President Amadou Toumani Touré van Mali: opzijgezet door staatsgreep
Opinie, Nieuws, Wereld, Afrika, Corruptie, Leger, Libië, Mali, Rebellen, Civiele samenleving, Wereldsolidariteit, Kolonel Muammar Khaddafi, AQMI, Opstand van Toearegs, Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad (MNLA), Militaire staatsgreep, President Amadou Toumani Touré, Kapitein Amadou Haya Sanogo, Rebellerende militairen, Drugs- en wapensmokkel, Touaregopstand, Opstand-toearegs - Katrien Beirinckx

Staatsgreep in Mali: worden de putschisten gesteund door de bevolking?

BAMAKO - Muitende militairen pleegden vorige week een staatsgreep in het West-Afrikaanse Mali. Katrien Beirinckx van de NGO Wereldsolidariteit is in Mali. "Al twee jaar lang groeien de frustraties bij het leger en de bevolking over het beleid van de president om de rebellen in het noorden een halt toe te roepen".

maandag 26 maart 2012 17:45
Spread the love

“Het zat er al lang aan te komen”, “Een staatgreep, dat is toch normaal, na alles wat er al gebeurd is”, enkele reacties van Malinezen die weergeven dat de staatsgreep op zich niet als een verrassing kwam.

Als gedurende twee jaar groeien de frustraties bij het leger en de bevolking over het beleid van de president om de rebellen in het noorden een halt toe te roepen. Neem hierbij de enorme prijsstijgingen op de markt, verhalen over corruptie en een algemeen wantrouwen in de overheid en je krijgt een situatie waarbij één enkele druppel frustratie volstaat om de emmer te doen overlopen. Zelfs één maand voor de presidentsverkiezingen, die voorzien waren op 29 april.

Rebellie in het noorden

Sinds 17 januari 2012, zorgt de MNLA (Mouvement national pour la Libération d’Azawad), een rebellenbeweging van Toearegs – voor heel wat zorgen in de regio’s Tombouctou en Gao. De MNLA eist een onafhankelijk territorium ‘Azawad’, die de regio’s Tombouctou, Gao en een deel van Mopti zou omvatten.

De strijdkrachten van de Toearegs werden onlangs versterkt door de komst van oud-militairen van het gevallen regime van kolonel Khaddafi in Libië. Ze vluchtten uit Libië en brachten zware oorlogswapens met zich mee. Via Niger bereikten zij Mali.

In tegenstelling tot Niger, waar de ex-Khaddafi-soldaten gedwongen werden hun wapens in te leveren, koos de Malinese president Amadou Toumani Touré (ATT) voor een dialoog met de strijders. Malinezen getuigen dat hooggeplaatste ex-Khaddafi-strijders een grote geldsom kregen en geïntegreerd werden in het Malinese leger.

Plots moesten militairen uit het zuiden van Mali gehoorzamen aan nieuwe officieren, die uit Libië waren gekomen, en waarvan zij lang niet zeker waren dat ze wel de Malinese nationaliteit hadden. Het gevolg was dan ook dat er veel spanningen ontstonden binnen het Malinese leger, en dat veel, vooral jonge soldaten uit het zuiden, deserteerden.

Volgens de zuidelijke bevolking van Mali, gaat het de MNLA niet zo zeer om het grondgebied zelf, dat vooral bestaat uit woestijn. In het gebied zouden echter zeer belangrijke doorvoerroutes lopen voor drugs- en wapensmokkel.

Het feit dat het Malinese leger zo weinig middelen krijgt om de MNLA te stoppen, dat de president contact zou hebben met hooggeplaatste Toeareg-krijgers, maar hen niet oppakt, doet de bevolking vermoeden dat de president en zijn entourage baat hebben bij het behouden van de drugs- en wapenroutes.

De MNLA kon ook rekenen op de steun van de salafistische rebellengroep Ansar Dine, onder leiding van Iyad ag Ghali. Deze rebellengroep zou kunnen rekenen op de steun van AQMI, de Noord-Afrikaanse tak van Al-Qaeda of Al-Qaeda in de Islamitische Maghreb.

De strijd van deze rebellen is het voeren van een heilige oorlog, de jihad, en het invoeren van de sharia in het noorden van Mali. Intussen zou de MNLA zich echter gedistantieerd hebben van Ansar Dine en AQMI, precies vanwege de extremistische doelstellingen die ze nastreven.

Er vielen bij de gevechten met MNLA, AQMI en Ansar Dine al tientallen doden en 200.000 mensen sloegen al op de vlucht.

Frustratie en woede bij de bevolking

“Er is geen minister in Mali die niet miljonair is” en “Voor een hoge post in het leger, moet je banden hebben met de president”. Dit soort uitspraken over corruptie en vriendjespolitiek deden het wantrouwen van vooral jonge militairen en de bevolking in de president snel sterk toenemen.

Een manifestatie van vrouwen – echtgenotes van militairen die ingezet werden in het noorden – vertaalde nog heel recent deze frustraties. De woedende soldatenvrouwen eisten meer middelen voor hun mannen om te vechten tegen de Toeareg-rebellen en eisten zelfs het ontslag van president ATT.

Tijdens een onderhoud met de president, zei één van de vrouwen “mijnheer de president, het lijkt erop dat u de grootste rebel bent”. Een uitspraak die de gevoelens van de vrouwen duidelijk vertaalde, maar die, volgens sommigen, de militairen overtuigd heeft om over te gaan tot het afzetten van de president via een staatsgreep.

Op 29 april zou de eerste ronde van de presidentsverkiezingen plaatsvinden. Volgens sommigen zou ATT op het allerlaatste moment de verkiezingen uitstellen met als argument dat het onmogelijk zou zijn om verkiezingen te organiseren in de drie noordelijke regio’s: Tombouctou, Gao en Kidal.

Volgens anderen wilde ATT echter niet van uitstel weten. Wat zeker is, is dat ATT zich niet langer kandidaat zou stellen.

Worden de putschisten gesteund door de bevolking, de civiele maatschappij en de politieke partijen?

Reacties van de bevolking

De eerste reacties, de ochtend na de staatsgreep, deden vermoeden dat de bevolking achter de putschisten stond. De groep militairen uit Kati had de frustraties van zichzelf en een groot deel van de bevolking vertaald in actie, die al lang verwacht werden. Het moest er ooit van komen …

Vrijdag en zaterdag, na de plunderingen, na het sluiten van de tankstations waardoor de prijs van benzine steeg tot 2000 CFA-frank per liter (3 euro!), na de massale negatieve reacties van eigen politici, civiele maatschappij, de buurlanden en het opschorten van de ontwikkelingsbudgetten van IMF en de Wereldbank, drong bij vele gewone mensen door wat de impact van deze staatsgreep zou kunnen zijn voor Mali. En vooral hoe de staatsgreep het leven van de bevolking, die al erg getroffen werd door recente prijsstijgingen, zou beïnvloeden.

Reacties van de politieke partijen en de société civile

Op vrijdag 23 en zaterdag 24 maart veroordeelden meer en meer Malinese politieke partijen en organisaties van de civiele maatschappij openlijk de staatsgreep.

Tegen zaterdagavond hadden al 38 politieke partijen en vertegenwoordigers van de société civile zich verenigd in een alliantie tegen de putschisten. Deze alliantie heet PARENA, le Parti pour la renaissance nationale et des associations. Ze keren zich tegen de coup en vragen een onmiddellijk herstel van de constitutionele orde. Zondag herdoopt deze alliantie zich tot FUDR. Een enkele politieke partij, SADI (Solidarité Africaine pour la démocratie et l’indépendance) van Oumar Mariko, steunt de putschisten. Ook hij richt een ‘beweging’ op, de MP22: Mouvement populaire du 22 mars.

De putschisten vinden zich dus meer en meer geïsoleerd. Hier en daar gaan geruchten dat de jonge en onervaren putschisten zich willen overgeven, op voorwaarde dat ze amnestie krijgen.

Ook de verdeeldheid in het leger zelf wordt meer en meer duidelijk. De putschisten zijn jonge militairen, waarvan de legergraden die van kapitein niet overstijgen. Behalve het arresteren van verschillende hoge officieren, trachtten zij ook hooggeplaatste militairen aan hun kant te krijgen, wat lijkt te mislukken. Volgens sommigen zou 90 procent van het leger niet achter de putschisten staan, wat hun militaire machtsgreep uiteraard sterk verzwakt.

Gevolgen van de staatsgreep voor de oorlog in het noorden

Op zaterdag 24 maart dreigt Ansar Dine de noordelijke stad Kidal in te nemen. De verdeeldheid in het leger, en de massale arrestaties van hooggeplaatste militairen verzwakt het leger, waarvan de rebellen dankbaar gebruik blijken te maken. De aanval wordt echter verijdeld door het leger.

Het leger kreeg versterking door de komst van 200 jonge soldaten afkomstig van milities van Ganda Koy en Ganda Izo en die al eerder hielpen Toeareg-rebellen te verslaan. Het is onduidelijk of de putschisten hun akkoord gaven over deze versterking.

Katrien Beirinckx

Katrien Beirinckx is medewerker sociale economie bij de NGO Wereldsolidariteit. Wereldsolidariteit ondersteunt in Mali onder meer ziekenfondsen en een vakbond van leerkrachten. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!