Arabische omwentelingen kort door de bocht

Arabische omwentelingen kort door de bocht

woensdag 22 februari 2012 00:25
Spread the love

Op 21.02.2012 organiseerde het Gentse intercultureel centrum De Centrale in samenwerking met 11.11.11 een studienamiddag over de Arabische Lente en de positie die de EU daartegenover inneemt. Genodigden waren onder meer politicologen Samir Amin en Sami Zemni.

Kinda Mohamadieh (Arabisch NGO netwerk voor ontwikkeling, gevestigd in Libanon) ging in een panelgesprek met Ragia Omran (Oxfam Egypte) gepassioneerd van leer tegen de manier waarop het debat over de aard van  Arabische revoluties, de Arabische volksbewegingen zo men wil, vandaag de dag gekaderd wordt in het Westen.

Zonder politiek kleur te bekennen formuleert Kinda een vlijmscherpe discoursanalyse van de positie die de Verenigde Staten, Israel, de golfstaten en de Europese Unie innemen ten aanzien van de Arabische Lente. Ze stelt dat er een prangende nood is aan een nieuw interpretatiekader voor de oorzaak van de Arabische omwentelingen. Die oorzaak wordt in menig politiek debat, in de media en vooral door voorgenoemde actoren al te vaak gelegd bij een gebrek aan doorzichtige politiek en democratie en bij een overvloed aan corrupte structuren. Kinda pleit ervoor dat de huidige evoluties in de Arabische landen gezien worden in het licht van een structurele overmacht van een globale orthodoxe politieke economie over het sociale beleid van diezelfde landen.

Wanneer we een sociaal beleid in het licht stellen van het economische, stelt ze, zien we dat economische groei vandaag de dag niet gemeten wordt aan de ontwikkeling van een land, maar in tegendeel aan de convergentie van een nationaal economisch systeem aan het globaal economische.

Kinda stelt dat het hoog tijd is om de vraag naar de rol van de staat opnieuw te durven stellen. Zij kan niet alleen verantwoordelijk zijn voor het begeleiden van een land in een globale economie. De staat moet opnieuw gezien worden als een geleider van intrinsieke structurele groei en van sociale processen. In dat opzicht staat economische groei niet alleen gelijk aan een daling van werkloosheidscijfers, maar evenzeer aan een analyse van die daling. Want we zien bijvoorbeeld dat in die Arabische landen waar we kunnen spreken van een daling in werkloosheid tegelijkertijd de inkomensongelijkheid stijgt, en het aantal duurzame jobs aanzienlijk daalt. Men moet dus opnieuw de vraag kunnen stellen in welke zin het beeld van economische groei samengaat met bijvoorbeeld groeiende armoede. De hamvraag voor de nieuwe politieke partijen is dus of en hoe zij hun economisch beleid zullen hervormen om opnieuw te investeren in sociale doeleinden en duurzame ontwikkeling.

Bij haar analyse van de reactie van de EU op de Arabische evoluties stelt Kinda vast dat de EU er openlijk en met aandrang voor kiest deze niet te zien in het kader van een economische omwenteling, maar in tegendeel als het bestendigen van een economisch systeem, onder het mom van een hang naar democratie. Concreet uit zich dat in een IMF en een Europese Commisie die er in een neo-liberale logica voor kiezen leningen aan deze landen te bieden onder de conditie dat zij hun grenzen openen en een lage lonen economie ondersteunen. Nog concreter zou dat de uitholling van de sociale welvaart en een bestendiging van huidige gecorrumpeerde systemen inhouden. De EU en het IMF maken op die manier gebruik van het rookgordijn dat rond deze landen in transitie hangt. Slechts eens de strijd geluwd is zal men tot de conclusie kunnen komen dat de voormalige politieke machten opnieuw akkoorden ondertekenden ter bestendiging van economische banden die haaks op de mensenrechten en sociale evolutie staan, en die op hun beurt door nieuwe reactionaire bewegingen gesteund zullen worden.

In andere woorden schept de huidige vooral financiële steun aan de Arabische landen de condities voor de toekomst van diezelfde. Het is een verhaal dat we al vaker hoorden. In tijden van onrust is de kans reëel dat economische principes die met steun van de VS, van de EU, Israel en de golfstaten door de voormalige regimes werden geïnstalleerd simpelweg worden bestendigd door het afsluiten van nieuwe handelsverdragen zonder hier het volk voor te consulteren.

Het afsluiten van nieuwe handelsovereenkomsten is een noodzaak en een vereiste voor de sociale en politieke ontwikkeling van een land, stelt Kinda. Maar hierover bindende beslissingen maken in tijden van onrust gaat in tegen elk democratisch proces en verzekert daarmee een zelfde gang van zaken in de toekomst. Inhoudelijk gezien reguleren de voorgestelde EU handelsakkoorden met de Arabische landen niet alleen bilaterale economische relaties, daarnaast zijn ze ook bindend inzake competitie en beleidsaanbestedingen in eigen, Arabisch land. Het ondertekenen van zulke verdragen hypothekeert dan ook elk potentieel duurzaam economisch beleid in de toekomst.

Kinda wijst op de absolute noodzaak om het economisch beleid van de Arabische landen opnieuw te overwegen in het licht van democratie en sociale verandering van binnenuit in plaats van een economische oligarchie te bestendigen onder het mom van democratie en sociale verandering en in de vorm van nieuwe handelsverdragen.

Professor Samir Amin voegde er na de lezing van Kinda intrigerender wijs aan toe dat deze visie van de motivatie voor volksbeweging vanuit een economisch kader lijnrecht doorgetrokken kan worden naar de huidige onrusten in Griekenland, Portugal en Spanje.

Voor meer info over de handelsverdragen met Arabische landen:

http://www.annd.org/administrator/pubfile/Executive%20Summary%20of%20the%20Cairo%20meeting%20proceedings%20report_FINAL_EDITED.pdf

Voor meer info over Amin’s visie op de orthodoxe politieke economie bekijk de hele bibliografie:

http://en.wikipedia.org/wiki/Samir_Amin

 

take down
the paywall
steun ons nu!