Waarom Europa door de ratingbureaus geviseerd wordt
Economie -

Waarom Europa door de ratingbureaus geviseerd wordt

vrijdag 10 februari 2012 12:14
Spread the love

Crisis! Heel de wereldeconomie verkeert in crisis, maar vooral Europa wordt er hard door getroffen, zo hard zelfs dat het overleven van de euro en van de Europese Unie in vraag gesteld wordt.

Is dat het gevolg van schulden die de Europese landen de voorbije jaren opgestapeld hebben? Dat is wat ons voortdurend voorgehouden wordt.  Die schulden zouden zo hoog zijn dat ze bijna niet meer terugbetaald kunnen worden. Maar het blijft een vreemde zaak, want de totale schuldenlast van de Europese Unie (ongeveer 80% van het Bruto Binnenlands Product BBP) (1) is aanzienlijk lager dan die van de VS (100 procent). In Japan bedraagt de staatsschuld zelfs 220% van het BBP en toch is het vooral Europa dat aangevallen wordt door de zgn. ratingbureaus. (2)
Met uitzondering van Griekenland (158%) zitten ook aparte Europese landen die zwaar door de financiële markten geviseerd worden niet overmatig in de schulden. In Spanje bedraagt de nationale schuld zelfs maar 68%, in België is dat 96,8%, in Portugal 102%, in Ierland 112%, en in Italië 120%, wat veel is, maar wel ongeveer hetzelfde als bij de toetreding tot de eurozone, wat toen blijkbaar geen probleem vormde.
De Duitse (82%), Franse (85%) en Britse (80%) overheidsschuld bevinden zich rond het gemiddelde niveau van de OESO-landen. (3) En toch blijkt uitgerekend ook Frankrijk doelwit van de ratingbureaus te zijn. Hoe komt dat?

Dertig vette jaren

Na WO II verhoogde het levensniveau van de gewone mensen in West-Europa spectaculair. Het fascisme was verslagen. De grote inspanningen die jan met de pet in het verzet en in het leger geleverd had, maakten dat zijn verlangens niet zomaar genegeerd konden worden. Daarbij komt dat het Rode Leger in de overwinning op het fascisme een grote rol gespeeld had, waardoor de populariteit van de Sovjet-Unie een recordhoogte bereikte. In tal van West-Europese landen zaten toen zelfs communisten in de regering. Het continent moest heropgebouwd worden en de tewerkstelling was ei zo na volledig. De elite moest bijgevolg diep in de portefeuille tasten wilde hij niet van de kaart geveegd worden.  Zelfs tot in de jaren zeventig konden de mensen nog aanzienlijke verbeteringen in hun situatie afdwingen. Men sprak in Frankrijk over ‘les trente glorieuses’, een periode van dertig jaar waarin gewone, werkende mensen het nooit eerder zo goed hadden.

Neoliberalisme

Aan die vooruitgang kwam een einde in de overgang van de jaren zeventig naar tachtig, wanneer de elite een tegenoffensief inzette dat neoliberalisme heet en tot vandaag voortduurt.
De naam die ten eeuwigen dage met dat tegenoffensief verbonden zal blijven is die van Margaret Thatcher. Zij organiseerde een eerder ongeziene krachtmeting met de Britse mijnwerkers (die ze won), terwijl ze tegelijk de financiële markten vrijmaakte van wettelijke bepalingen (het zgn. ‘dereguleren’ van de markt) waarmee ze vrije baan gaf aan het financierkapitaal dat zich vervolgens, zo weten we inmiddels, als een bende verslaafde gokkers in het casino ging gedragen.
Wat Thatcher in Groot-Brittannië deed, gebeurde ook elders in West-Europa, zij het met enige vertraging. Die vertraging drukt zich uit in de overheidsbestedingen die in de eurozone (46% van het BBP) nog altijd een stuk boven het OESO-gemiddelde (41%) liggen. In Frankrijk is dat zelfs 53%, wat bijzonder veel is wanneer we dat cijfer tegenover dat van de VS stellen: 39%. Waardoor Europa door de internationale financiële elite nog altijd als een wingewest beschouwd wordt. Die staten kunnen immers nog flink gepluimd worden, zo heet het daar. De kosten van pensioenen, onderwijs, gezondheid en andere sociale diensten worden daarom in toenemende mate in vraag gesteld. Met andere woorden: het financierkapitaal gebruikt de crisis om alle sociale verworvenheden van de ‘trente glorieuses’ in Europa af te breken en de zo vrijgekomen middelen naar zich toe te trekken.

Proeftuin Griekenland

Er zijn maar weinig mensen die beseffen dat Griekenland daarbij als een proeftuin fungeert. ‘Hoe ver kunnen we gaan?’, zo luidt het ‘onderzoek’. De vertegenwoordigers van de haute finance bedreigen het land met het faillissement en dwingen er het ene bezuinigingspakket na de andere af. De lonen en de sociale diensten worden afgebroken en de sociale diensten ontmanteld. De levensstandaard van de gemiddelde Griek zal met 30, 40 tot zelfs 50 procent krimpen. Buiten oorlogstijd is zo’n daling nooit ergens te zien geweest. Jonge mensen ontvluchten het land, voor de gaarkeukens groeien de rijen spectaculair, werklozen worden bedelaars.
Zo’n ingrijpende maatregelen kunnen aan een bevolking niet democratisch opgelegd worden. Dus werd de democratie aan de kant gezet. De Europese Unie, het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank (de zgn. troika) hebben de controle over de Griekse begroting overgenomen en de democratisch gekozen regering werd vervangen door een niet verkozen regering van technocraten. Om de mensen te intimideren werd zelfs een fascistische partij (LAOS) in de regering opgenomen. Ook in Italië werd de democratie aan de kant geschoven.
De Europese leiders proberen inmiddels heel Europa naar Griekenland te modelleren. De EU-top van 8-9 december 2011 verplichtte de lidstaten om een beleid van rigide besparingen door te voeren.

Leren uit de geschiedenis

De aanpak laat ons denken aan Duitsland in de jaren dertig en meer bepaald aan het rampzalige beleid dat door de Brüningregering gevoerd werd tijdens de laatste fase van de Weimar Republiek. Heinrich Brüning van de rechtse Zentrum Partei werd in 1930, eveneens in het midden van een wereldwijde economische crisis, bondskanselier en liet de crisis volledig door de werkmensen betalen. Brüning regeerde onder de paraplu van een nooddecreet en werd in het Duitse parlement geruggensteund door de sociaaldemocraten. De vergelijking met de hedendaagse situatie in Griekenland en Italië is overduidelijk.
De regering Brüning was chronisch instabiel en kon het slechts twee jaar uitzingen. In 1932 werd de regering vervangen door kortdurende dictaturen (de generaals Franz von Papen en Kurt von Schleicher)… voordat Adolf Hitler in januari 1933 aan de macht kwam.

Volg de geldstroom

Het is zoals bij een moordonderzoek. De eerste vraag die speurders zich stellen is: wie vaart er wel bij. Een tweede onderzoeksdaad bestaat erin de geldstromen te volgen. 
Wie vaart er wel bij? Waar gingen de middelen naartoe? 830.000 Duitse miljonairs beschikken vandaag over 2,2 miljard euro aan activa. Dat is meer dan de schuld van de Duitse federale staat, de deelstaten en de lokale Duitse besturen samen. Men schat dat rijke Grieken inmiddels 560 miljard euro op buitenlandse rekeningen gezet hebben, dat is bijna het dubbele van de Griekse staatsschuld.
Er zijn in Europa 3 miljoen miljonairs. Terwijl de Europese staten volop in het rood gingen, wisten die hun activa tijdens de jongste dertien jaar te… verdubbelen. De meer dan 7,5 miljard euro aan activa waarover deze mensen beschikken, volstaat bijna om de gecombineerde schuld van alle Europese landen in één klap teniet te doen.
Aan het begin van de twintigste eeuw bedroegen de totale activa van de drie grootste Britse banken 7% van het Britse BBP. Tegen het einde van die eeuw was hun vermogen gestegen tot 75 procent en in 2007 bereikten ze een vermogen van maar liefst 200% van het BBP.
Op het vasteland is dezelfde trend zichtbaar. De activa van de financiële sector is in Duitsland zowel als in Frankrijk drie keer zo groot als het BBP. In Zwitserland, de recordhouder, is dat zelfs zes keer zo groot. Wat we zeggen willen: het is niet de staat die de financiële sector leidt, het is omgekeerd, zoals bovenstaande cijfers overduidelijk aantonen. De financiële elite, die ontstaat uit de herverdeling van inkomen en vermogen, domineert alle terreinen van het economische en sociale leven en is vastbesloten om haar privileges ten koste van alles te verdedigen.
Hoe is die rijkdom zo kunnen toenemen in de handen van een relatief kleine elite? Dat is gebeurd door enorme belastingverminderingen voor bedrijven, waarvan de grootste uiteraard het meeste profiteren. Zo kwam onlangs aan het licht dat energieproducent Electrabel slecht 4,33% belasting betaalt op haar winst.

Vampiers

En nog is het niet ten einde. Kapitaal is immers dood als het niet groeit. Vandaar dat het steeds verder, onverzadigbaar, op zoek gaat naar nieuw profijt, zoals vampiers op zoek gaan naar vers bloed. Vandaar dat er, ondanks al de weelde in handen van een relatief kleine elite nog altijd een soberheidpolitiek opgelegd wordt aan de bevolking. Overheidsuitgaven voor onderwijs, beroepsopleiding, gezondheidszorg, pensioenen, openbare diensten en infrastructuur worden door de financiële oligarchie (4) beschouwd als sta-in-de-weg voor de toename van haar rijkdom, hetzelfde geldt uiteraard ook voor de lonen en andere sociale rechten van werknemers, vandaar ook de voortdurende aanvallen op de Belgische indexregeling.
De regelmatig terugkomende aanvallen op de koppeling van de lonen aan de index leren ons trouwens bijzonder veel over de manier waarop de elite de publieke opinie bemeestert. (5) Misschien vindt u het logisch dat die typisch Belgische koppeling de loonkost dermate hoog maakt dat de industrie het land wel moet verlaten. Daar blijkt in de feiten niets van aan te zijn. (5)
Ondanks de diepe sociale crisis is de financiële elite niet bereid zelfs maar een fractie van zijn rijkdom en privileges op te geven. Die houding lijkt sterk op deze van de Franse aristocratie voor 1789. In die tijd bleek er trouwens maar één manier te zijn om de toenmalige elite te doen plooien: der große Kladderadatsch! (6)
Flor Vandekerckhove

(1) Ratingbureau: Een `kredietbeoordelaar` of `ratingbureau` is een bedrijf dat de kredietwaardigheid beoordeelt van uitgevende instellingen van bepaalde vormen van schuldbewijzen (obligatieleningen), alsmede de schuldbewijzen zelf. In de meeste gevallen zijn het bedrijven, nationale en lokale overheden.
(2) BBP: Het bruto binnenlands product meet het bedrag van goederen en diensten die in een land werden geproduceerd door de binnen- en buitenlandse ondernemingen die er gevestigd zijn.
(3) OESO: De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling is een samenwerkingsverband van 34 landen om sociaal en economisch beleid te bespreken, bestuderen en coördineren. — Voor een overzicht van de staatsschuld van diverse landen, zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_landen_naar_staatsschuld
(4) Oligarchie: regering van een klein aantal personen die behoren tot een bevoorrechte klasse of stand.
(5) Econoom Paul De Grauwe bekeek wat er van aan is: ‘Doet de Belgische industrie het zoveel slechter dan elders? Vanuit mijn bureau in Londen sta ik sceptisch als ik zie hoe de industrie in Groot-Brittannië ineen is geklapt. Dus maar gaan kijken naar de statistieken van de OESO. En wat blijkt? Gedurende 2000-2010 (2011 is nog niet beschikbaar) bedroeg de daling van de industriële tewerkstelling in België 11 procent. In het Verenigd Koninkrijk was dat 34 procent, in de VS 26%, in Nederland 22 procent, in Frankrijk 17 procent. Van de ons omringende landen doet alleen Duitsland het beter: de industriële tewerkstelling daalde er met 8 procent.
Ja, de industriële tewerkstelling daalt overal in de westerse wereld. Maar België is een land waar die desindustrialisatie gedurende de laatste tien jaar minder ingrijpend is geweest dan in de meeste andere westerse landen. Geen paniek dus. We doen het nog niet zo slecht, ondanks onze hoge lonen. Of misschien is het dankzij de hoge lonen, die een reflectie zijn van de hoge productiviteit van de Belgische werknemer.’ in DM 6 februari 2012.
(6) der große Kladderadatsch: de totale ineenstorting.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!