Onze planeet wordt bedreigd door talrijke economische, sociale, gezondheids- en milieucrisissen. Het is daarom noodzakelijk dat er werk gemaakt wordt van een heroriëntering van deze middelen om aan de menselijke behoeften te voldoen. Tal van vredesorganisaties wereldwijd steunen daarom de oproep voor een ‘Mondiale actiedag tegen militaire uitgaven‘ die plaatsvindt op 17 april, wanneer het SIPRI (Stockholm Peace Research Institute) zijn nieuwe jaarlijkse cijfers over de wereldwijde militaire uitgaven vrijgeeft.
Vrede vzw steunt deze oproep en vraagt aandacht voor de menselijke tol die aan deze militaire uitgaven zijn verbonden. De Griekse crisis heeft ons met de neus op de feiten gedrukt. Griekenland behoorde de afgelopen tien jaar tot de belangrijkste wapenimporteurs. Toen Griekenland in 2010 1,8 miljard euro moest besparen in de sociale uitgaven bedroegen de militaire uitgaven 7,1 miljard euro.
Een enorme stijging ten opzichte van 2007 toen de militaire uitgaven 6,24 miljard euro bedroegen. Frankrijk en Duitsland zetten Griekenland onder druk om wapencontracten na te leven. In 2010 ging het over meer dan 1 miljard euro voor de aankoop van militair materieel in beide landen.
Elk jaar wordt er tussen 45 en 60 miljard dollar aan wapens verhandeld. Driekwart daarvan gaat naar ontwikkelingslanden. In veel gevallen worden ook autoritaire regimes bedeeld. Zo verscheepten de landen van de Europese Unie voor miljarden euro’s aan wapens naar de landen van de Arabische wereld. In 2009, voor uitbreken van de Arabische lente, ging het om 11,6 miljard euro.
De top tien van de militaire uitgaven in 2010 wordt geleid door de vijf permanente leden (VS, China, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland) van de VN-Veiligheidsraad, het orgaan dat moet instaan voor vrede en veiligheid in de wereld. Deze landen behoren tegelijk ook tot de grootste wapenproducenten. De andere vijf landen uit de top tien zijn Japan, Saoedi-Arabië, Duitsland, India en Italië.
Ludo De Brabander is medewerker van Vrede vzw