Volgens Oxfam was de voedselcrisis die zich vorig jaar afspeelde in de Hoorn van Afrika het perfecte voorbeeld van wat er kan gebeuren als humanitaire hulp te lang op zich laat wachten en niet voldoende is. De Sahelregio dreigt nu dezelfde richting uit te gaan.
Nu al lijden 330.000 kinderen aan ondervoeding. Slechte weersomstandigheden zoals droogte, gecombineerd met weinig landbouwinvesteringen, hoge bevolkingsaangroei en hoge voedselprijzen, zorgen voor chronische armoede.
De laatste vijf jaar stegen, volgens Oxfam, de voedselprijzen in Niger met 30 tot 40 procent, in Tsjaad was dit 50 tot 60 procent en in Mali groeiden de prijzen met 90 procent terwijl de landbouwproductie daalde met 25 procent. Een ramp voor de meest kwetsbare groepen in een regio waar 80 procent van budget gaat naar enkel en alleen maar voedsel. Veel families in de streek hebben geen alternatief dan landbouw om hun inkomen te vergroten. Daar komt nog bij dat heel wat gezinnen verplicht zijn geld te sturen naar familie elders in Afrika.
15 miljoen mensen in gevaar
15,6 miljoen mensen zijn volgens Oxfam in gevaar. In een enquête van de ontwikkelingsorganisatie blijkt dat 63 procent van de huishoudens in het oosten van Tsjaad niet meer in staat zijn om zichzelf te onderhouden. 8 van de 22 regio’s in het land zagen hun graanvoorraden verdwijnen.
Nu al passen heel was mensen extreme strategieën toe om aan de honger te ontkomen: zo wordt er bijvoorbeeld naar graankorrels gezocht in de aarde. In het westen van Niger trekken families naar de steden om voedsel en werk te zoeken.
Te weinig aandacht
Hassane Baka van AREN, de Vereniging voor de Heropleving van de Veehouders in Niger, wil samen met andere organisaties de veeteelt in de Sahel veiligstellen. Zo is ze op zoek naar een gezond en eerijk beheer van essentiële rijkdommen zoals grond, water en grasland. Baka klaagde op de briefing het gebrek aan aandacht voor de voedselcrisis aan.
“Overheden moeten dringend meer verantwoordelijkheid nemen in deze crisis. Jammer genoeg reageren ze vaak te laat. Er wordt pas actie ondernomen wanneer de situatie al catastrofaal is. Wij willen dat er nu actie ondernomen wordt, voor de alarmfase ingaat.” Baka legde de nadruk op de moeilijke situatie van de veehouders in de Sahel: “De veehouders en boeren staan voor grote uitdagingen. Er is nauwelijks toegang tot water en de voedselcrisissen keren constant terug.”
Ook het ROPPA, een netwerk van boerenorganisaties en landbouwproducenten uit West-Afrika, springt Baka bij: “We slaan al enkele jaren alarm, maar veel verandering is er nog niet. Een ander probleem waar ik wil op wijzen, is het gebrek aan goede producten en voeding voor de dieren. De middelen die de landbouwers en veehouders hebben, zijn beperkt en ze zijn bovendien van slechte kwaliteit. De koeien produceren daardoor melk die niet genoeg voedzaam is of zelfs ronduit slecht. Hierdoor wordt de hongersnood alleen maar groter.”
Imma de Miguel, van de Spaanse Oxfam-afdeling vindt dat de media te weinig interesse tonen. “Er zijn regelmatig voedselcrissisen in Afrika. Niemand kijkt er nog van op. Het is mede de taak van de media om de bevolking in de rest van de wereld duidelijk te maken dat er wel degelijk problemen zijn in de Sahel.”
Kwetsbaar
Een ander probleem dat het ROPPA aanhaalde, is de kwetsbaarheid van vrouwen en kinderen. De mannen trekken vaak ver weg om werk te zoeken waardoor vrouwen en kinderen alleen achter blijven. De vrouwen worden dan meer dan eens gedwongen hun inboedel te verkopen, te bedelen of zich te prostitueren.
De drie gastsprekers waren ervan overtuigd dat de voedselcrisis in de Sahel geen verrassing is, maar dat er wel nu snel gereageerd moet worden en niet morgen. “De Europese Commissie en Verenigde Naties hebben positief gereageerd op onze noodoproepen, maar de middelen die ze aanreiken, zijn ruim onvoldoende”, zegt Liesbeth Goossens, verantwoordelijke voor het humanitaire lobbywerk bij Oxfam.
“De bedoeling is eigenlijk dat er actie ondernomen wordt terwijl we nog in de alarmfase zitten, maar dat blijkt niet zo simpel. Er wordt bij de donorgemeenschap een groot onderscheid gemaakt tussen humanitaire noodhulp en structurele ontwikkelingssamenwerking. Daardoor kunnen verschillende internationale instanties de verantwoordelijkheden naar elkaar doorschuiven”, aldus Goossens.
1 dollar om een kind te onderhouden
Het voorkomen van ondervoeding is volgens Oxfam veel goedkoper dan het genezen ervan, het behouden van de veestapel veel goedkoper dan het vee te moeten vervangen. In 2005 schatte Jan Egeland, de toenmalige coördinator humanitaire zaken van de VN, dat het in Niger slechts 1 dollar per dag kostte om een kind te beschermen tegen ondervoeding. Het kostte de overheid 80 dollar om het kind te redden wanneer het al ondervoed was.
Hoewel verschillende organisaties al fondsen vrijmaakten om de Sahelregio te beschermen, bleef de algemene reactie op de waarschuwing van de VN veeleer mager. De VN berekende in januari 2012 dat er 738 miljoen dollar nodig is om dringende hulp te kunnen bieden in de Sahel.
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) schatte dit bedrag op 808 miljoen dollar. Van dat geld werd tot nu toe zo’n 354 miljoen dollar besteed in de Sahelregio. Maar de rest van het bedrag laat nog op zich wachten. Een teken voor Oxfam om in actie te schieten voor er nog meer slachtoffers vallen.