kinderen zeer hoge gehaltes zware metalen in hun bloed hebben als gevolg van de vervuiling van het grondwater), op de flora, de fauna en op het socio-cultureel leven.

Daarnaast eisen ze ook 232 miljoen euro voor de herstelkosten aan de beschadigde bodems, onder andere voor herbebossing. Het Duitse consultancybedrijf ‘Umweltschutz’ schat dat de herstelwerken minstens 20 jaar zullen duren. Die eisen komen bovenop de ecologische en sociale schuld die Repsol-YPF al heeft met de bevolking in het zuiden van het land, waar het eveneens grondstoffen exploiteert zonder rekening te houden met de impact op het leefmilieu en de bevolking en zonder die te herstellen.

5. REPSOL-YPF ontwikkelt activiteiten in de erkende beschermde natuurreservaten en inheemse grondgebieden van Latijns-Amerika

Repsol-YPF beukt met zijn veertigjarige concessies in op erkende beschermde gebieden van wereldwaarde. Schade aan het leefmilieu is er in:

– de nationale parken van Madidi, Isidoro Sécure, Amboró, Aguaragüe en het Biosfeer Reservaat van Pilón Lajas in Bolivia; het nationaal park Yasuní in Ecuador en het Llancanelo-reservaat in Argentinië;

– Repsol is ook actief in 17 erkende inheemse gebieden in Bolivia, het gebied Resguardo Único U’wa in Colombia, het inheems gebied Huaorani in Ecuador, meerdere inheemse gebieden in Perú, waar de Ashanika, Shuar en Shipibo volkeren onder lijden;

– in Argentinië zelf is het bedrijf ook aanwezig in de gebieden van de Mapuche.

Meerdere organisaties hebben aangeklaagd dat Repsol in hun gemeenschap actief wordt zonder enige informatie of voorafgaande consultatie, wat een inbreuk is op de nationale wetgeving over de rechten van de inheemse volkeren. De impact van de petroleumextractie op hun sociaal-cultureel leven is moeilijk te schatten.

6.  Repsol-YPF heeft op de beurs van New York de gasreserves van Bolivia geregistreerd als haar eigendom op basis van een wet die ongeldig werd verklaard omdat ze de Boliviaanse grondwet schendt

REPSOL-YPF schreef de gasreserves van Bolivia in als ‘soevereine concessies’ op de beurs van New York op basis van de Boliviaanse wet 1689. Deze wet werd in 2005 ongeldig verklaard omdat ze in tegenstrijd is met de grondwet van de Boliviaanse staat. Deze wet op de energiegrondstoffen was gebaseerd op een éénzijdig decreet van toenmalig president Gonzalo Sánchez de Lozada.

Dit decreet kende de petroleumbedrijven het recht toe op vrije commercialisering – zowel binnen- als buitenlands – van alle energiegrondstoffen en de volledige eigendom van alle opgepompte olie en gas. Dit was in strijd met artikel 139 van de grondwet, volgens dewelke “de bronnen van koolwaterstoffen, welke ook hun toestand en onder welke vorm ze zich ook bevinden, zijn het directe, onontvreemdbare en  onverjaarbare bezit van de staat. Geen enkele concessie of contract kan de eigendom over de koolwaterstoffen overdragen …”.

REPSOL-YPF eigende zich daarmee 22 procent van de totale energiereserves van Bolivia toe, de tweede meest omvangrijke van Latijns-Amerika. Door de eigen reserves te overwaarderen, bekwam Repsol-YPF ook een overwaardering van het bedrijf op de beurs. Er lopen daarom drie zaken van aandeelhouders die werden getroffen door de instorting van de aandelen van het bedrijf.

7. Wie zijn eigenlijk de eigenaars van Repsol-YPF?

Dit is de procentuele verdeling van aandeelhouders van Repsol-YPF (voor de recente nationalisering, nvdr).

– participaties van Argentijnse en Spaanse banken: 26,90 procent;
– participaties van Spaanse bedrijven: 13,50 procent;
– privé-aandeelhouders buiten Spanje en de EU: 24,10 procent;
– privé-aandeelhouders in de EU buiten Spanje: 21,80 procent;
– Amerikaanse bank JP Morgan Chase: 9,36 procent;
– Britse State Street Bank: 6,57 procent;
– andere Europese aandeelhouders: 5,87: procent;
– overigen: 5,80 procent.

Belangrijk om te vermelden is dat niet alleen de bestuurders, maar ook de eigenaars verantwoordelijk zijn voor de daden van het bedrijf. De Argentijnse staat heeft nu al ongeveer 27 procent van de aandelen en ongeveer 15 procent is in handen van Britse en Amerikaanse banken.

8. Repsol-YPF werkt samen met regimes die de mensenrechten schenden

Het bedrijf is ook actief buiten Latijns-Amerika en Spanje, o.a. in Algerije, Equatoriaal Guinea, Iran, Libië, Liberia, Marokko, Nigeria en Sierra Leone.

9. Repsol-YPF wordt in Bolivia vervolgd voor smokkel van ruwe aardolie

De Boliviaanse douane diende op 21 februari 2006 klacht in tegen het bedrijf Andina voor valsheid in geschrifte en smokkel. De beschuldiging is gebaseerd op een onderzoek door de douane over exporten door het bedrijf verwezenlijkt tussen juni 2004 en juli 2005.

Het bedrijf heeft volgens de uittredende voorzitter van het bedrijf, Ricardo Alba, in die periode 230.000 vaten ruwe aardolie onrechtmatig verkocht en verscheept naar Argentinië en Chili. Om die reden viel de Boliviaanse politie op 9 maart 2006 binnen op de hoofdzetel van Repsol-YPF in Bolivia, met het doel documenten in beslag te nemen en de twee topmanagers van het bedrijf, de Spanjaard Julio Gavito en de Argentijn Pedro Sánchez, aan te houden.

Het aanhoudingsbevel kwam er omdat ze zich niet hadden gehouden aan het gerechtelijk bevel om voor de rechtbank te verschijnen. De informatie over deze zaak is onduidelijk, maar men gaat er van uit dat het gerecht ze niet wist aan te houden.

10. Repsol-YPF wordt in verband gebracht met paramilitaire groeperingen in Colombia

Amnesty International (AI) stelde in 2004 in Madrid het rapport Un laboratorio de guerra: represión y violencia en Arauca (‘Een oorlogslaboratorium: repressie en geweld in Arauca’ –Arauca is een Colombiaanse provincie) voor waarin Repsol-YPF en het Amerikaanse Occidental Petroleum beschuldigd werden van schendingen van de mensenrechten en van financiële steun aan eenheden van het Colombiaans leger die ‘bewezen banden’ hebben met paramilitairen in Arauca.

AI klaagt hierin aan dat in deze provincie in het noordoosten van het land, waar beide bedrijven actief zijn, schendingen van de mensenrechten worden gepleegd door de strijdkrachten, de paramilitairen en de guerrilla.

11. Het ventileren van gasbronnen is een illegale praktijk van REPSOL-YPF die mensenlevens kost

Bij de extractie van petroleum komt ook gas vrij dat verbrand moet worden (het gaat hier om gas dat niet bruikbaar is als brandstof, nvdr). Een aantal petroleumvelden passen de illegale praktijk van het wegventileren van dit gas toe. Het risico bestaat er in dat op die manier grote ruimtes gevuld met gas ontstaan die zeer ontvlambaar zijn.

Op 30 juni 2005 verluchtte Repsol-YPF haar olieboorput ‘Surubí D’ in de nabijheid van een rivier. Er volgde een explosie waarbij een boer en zijn zoon levend verband werden, terwijl een andere zoon in het hospitaal terechtkwam. Het bedrijf belette de Boliviaanse autoriteiten zes dagen lang om het bedrijfsterrein te betreden.

Het bedrijf heeft tot nu toe geen enkele verantwoordelijkheid erkend en laat een weduwe zonder inkomsten of compensatie achter terwijl het doorgaat met de emissies van gas.

12. REPSOL-YPF heeft ook slachtoffers in Spanje zelf

In de raffinaderij Puerto Llano in Ciudad Real stierven op 14 augustus 2003 9 arbeiders in een brand die met betere veiligheidsmaatregelen had kunnen worden vermeden. Het onderzoek van dit ongeval door het arbeidsgerecht van de regio Castilla-La Mancha stelde ernstige inbreuken vast op de wet ter bestrijding van werkongevallen en de wet op de reglementering van de petroleumindustrie.

Op basis van het onderzoeksrapport werden twee sancties voorgesteld met de maximale boete voorzien in de wet voor het plegen van ‘zeer ernstige’ overtredingen die tot dit ongeval leidden, voor een bedrag van 1,2 miljoen euro.

De regionale regering van Castilla-La Mancha, verantwoordelijk voor het afdwingen van de sanctie, heeft aangekondigd dat de uiteindelijke storting van de boete nog steeds niet is uitgevoerd omdat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid nog door de rechtbank moet bepaald worden. Dat onderzoek is vandaag nog steeds niet afgesloten.

Repsol-YPF heeft na meerdere maanden intensieve onderhandelingen een akkoord gesloten met de families van de overledenen voor een schadeloosstelling. Die schadevergoeding bedraagt 2,6 miljoen euro.

13. REPSOL-YPF is sponsor van het weerbericht van de Catalaanse zender TV3 terwijl het aan de opwarming van de aarde meewerkt

De planeet warmt onder meer op door de uitstoot van brandstoffen, wat een onomkeerbare impact heeft op de levensomstandigheden. In haar campagnes ter promotie van het bedrijfsimago vermeldt Repsol-YPF dat het aanplantingen doet van genetisch gemanipuleerde eucalyptus in de Argentijnse regio Patagonië die uitstootgassen zou absorberen.

Dat verandert niets aan het feit dat onze huidige levensstijl gebaseerd blijft op aardolie, een zeer lucratieve activiteit voor bedrijven zoals Repsol-YPF. In 2003 maakte het bedrijf nog 2.020 miljoen euro winst.

14. Niets van deze informatie over Repsol-YPF dringt door tot de massamedia

Repsol-YPF is één van de tien grootste oliebedrijven ter wereld. Het bedrijf spendeert elk jaar een enorm bedrag aan communicatie in de media met zijn publiciteitscampagnes. In een steeds meer geglobaliseerde markt kan men zich moeilijk inbeelden dat de verantwoordelijken van de Spaanse media zouden weerstaan aan de inkomsten van Repsol-YPF en zouden kiezen voor transparante berichtgeving die de belangen van het bedrijf zouden kunnen schaden.

Als enig voorbeeld nemen we het grootste Spaanse mediabedrijf, Grupo Prisa, dat 522 miljoen euro winst haalde uit publiciteitsinkomsten, dubbel zoveel als wat het bedrijf verdient met de verkoop van kranten en tijdschriften. 

Neorrabios

(Vertaling uit het Spaans: Lode Vanoost)

take down
the paywall
steun ons nu!