De dubbele moraal van onze kwaliteitskrant

De dubbele moraal van onze kwaliteitskrant

maandag 6 februari 2012 17:17
Spread the love

Vraagt U zich soms ook af waar een krant nu eigenlijk met zijn lezers naartoe wil, als blijkt dat men op de ene pagina A beweert, om dan in het opiniestuk erna stellig B te beweren, terwijl A en B over de hele lijn met elkaar in tegenspraak zijn? Wat verkocht wordt als een zogenaamd objectief debat, is in de praktijk dikwijls niet meer dan een gebrek aan visie, of erger: een gecamoufleerde strategie om de eigenlijke opinies van de redactie zachtjes binnen te lepelen.

Een voorbeeld: de weekendkrant van De Standaard (4-5 februari). Enerzijds verscheen er een ingekorte versie van het essay van Prof. Paul Verhaeghe dat dagen voordien ook al op DWM aangeboden werd (zowel de tekst als de opname van de lezing). Treffend: de DS redactie knipte de onderstaande kritiek van Verhaeghe aan het adres van De Standaard er zorgvuldig uit:

[…] Als klap op de vuurpijl kwam het voorstel om kleuters te screenen op hun vaardigheden, zodat ze meteen in de juiste economische richting kunnen gestuurd worden. De Vlaamse schrijver Marc Reugebrink kaartte die ideeën nog eens aan in een kritisch artikel met als ironische publicatiedatum de feestdag van de onnozele kinderen (De Standaard, 28 december 2011). De week daarop werd hij door een redacteur van diezelfde krant de les gespeld: geesteswetenschappen dragen niks bij, menswetenschappers zouden beter Darwin lezen en met het neoliberalisme is er niets mis. Het feit dat dit soort voorstellen geformuleerd wordt door mensen met macht doet mij rillen. Het moet, zo denk ik dan, ook op die manier begonnen zijn zo rond 1930. Het feit dat er nauwelijks protest komt – ik heb geen enkele rector horen reageren – vraagt om verklaring. Waar is de vroegere kritische zin naartoe?

De boodschap bleef evenwel ongewijzigd: onze maatschappij is doordrongen van het neoliberalisme (vooral De Standaard is daar volgens Verhaeghe alles behalve vrij van, aldus de oorspronkelijke versie…) en burgerlijke ongehoorzaamheid is nodig. Hoewel, dat laatste werd in hun versie weggelaten. Oeps?

Anderzijds lezen we een lang uitgesponnen interview met Karel De Gucht, die heel wat meer ruimte krijgt, en die ons eerst wil doen geloven dat hij nog maar pas weet dat heel wat bedrijven in België geen vennootschapsbelastingen betalen (sinds het boek van Peter Mertens, ‘Hoe durven ze?’ kunnen ook de liberalen dat blijkbaar nog moeilijk blijven ontkennen…) om daarna op een blazende manier de interviewer op zijn plaats te zetten met het absoluut ongeloofwaardige idee dat het liberalisme in wezen niets te maken heeft met kapitalisme.

Opmerkelijk is wel hoe deze grijze eminentie hier een kritiek op het liberalisme probeert te recupereren. De filosoof Slavoj Žižek wees er bijvoorbeeld al herhaaldelijk op dat liberale ideologen (e.g. Thatcher, Blair, Reagan, Clinton, en dichter bij huis: Martens, Verhofstadt, De Clercq junior, De Gucht) ons al decennia ten onrechte willen doen geloven dat democratie en vrije meningsuiting hand in hand gaan met de vrije markt. Willen we het eerste dan is het laatste een absolute noodzaak. Hele verkiezingscampagnes werden bijeengetimmerd op basis van dat idee. Met een evidente verwijzing naar het totalitaire kapitalisme in hedendaags China  – als vuurwerk veranderde het gele gevaar plotsklaps van rood naar blauw – leren we dat het kapitalisme veel gezichten heeft en dat we sinds de financiële crisis en de humanitaire rampen die erop volgden en nog op zullen volgen, vooral moeten uitkijken voor een neoliberalisme dat verkocht wordt als a capitalism with a human face.

Waarom blaast deze weekendkrant nu warm en koud door elkaar waardoor de lezer, tussen de koffie en de pistolets door, uiteindelijk tot de eindstand ‘onbeslist’ komt en daarmee kan terugkeren naar de eigen vooroordelen of mening die sowieso wel bevestigd werd in een van beide stukken? De Standaard laat ons de vrije keuze. In een poging om tot een verklaring van dit probleem te komen – als we het ten minste een probleem mogen noemen – eerst een voor de hand liggende bedenking. Kranten hebben hoe langer hoe minder visie, idealen of engagement. Men neemt zelf liever geen standpunt in, zo lijkt het althans. De succesfactor is de oplage, wat betekent dat men kabaal moet maken, stof opstampen, warm en koud blazen tot iedereen verkouden is. Zolang de reclameblokken maar opbrengen, gaat de aandacht naar wat voor hen het meest voordelig en hapklaar is. De lezer wordt bijgevolg op een erg cynische wijze continu aangetrokken en afgestoten met stemmingmakerij en halve waarheden, opgevreeën en uitgespuwd, opgejaagd door paniekzaaierij. Men bedient vooral die partijen die het meeste in de pap te brokken hebben (is het U bijvoorbeeld ook opgevallen dat allerhande staking-bashers zoveel ruimte kregen in DS?). Resultaat: verdeeldheid, verwarring, pessimisme of opgefokt optimisme om de foute redenen, fatalisme, conformisme. Met het oog op sensatie zoekt men daarom naar onderwerpen die spektakel en commotie garanderen zonder dat het weer over de parachutemoord etc. hoeft te gaan. Momenteel loopt in DS bijvoorbeeld een feuilleton over het wel en wee van de loges. Journalist De Ceulaer mag de stukken die hij vroeger in de Knack al bracht nu in DS nog eens dunnetjes overdoen. Hij kan niet altijd opnieuw sensationeel blijven uithalen naar psychoanalyse, literatuur, etc. onder het mom van een publiek ‘debat’.

Helaas is er meer aan de hand. De weekendkrant opent met een opmerkelijke opinie ‘Stop de kakofonie’ van hoofdredacteur Bart Sturtewagen. Hij draait er geen doekjes om:

Hoelang gaan we ons in dit land nog de luxe permitteren om de verkeerde debatten te voeren? De enige echte hoofdzaak is de vaststelling dat onze economie niet voldoende krachtig is om onze welvaart en ons welzijn dat erop gebaseerd is, te garanderen. Naar de aanpak van dat vraagstuk moet alle aandacht gaan. Snel zal daarbij blijken dat er geen honderd manieren zijn om het pad naar de toekomst te banen.

Voila, met deze eerste regels mag de lezer zijn weekend beginnen. Sturtewagen, die jaren journalist was van de rubriek economie, maakt andermaal een knieval voor de heilige koe: de economie moet groeien. Thatcher’s TINA-mythe: there is no alternative. Notionele intrestaftrek, index-sprong, hogere btw-voet voor bedrijven die mensen ontslaan, belastingen op bedrijfswagens, allemaal kakofonie naast de kwestie. Opmerkelijk is ook dat hij met geen woord rept over het feit dat bedrijven geen vennootschapsbelastingen betalen, ondanks de miljarden die multinationals jaarlijks blijven verdienen. Geen woord over het evidente en effectieve voorstel van de miljonairstaks van de PVDA. Niks over de nood aan duurzame economie, consuminderen enzovoort.

De redactie van DS heeft dus bij hoofde van de hoofdredacteur wel een visie. Een uitgesproken neoliberale visie zelfs, waarvan de lezer dagelijks een portie krijgt voorgeschoteld. Het dagmenu varieert, maar de ingrediënten blijven dezelfde. Enkele jaren terug, bij de vrijlating van CCC kopstuk Pierre Carette in 2003, liet hoofdredacteur Bart Sturtewagen zich even gaan. De lezer kreeg een vluchtige inkijk in zijn ideologische achterkamer. In een tijd dat er van de financiële crisis nog geen sprake was, hoewel er vlot aan gewerkt werd door allerhande economische bollebozen en marketeers van de vrije markt, klinkt het zo:

Toen hij [Carette] werd veroordeeld, stond de Berlijnse Muur nog overeind en was de wereld in blokken verdeeld, met twee supermachten die elkaar in gewapend evenwicht hielden. Van dat wereldbeeld is niets meer over, maar dat is aan de ex-gevangene voorbijgegaan. Het roestige jargon waarvan hij zich nog steeds bedient, komt uit een ander tijdperk.

Hij is de jongste jaren in een kleine kring tot een mythe uitgegroeid, omdat hij al die jaren bij zijn oorspronkelijke ideeën bleef. Dat gaat dan over de almacht van het groot-kapitaal, de onderdrukking van de arbeider door de bourgeois, de onafwendbare zege van de wereldrevolutie en blablabla.

Standvastigheid in idealisme, hoe ontspoord ook, dwingt altijd een zeker respect af. In de maatschappij die Carette en zijn kompanen wilden omverwerpen, de onze dus, zijn meningen trouwens tot op zeer grote hoogte vrij. Er worden de jongste jaren grenzen aan gesteld, maar die zijn nog behoorlijk variabel. Je mag bijvoorbeeld ongestraft kwekken over de wenselijkheid van het verdrijven van kapitalisten en bourgeois, wat je over homo’s, joden of moslims maar beter kan laten. –  (26 feb 2003, ‘De terugkeer van een schim’).

Een toch wel opmerkelijke insinuerende vergelijking op het einde: moeten we kritiek op het kapitalisme best ook ineens strafbaar maken? Zijn de kapitalisten nu ineens ook het slachtoffer van het geweld van de intolerante ander? Om in de sfeer van dezelfde metafoor uit de titel van het stuk te blijven: een spook waart door De Standaard, de schaduw schuift dansend over de pagina’s… .

take down
the paywall
steun ons nu!