Misschien is het voordragen van Joachim Gauck als Bondspresident ook wel een misverstand. Wie maandag 20 februari de krantencommentaren gelezen heeft, kwam bijvoorbeeld een interessant artikel van Heribert Prantl tegen. Op Suddeutsche.de vergelijkt hij de man met Helmut Schmidt, Hildegard Hamm-Brücher en Hans-Jochen Vogel.
Een eervolle rij waarin een eerbiedwaardig man thuishoort. Alleen ruikt het een beetje te veel naar de oude Bondsrepubliek. Met een rare nostalgische ondertoon wordt gesuggereerd dat er nu in de zetel van Heuss, Heinemann en von Weisäcker opnieuw een burger-intellectueel zal plaatsnemen die het ons weer eens zal komen zeggen. Gauck is er wel de persoon naar, alleen is hij een Oost-Duitser en dat maakt een groot verschil.
20 jaar heeft het geduurd voor men het aandurfde om in dit land een Oost-Duitser aan de top te verkiezen. Er waren wel al enkele kandidaten geweest, goede en slechte, waaronder de moleculair bioloog en burgerrechtenactivist Jens Reich, de voormalige Justitieminister van de deelstaat Saksen Steffen Heitmann, de natuurkundige Dagmar Schipanski, de acteur Peter Sodann, en nog enkele anderen.
Conservatief en activist
Geen van hen geraakte echter verkozen. Er werd aanvankelijk veeleer geopteerd voor West-Duitse politieke zwaargewichten als Roman Herzog en Johannes Rau, later voor West-Duitse topambtenaren zoals Horst Köhler en Christian Wulff.
Twee decennia na de Wende is het nu een burgerrechtenactivist die zijn intrek neemt in paleis Bellevue in Berlijn. Wat maakt het dan uit of iemand van voor of achter het Harzgebergte dit ambt waarneemt? Wel, er is een belangrijk verschil in hoe politiek ervaren wordt.
West-Duitsers willen wel dat de maatschappij zou veranderen, maar zijn ze er tegelijk van overtuigd dat het nooit zal lukken. Oost-Duitsers daarentegen hebben ervaren dat de dingen wel degelijk heel vlug en heel ingrijpend kunnen veranderen. En zoals in het geval van Joachim Gauck, alleen maar ten goede.
Daaruit ontstaat een nieuwe kracht. Want hoe conservatief Gauck soms ook mag zijn, hij laat zich niet dwingen door geschreven en ongeschreven regels. Dat heeft hij bewezen toen hij ondanks zware tegenstand van Helmut Kohl en Wolfgang Schäuble maar ook van Marion Dönhoff en Egon Bahr, de Stasi-archieven openbaar maakte.
Toen Gauck in 2010 een eerste keer voorgedragen werd, schreef de Oost-Duitse schrijfster Jana Hensel: “Hij heeft zoals alle Oost-Duitsers de totale ommekeer meegemaakt en zou in tijden van crisis het gevoel kunnen uitdragen dat het altijd de moeite loont om nieuwe paden te betreden en andere uitwegen te zoeken.”
Daar waar de verkiezing van Christian Wulff een signaal was dat de politiek zich verder op de platgetreden paden zou bewegen, is de aanstelling van Gauck een oproep aan alle burgers om zich niet in bestaande structuren te nestelen, maar om gebruik te maken van hun vrijheid. Het kan een aanzet zijn. Het land kan er alleen maar goed bij varen.
K. Polke-Majewski
Artikel uit Zeit.Online van 20 februari 2012 onder de titel: ‘Gaucks Stärke ist seine Geschichte’
(Vertaling uit het Duits door Ria Sleurs)