Betoging van tegenstanders van de militaire staatsgreep donderdag in Bamako
Nieuws, Afrika, Politiek, Bamako, Mali, Embargo, Alassane Ouattara, ECOWAS, Abidjan, Blaise Compaoré, Afrikaanse diplomatie, Thomas Boni Yayi, Analyse, President Ellen Johnson-Sirleaf, Kidal, Azawad, Opstand van Toearegs, Militaire staatsgreep, President Amadou Toumani Touré, Kapitein Amadou Haya Sanogo, Junta, Centrale Bank van de West-Afrikaanse staten, Tombouctou, Touaregopstand, Opstand-toearegs -

Mali: Toeareg-rebellen rukken op, ECOWAS stelt ultimatum tegen coupplegers

De crisis in Mali als gevolg van de militaire staatsgreep van vorige week wordt nog scherper. Vrijdagmorgen is de stad Kidal in handen gevallen van de salafistische rebellengroep Ansar dine. De junta wordt zowel intern als internationaal meer en meer in de hoek gedreven. ECOWAS stelde een ultimatum: tegen maandagavond moet de macht opnieuw in handen van burgers zijn of er volgt een streng embargo.

vrijdag 30 maart 2012 19:00
Spread the love

Het al zwaar verzwakte er armlastige land, dat bovendien door een grote droogte wordt getroffen, kan zich gewoonweg geen embargo permitteren zonder de grote meerderheid van de bevolking tegen zich in het harnas te jagen. De junta staat dus met de rug tegen de muur en weet blijkbaar niet meer van welk hout pijlen te maken.

Hoewel de opstandige militairen vorige week aan het muiten sloegen uit frustratie en ongenoegen tegen de in hun ogen te ‘softe’ aanpak door president Amadou Toumani Touré (ATT) van de Toeareg-rebellie in het noordoosten van het land, slagen ze er nu zelf al helemaal niet meer in om de oprukkende rebellen tegen te houden.

Van de chaos en het machtsvacuüm dat op de staatsgreep volgde, maken de diverse rebellengroepen dankbaar gebruik om hun posities te versterken en meer en meer terrein in te nemen. Donderdagavond leek Tombouctou bedreigd te zijn door de Toeareg-rebellen van de MNLA, die strijden voor autonomie voor Azawad.

Kidal in handen van de rebellen

Vrijdag kwam het bericht dat de strategische stad Kidal in handen is gevallen van de salafistische rebellengroep Ansar dine onder leiding van Toeareg-leider Iyad ag Ghali, die een strategische alliantie vormt met de MNLA, hoewel ze andere doelstellingen nastreeft, onder meer de invoering van de sharia.

De weg ligt nu open om nog veel grotere gebieden te veroveren op het Malinese regeringsleger. Gao en Tombouctou zullen naar alle waarschijnlijkheid dan niet lang meer stand kunnen houden. De rebellengroepen, die over een superieure bewapening beschikken vanuit de geplunderde Libische munitiedepots van de gevallen kolonel Khaddafi, zouden dan veel sneller dan ze ooit hadden kunnen vermoeden het hele noordoosten van Mali onder hun controle hebben.

Traditionele leiders beschermen Tombouctou

De traditionele leiders van het historische Tombouctou, de ‘stad van de 333 heiligen’ en jarenlang een kruispunt van karavaanwegen door de Sahara, hebben zich eerder deze week uitgesproken tégen de plannen van de MNLA-rebellen om de stad gewapenderhand te veroveren, maar waren ook bijzonder scherp voor de coupplegers. “Dat ze ophouden met plunderen en de bevolking beschermen tegen wie hen aanvalt”.

Zij zegden zelf gewapende milities klaar te hebben staan om bij een eventuele aanval tegen de stad, de bevolking te beschermen. De leiders waarschuwden ook dat de staatsgreep Mali dreigt mee te sleuren in een burgeroorlog tussen de diverse gemeenschappen die jarenlang in vrede met en naast elkaar hebben gewoond. Zij vroegen ook respect voor de democratische verworvenheden van de laatste twintig jaar.

Confrontaties in Bamako tussen voor- en tegenstanders

Ondertussen stijgt ook de spanning in de hoofdstad Bamako. Nadat enkele tientallen aanhangers van de coupplegers donderdag de landingsbaan van de luchthaven hadden geblokkeerd zodat de aangekondigde ECOWAS-delegatie onder leiding van de Ivoriaanse president Alassane Outtara niet kon landen, kwam het in de stad tot gewelddadige confrontaties tussen voor- en tegenstanders van de militaire machthebbers. Er zouden daarbij drie zwaargewonden zijn gevallen. Dit waren volgens getuigen de eerste directe confrontaties tussen groepen burgers sinds de staatsgreep van 22 maart.

De voorstanders van de putschisten verweten de ECOWAS-delegatie “inmenging in de interne zaken van Mali”. De tegenstanders van de coup stellen precies hun hoop op de regionale statenorganisatie om de buitenlandse druk op te voeren en zo de junta te dwingen bakzeil te halen en de democratische orde zo vlug mogelijk te herstellen. Ze hopen ook om de geplande presidentsverkiezingen van 29 april alsnog te kunnen laten plaatsvinden.

Jongeren van minder dan twintig jaar zouden met stenen zijn beginnen gooien naar de Bourse du Travail, waar de tegenstanders van de coup zich hadden verzameld. Vakbondsleider Siaka Diakité van de Union nationale des travailleurs du Mali (UNTM), die aanwezig was in het gebouw, verklaarde aan AFP dat jongerenbendes hen plotseling begonnen aan te vallen en leuzen schreeuwden ten gunste van de militaire junta.

Deze confrontatie vond plaats net op het ogenblik dat de ECOWAS-delegatie had moeten landen in Bamako. Ook vijf Malinese journalisten die verslag wilden uitbrengen van de gebeurtenissen werden door militairen opgepakt en korte tijd vastgehouden in een kazerne.

ECOWAS-delegatie stelt junta ultimatum

De delegatie onder leiding van de Ivoriaanse president en huidig ECOWAS-voorzitter Alassane Ouattara zou komen bemiddelen met de juntaleiders om tot een onderhandelde oplossing voor de crisis te komen. Omdat hun vliegtuig rechtsomkeer moest maken, werd dan donderdagavond maar een spoedvergadering gehouden op de luchthaven van Abidjan.

Naast voorzitter Ouattara namen ook de presidenten Boni Yayi van Benin (die momenteel ook voorzitter is van de Afrikaanse Unie), Blaise Compaoré van Burkina Faso, Ellen Johnson-Sirleaf van Liberia en Mahamadou Issoufou van Niger aan het crisisberaad deel. Hun oordeel was bijzonder scherp: de Malinese junta krijgt een ultimatum van 72 uur. Tegen maandagavond moet de macht in Bamako opnieuw in handen zijn van burgers of er volgt een embargo.

De diplomatieke en financiële strafmaatregelen die ECOWAS voorstelt, zouden de junta op de knieën moeten dwingen. Alle grenzen tussen ECOWAS-lidstaten en Mali zouden worden gesloten, zodat het van zee afgesneden land niet meer zou kunnen beschikken over de toegang tot de havens van de buurlanden. Alleen humanitaire goederen zouden nog worden toegelaten.

Alle financiële tegoeden van de juntaleden en de tegoeden van Mali bij de Centrale Bank van de West-Afrikaanse staten worden bevroren. Dit zou de militaire machthebbers op korte termijn op droog zaad kunnen zetten. Juntaleden krijgen geen visa meer om te reizen. Mali is de derde belangrijkste goudproducent van Afrika, zodat een embargo ook de goudprijzen op de internationale markt zouden kunnen beïnvloeden.

Eerder werden dit soort strafmaatregelen al toegepast tegen Laurent Gbagbo en zijn entourage toen die zich in de Ivoriaanse crisis van begin vorig jaar niet wilden neerleggen bij hun nederlaag in de verkiezingen. En de huidige militaire machthebbers van Mali staan in een veel kwetsbaardere en zwakkere positie dan Gbagbo. 

Wanhopige oproep tot ‘vrienden van Mali’

Juntaleider kapitein Amadou Sanogo deed na de val van Kidal een wanhopige oproep tot ‘de vrienden van Mali’ om het land te helpen in zijn strijd tegen de oprukkende Toeareg-rebellen. Hij verontschuldigde zich meteen ook tegenover de ECOWAS-delegatie voor de ‘incidenten’ van donderdagavond die het hen onmogelijk hadden gemaakt om te landen. Op de voorwaarden van het embargo ging hij niet in. Afwachten hoe lang de junta dit machtsspel nog kan volhouden.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!