Dat werknemers en werklozen, gewone mensen, vooral de saneringen betalen voor een financiële crisis waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn, dat is asociaal, niet-democratisch en eigenlijk een grote schande.
Dat er grote verschillen zijn tussen belastingen van vermogens, bedrijven, vennootschappen en gewone mensen vernietigt ons progressief belastingsysteem, is dus immoreel, sociaal onrechtvaardig en een grote schande
Dat de bedrijven blijven beweren dat de overheid hen de voorbije jaren heeft uitgeperst als een citroen, terwijl de naakte cijfers aantonen dat ze in de voorbije jaren hebben kunnen rekenen op een massieve belastingverlaging is hun goed recht. Dat ze in de praktijk proberen via wijdopen achterpoorten en fiscale spitstechnologie de nulbelasting proberen organiseren is legaal, maar het blijft gelegaliseerde diefstal. Een diefstal die betaald wordt door de werknemers, de gewone mensen, de gemeenschap en dat is een grote schande.
Dat elk jaar opnieuw in de maand juni PricewaterhouseCoopers (PWC) uitpakt met een Tax Freedom Day om aan te tonen dat België een fiscale hel zou zijn voor de belastingsbetalers is hun volste recht. Misleiding, manipulatie, plat populisme en hypocrisie zijn nog altijd niet verboden. Dat de Tax Freedom Day van PwC een leugen is en liberale propaganda tegen belastingen en de overheid en tegen de sociale verzorgingsstaat is een ideologische oorlog tegen de gewone mensen, de werknemers en werklozen. Dat PwC verzwijgt dat werknemers een stuk zwaarder worden belast dan vennootschappen en vermogens, dat België geen fiscale hel is voor vermogens en bedrijven en vennootschappen, maar een fiscaal paradijs, dat is een grote schande.
Dat deze internationale accountants en belastingadviseurs werken voor en fiscaal en juridisch advies verstrekken aan de rijksten en de meestbetalenden en dus ook aan de grote bedrijven is in een systeem gedomineerd door kapitaal en winst normaal. Dat ze de sterkste ondernemingen helpen om ‘duurzame fiscale efficiëntie’ te bereiken en ‘de aandeelhouderswaarde te vergroten’ (in hun eigen dure woordenkramerij), dus in concrete gewone mensentaal “zoveel mogelijk belastingen proberen ontwijken en ontduiken”, kortom “de fiscus tillen” is alhoewel nog steeds legaal toch een grote schande.
Dat de vorige minister van Financiën, de heer Didier Reynders, moest toegeven in de Commissie Financiën op een vraag van SP.A kamerlid Dirk Van der Maelen, dat het gemiddelde effectieve tarief van de vennootschapsbelasting voor alle vennootschappen samen voor het aanslagjaar 2008 13,6% bedroeg en niet 33,99% is gewoon een feit.
Dat in 2009 de Belgische ondernemingen een winst maakten van 94 miljard euro is goed voor de ondernemingen en zou goed moeten zijn voor de overheid en de gemeenschap. Dat de 1000 grootste daarop gemiddeld slechts 11,8% belastingen betaalden in plaats van 33,99%, dat is niet zomaar fiscale optimalisatie, dat is niet alleen een belastingvermindering van 21 miljard euro, dat is een grote schande.
Dat het VBO de Belgische ondernemingen verdedigt is natuurlijk hun taak en goed recht, maar dat ze zelf met de mantel der valse Valentijnsliefde de belastingvermindering van 21 miljard euro toedekt en intussen alleen pleidooien houdt voor de sanering van de publieke sector, voor meer flexibilisering van de arbeidsmarkt, tegen de werklozen en bruggepensioneerden, tegen belastingen, voor een afbraak van de sociale welvaartsstaat, dat is een grote schande.
Wanneer we de werkgevers en hun woordvoerder, het VBO, zelf de hoogte laten bepalen van een eerlijke en rechtvaardige belastingdruk voor de bedrijven, dan zal elk percentage te hoog worden bevonden. Dat de bedrijven afhankelijk zijn van goede publieke diensten en de groei van publieke investeringen is logisch. Wanneer zij echter de creatiefste wegen blijven bewandelen om zo weinig mogelijk bij te dragen aan de overheidsfinanciën, graven ze zelf een weg naar een diepere economische crisis. Met meer werkloosheid en sociale uitstoting, en dat is een grote schande.
Dat de afgevaardigd bestuurder van het VBO in de tegenaanval gaat is zijn goed recht, dat hij zijn leden, de Belgische ondernemingen in bescherming neemt met de bekende aftandse argumenten dat ze “reeds volop bijdragen aan de sociale zekerheid” en “internationaal actief zijn waardoor ze reeds belastingen betalen in het buitenland” is lachwekkend mocht het tegelijk niet zo triest zijn. Alsof de werknemers die veel meer belastingen afdragen geen sociale zekerheid zouden betalen. Natuurlijk betalen veel bedrijven belastingen in andere landen maar dan wel via spitsvondige fiscale constructies en dochterondernemingen waardoor ze meestal belastingen betalen in landen waar ze het minst belastingen moeten betalen, want door die fiscale constructies maken ze ineens nauwelijks winsten. Dat de afgevaardigd bestuurder van het VBO vergeet te melden dat de grote bedrijven liever hun aandeelhouders en CEO’s belonen dan bij te dragen aan de overheidsfinanciën is waarschijnlijkheid een vergetelheid, dat hij het feit dat vennootschapsbelastingen ver onder het niveau van personenbelastingen liggen niet onrechtvaardig vindt is in zijn sociale positie te begrijpen, dat hij deze gelegaliseerde diefstal van overheidsinkomsten wegmoffelt is een schande.
Dat vandaag de werknemers solidair zijn met de werkgevers, CEO’s en meestvermogenden en dat dus de zwakste schouders de sterkste lasten dragen en telkens opnieuw de plundering van de gemeenschapspot (via notionele interestaftrek, belastingontwijking, belastingontduiking, “creatief fiscaal beheer”, bankgeheim, “fiscale optimalisatie”, belastingparadijzen) moeten bijpassen, dat is niet alleen fiscaal en sociaal onrechtvaardig, het is ook een grote schande.
Dat er na een aantal verloren decennia en het derven van een immense som aan miljarden euro die in rook zijn opgegaan, eindelijk een staatssecretaris werk wil maken van de strijd tegen de grote fraude is een grote stap vooruit, maar wel gewoon een zaak van fiscale rechtvaardigheid.
Dat volgens een onderzoek door fiscaal bureau Deloitte een flink aantal bedrijven overweegt hun investeringsbeleid te wijzigen en zelfs een aantal activiteiten naar het buitenland te verhuizen omdat de maatregelen voor het bestrijden van de fiscale fraude te ver gaan is een grote schande.
Dat we hier vandaag moeten staan om te klinken op het fiscaal succesverhaal van de 1000 grootste bedrijven en vennootschappen, terwijl we beter zouden klinken op meer sociale rechtvaardigheid (een samenleving waarin de grootste bedrijven en vennootschappen niet alleen hun aandeelhouders willen bedienen maar ook hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en dat is niet hetzelfde als gratuite liefdadigheid), dat is een grote schande.
Dat sommige mensen van deze verhalen verdrietig worden en anderen woedend en bitter, en weer anderen zowel woedend, bitter en woedend tegelijk, is normaal en helemaal geen schande. FAN maakt het alleen maar strijdbaarder om met alle democratische middelen een einde te maken aan de fiscale schande.
We willen geen Tax Freedom Day voor de vermogens, voor bedrijven en vennootschappen, wij willen zo vlug mogelijk alle dagen een Tax Justice Day, een progressief belastingssysteem waarin eindelijk de sterkste schouders de hoogste belastingen betalen en we willen dat die belastingen ook geïnd worden en dat de fiscale achterpoorten door de overheid gesloten worden. Dat we hier dus vandaag staan om Tax Freedom Day te vieren voor de sterksten onder ons is een grote schande.
Laten we solidair met z’n allen, de boodschap van FAN verspreiden en een einde maken aan deze schande.
Eric Goeman, coördinator FAN, woordvoerder “laat het grote geld niet ontsnappen”, 14 februari 2012.