1
Chaos slaat toe in mijn verbeelding
ik bied geen verweer ik leef
met de gedachte dat hij mijn
uitvinding is mijn tijding.
Begint chaos niet met de schepping?
Eindigt de schepping niet in chaos?
Eureka! Ik heb het wiel der
verbeelding uitgevonden!
Chaos slaapt zijn roes in de
armen van Gaia, ik ben Eros,
kijk bewonderend toe hoe een
gapende leegte de vorm krijgt
van een Madonna met kind.
Ik ben kosmisch geladen
androgeen voel creatieve
spanning tussen hemel en aarde.
2
Ik loop de Melkweg af bewaar
het evenwicht tussen hemel
en aarde een kloof gaapt mij na
de hemel een kip op eieren
met een ellips als een slang rond
het middel. Ik zit wankel boven
mij dagelijkse werkelijkheid
onder mij de Onderwereld
ik houd mij vast aan het handvat
der verbeelding bereik de
Koninklijke weg die naar de
goden leidt ben eerste mens.
3
In mijn hand versnipperde foto
willekeur wanorde chaos
kosmisch concept van god godin
in bewegend water stroom
naar volgende generatie
conflict tussen god en mens
hij vindt het gespaakte wiel rijdt
chaos naar orde stroom valt
stil stilstand statisch proces.
Ik doorbreek wereldorde
met epische poëzie.
Preek de chaosrevolutie.
4
Chaos blijft op zijn hoede. Orde
dreigt bedreigt creativiteit.
Ik loop de spuigaten uit en
suggereer weerstand leg rituele
basis voor moord. Wie verzet zich
tegen eigen schepping? Wie vergalt
wat zijn fantasie creëert?
Het prematuurtje wordt zoon van
alle goden Drievuldigheid
schepping verbeelding chaos
embryo’s vermenigvuldigen zich.
Het is tijd dat liefde overwint.
5
Wij hebben de gewoonte gewoonten
te hebben zij nestelen zich warm
in de goddelijke attractor de
theologie van de ordehandhavers.
Indien gewoonte diepe richel wordt
schept zij uit het niet de mythe van
herhaling. Ik hou niet van evidente
verhalen, ik lust geen kaas van gestuurde
resonantie, zij versmachten de link
tussen chaos en verbeelding. Mensen
raken overwoekerd door patriarchen
die huik ontzettend naar de wind zetten.
6
Afgod Patriarch verbant chaos
hij wil wet en orde, zijn visie
doodt leven vergalt liefde. Verman
jullie mannen vrouwen laaf jullie
niet aan droge bronnen verwek geen
potentiële aanhangers van
axioma’s, chaos is vrouwelijk
intuïtief flirt met taal chaos
verleidt tot grootse dingen. Mens zit
geklemd tussen het alledaagse
en het extreem verhevene, tussen
vrijheid en solidariteit.
7
De dichter wettelijke erfgenaam
van goddelijke verbeeldingskracht
dit is zijn geboorterecht zijn
poëtisch vermogen. Hij is in staat
tot creëren van ideale
schoonheid. Dichters hebben een geheime
geschiedenis, hun traumatisch verleden,
hun relatie met fijnbesnaarde
intelligentie en ongebreidelde
creatie. Ik ben geen haar beter,
ik leef in dynamisch evenwicht
met de natuur, wil die link niet kwijt.
8
Een dichter kan nooit op dieet. Is dit
niet gelijk aan het verhinderen van
zijn ego? Ik wil geen verklaring, zij
verstoort mijn woorden, zij bedreigt mijn
hallucinogene taal. Op dichten
zit geen rem, dichters leven in ontucht,
hun zelfbeeld is waardeloos, hoogstens
kan religie hen bekoren, alleen
om als kankerende aberratie
snel over te vloeien in een nieuw soort
gedrag dat chaos toegang verleent.
Een onbegrensde grens. Geen code.
9
Ik voel de chaos trillen in mijn lijf
ik word gedefinieerd in termen van
controle, ik word gemodelleerd, ik
wil geen insluiting. Die vrees creëert
twijfel rommeligheid ik zoek geen
waarheid maar spel verbazing, ik zet
een project op stapel, lees: ik span
een verbeeldingsnet in de oceaan
van de chaos, ik dobber, vis nieuwe
ideeën op. Opgelet, dit is
geen model maar een uithaal naar standaard
netten en wetten, regelgeving.
10
’s Nachts word ik verscheurd, keer terug
naar de dag, kruip onder mijn bed, bid,
tot de kleine wezens verdwijnen,
dit is leven boven het maaiveld
van verbeelding en angst, metafoor
van idee-jagen, dit is eten
en drinken, kunst die neerdaalt uit de
hemel het gebied waar platonisme
schittert en straalt. Zei Plato niet dat
het Goede het Ware was en dat
beide Mooi zijn? Ik voel de kracht tot
in mijn botten, chaos is opslagplaats
van schoonheid, geen wanorde te bespeuren,
geen tijd en ruimte, orde op
ingebedde verwarring. Ik voel
de kracht in mijn letterlijke droom.
11
Lezer, we bevinden ons op een
rauw en ruw plateau, jij maakt jouw masker,
ik het mijne, jij ontwerpt jouw droom,
ik de mijne, samen staan wij op
hetzelfde stukje onroerend goed,
langs onze huizenhoge dromen
loopt een kronkelend geestespad,
wij creëren soorten realiteit.
Is dit geen fijn gevoel van omvang
en vorm? Deze middag stapel ik
mijn dromen op en jij? Ineens merk ik
het: jij bent van goddelijke signatuur.
12
Waar de vonk ook vandaan komt, welkom,
verbeelding komt van boven het
noembare, het is een uitstraling
zij daalt en stijgt, de dichter stelt zich
open laaft zich aan haar oneindige
rivier met de chaoswatervallen
een landschap dat zichzelf opheft
geen grenzen alleen woorden die
rollen uit haar mond zij stoort zich aan
overheersing hekelt macht bejubelt
tweeslachtigheid. Zijn dit geen kenmerken
van authentiek dichterschap?
13
Mijn lief is mijn partituur mijn
cultuur Tuin van Eden, hoogste
goed. Hoed je voor Mardoek zijn
paradigma van wet en orde
onderdrukking van chaos
verstikking van verbeelding.
Liefde centrum van de ruimte,
geen loze slogans of verdoken
agenda. Angst vrijwaart de
wijngaard niet van alle kwaad.
Voor mijn lief en ik intuïtie
enig waardefilosofie.
14
Onze cultuur lijdt aan mannelijke
ziekte testosteronvergif
wij vergaan aan vieringen
geen oog voor afkoeling van
het universum geen tijd voor
bezinning feesten zijn ontzielende
kristallen van koud angstzweet
wij hebben geen verbinding meer
met de Muze, auto’s missen
creatieve motoren, jeugd vliegt
uit de bocht. De mens is zijn toekomst
kwijt en kwijlt na elke aanslag.
15
Mijn levensjaar telt driehonderd
vierentachtig dagen zo houd ik
mij jong en stabiel, in deze
context is mijn sterfelijkheid
bestendig, alles is vloed, alles
in beweging, dit is geen spel
van dobbelstenen maar een
mogelijkheid om te ontsnappen
aan tijd en verandering, ik leef
ik verschuif ik verkies chaos
boven orde raadsels boven
dogma ik creëer dieptezicht.
16
Chaos is vrouw moederschoot bron
van alle dingen geest die beweegt
over aanschijn van wateren
wind die golven doet ontstaan,
chaos creëert orde wankel
evenwicht tussen duisternis en
licht potentie en zwakte van
lichaam en geest, chaos is ook
verbeelding die opborrelt uit
onderbewustzijn. God schiep uit
chaos de mens en die laatste
kweekte dieren en planten.
17
Verbeelding is platonisch omgaan
met woorden in stijgende en
dalende beweging, het woord
wordt vleselijk mens hoe hij probeert
vergeefs chaos te doorboren
te temmen in model te gieten.
De dichter verzandt in orde
wordt alchemist magiër bron
van tegenstellingen warhoofd
spaart bliksem op in gapende
leegte, hij waant zich god in ‘t
diepste van zijn galmen en geuren.
18
De dichter is een helderziende
ziet voelt hoort schimmen van mensen
achter de schermen van het leven
de scène laat hem onberoerd
spel fake niet de realiteit
hij voedt zich aan grensvervagende
relaties orgiastische
toestanden werkelijkheid als
uitdrukking van chaos, teksten
worden fonetisch opgezegd
achter de gordijnen gelispeld
in omarmend gefluister.
19
Ik heb een pact gesloten met
de fysische wereld ik gedraag
mij de anderen zichtbaar en
zichtbaar van streek accepteren
mijn geestgedaante het spook in
mij dat blindheid verhult in witte
gewaden. Ik ben alleen extase
zij liggen aan de machinerie
van hun ego een doodlopende
weg een foutieve wending
waaruit geen ontsnappen mogelijk.
Ik vaar ten hemel heen en terug.
20
Luister en luister goed, schuw
onderdrukking, ingekapseld in
leugen en regel, verwelkom
de chaos, stel je open voor
de wil van de wereldziel, dat
en dat alleen zal je geest
bevrijden van controle en
overheersing, laat je niet
inenten met illusie, herwin
het geloof in de Ultieme
Verbinding met alles en
iedereen in de kosmos.
21
Ik heb goed nieuws, lezer: de chaos
is op komst, de wetenschap volgt
de revolutie van het denken op
de voet, een reuzenstap terug,
de hogepriesters van Mardoek
aanvaarden chaos als creatief
beginsel, ommezwaai zo groot
als de uitvinding van het wiel.
Verbeelding creativiteit
inspiratie in opwaartse
spiraal. Chaos, Gaia, Eros
delen de schone lakens uit.
22
De dichter is opnieuw Bach
de Goddelijke Vonk in de mens,
verbeelding is geen biologische
kwantiteit, maar uitstraling,
ik herhaal de chaos is een
vrouw, uit de moederschoot komt
de allesomvattende
potentie, uit duisternis komt
licht, laat het schijnen over de
hoofden van mensen over alles,
de wereld is mooi, de dichter
is back in town, alleluja!