Een 30-tal sympathisanten stond te scanderen voor de Burundese ambassade, terwijl een 10-tal auto’s af en aan reden en luid claxonneerden. Kinderen, jongeren, volwassenen: iedereen was vertegenwoordigd om de dood van mensenrechtenactivist Ernest Manirumva te herdenken.
Het is drie jaar geleden dat Manirumva vermoord werd in zijn huis in Bujumbura. De vice-voorzitter van het ‘Observatorum van de Strijd tegen Corruptie en Economische misbruiken’ voerde, vlak voor hij werd neergestoken, een onderzoek naar corruptie bij de politie. Drie jaar na zijn dood zijn de verantwoordelijken nog steeds niet opgepakt. Het onderzoek loopt traag, niet transparant en wordt regelmatig uitgesteld. De raad van de FBI, om bepaalde onderzoekshypothesen te volgen, valt bij de Burundese politie in dovemansoren.
“Wij maken ons zorgen over de manier waarop het proces verloopt. De trage manier van werken is onrustwekkend,” roept een medewerkster van Amnesty International door een megafoon.
Veiligheid voor middenveldorganisaties en journalisten
Niet alleen de ‘traagheid’ van het proces is voor Amnesty International en 11.11.11 een doorn in het oog. Sinds de dood van Manirumva worden allerlei acties georganiseerd, maar niet zonder risico. Journalisten, activisten en middenveldorganisaties worden constant beperkt in hun vrijheid en bovendien is de situatie voor hen zeer gespannen. Het is dan ook niet onlogisch dat er voor een claxonneeractie gekozen werd: vorig jaar deden de Burundezen dezelfde actie omdat ze anders te veel gevaar zouden lopen en dus in hun auto veiliger waren. De actie was een groot succes. Heel Burundi liet toen zijn autotoeter horen.
De vredesorganisaties vroegen, na het luide claxonneren en scanderen, meer rechten voor de middenveldorganisaties. Om hun actie kracht bij te zetten, gaven ze tot slot een brief aan de Burundese ambassade en probeerden ze hun eisen duidelijk te maken. De Burundese ambassade liet vorige week in een gesprek al weten dat ze werk zal maken van de zaak.