Nieuws, Politiek, België, Tmd -

Di Rupo I: de toekomst wordt slecht voorbereid. Analyse regeerakkoord

Eindelijk een regering. Maar zijn we na 541 dagen nu goed voorbereid op de toekomst? Met DeWereldMorgen.be bekijken we het 180 pagina’s tellende regeerakkoord in het licht van de grote uitdagingen voor onze samenleving. Onderaan is het volledige akkoord te vinden.

vrijdag 9 december 2011 16:01
Spread the love

Niet niks maar…

Het is natuurlijk niet niets om dit land een nieuwe staatshervorming te bezorgen inclusief een BHV akkoord alsook een begroting op te stellen en beleid vast te leggen in moeilijke financiële tijden. Die klus is dus min of meer geklaard. Maar het heeft wel 541 dagen geduurd – dat is volle anderhalf jaar – en dan moet de vraag echt wel gesteld of onze nieuwe regering de grote problemen aanpakt die ons vandaag al overvallen of dreigend snel op ons af komen. Om te beginnen is daar de financiële crisis die in 2008 en opnieuw in 2011 zowel de economie als de overheidsbudgetten deed kapseizen.

Potje breken, potje betalen?

De financiële crisis heeft ons bijna bankroet gemaakt. Maar veel lessen zijn er niet getrokken.

Gaan we nu eindelijk de banken ernstig aan banden leggen?
Maken we van de Dexia Bank België definitief een betrouwbare overheidsbank als een eerste alternatief voor de totaal mislukte grootbanken?
Financieren we de investeringen in onze samenleving opnieuw in de eerste plaats vanuit de spaargelden van de Belgische burgers, of blijven we ons kwetsbaar blootstellen aan de financiële markten waar al even onbekwame ratingbureaus de dienst uitmaken? De voormalige eerste minister heeft dan wel de kracht van de staatsbon herontdekt, maar waarom heeft men de voorkeur voor interne schuldfinanciering ooit opgegeven? En is men daarvan nu definitief genezen?

Minder dan 2 volle pagina’s van het regeerakkoord zijn gewijd aan de banken (p.115-117) en die bieden echt geen overtuigend antwoord op de vorige vragen. Vreemd want een betrouwbaar spaar- en kredietwezen is toch fundamenteel voor elke samenleving die welvaart wil voortbrengen en haar economie wil afstemmen op haar sociale, ecologische en andere doelstellingen.

Financieel lichtpunt?

De (on)verantwoordelijke minister op Financiën heet niet langer Didier Reynders

Enige echte lichtpunt. De (on)verantwoordelijke minister op Financiën heet niet langer Didier Reynders. Wellicht helemaal niet zo toevallig is het de ACW-er Steven Vanackere van CD&V.

Benieuwd of hij de banken wil en kan aan banden leggen, en het financiële landschap kan hertekenen op maat van de sociaalecologische economie die we hard nodig hebben.

Benieuwd ook of hij alvast de verschuldigde belastingen op een rechtvaardige en efficiënte manier kan innen.

Nog over geld en middelen gesproken

Nog altijd worden grote vermogens en grote bedrijven niet aangesproken op hun draagkracht.

Het regeerakkoord blijft de belastingen in de eerste plaats zoeken bij wie werkt. Nog altijd worden vermogens niet echt aangesproken op hun manifeste draagkracht om de samenleving mee vooruit te helpen.

En erger nog, al te veel belastingplichtigen, de grote bedrijven op kop, ontsnappen zelfs aan de fiscale afspraken. Zij slagen erin om amper of zelfs geen belastingen te betalen en fulmineren toch nog tegen het op papier volgens hen te hoge belastingtarief. Dat is voor de grote bedrijven in de feiten nochtans een regelrechte farce.

In dit verband is het een totaal oneerlijke scheeftrekking dat in dit land niet enkel gewone werknemers maar ook vele kmo’s relatief veel meer lasten moeten dragen dan hun grote broers die er zoals Total België in slagen om van de fiscus te verkrijgen dat ze hun olie belastingvrij mogen invoeren. Want die komt zogezegd uit de Bermuda-eilanden (waar geen druppel olie vandaan komt). En de nucleaire rente die nu vooral Electrabel ten goede komt blijft voor het grootste deel daar zitten, terwijl die eigenlijk – voor bijna 2 miljard euro per jaar – volledig toebehoort aan de consumenten (burgers en bedrijven) en de overheid.

Het regeerakkoord vermeldt dan wel dat KMO’s en zelfstandigen de wind van achter moeten krijgen, maar of dat echt de onterechte structurele bevoordeling van grote bedrijven in dit land zal breken, blijft ten zeerste de vraag.

Van fiscus naar fraudebestrijding

Waarom mag Total België wat ‘gewone’ bedrijven en werknemers niet mogen?

De grens tussen belastingen omzeilen en regelrechte fraude is vaak flinterdun in dit land. Want waarom kan Total België een fictieve invoerconstructie laten legaliseren door belastingambtenaren, iets wat helemaal niet is weggelegd voor ‘gewone’ bedrijven en werknemers?

Benieuwd ook of de nieuwe staatssecretaris Fraudebestrijding John Crombez bij machte zal zijn om werkelijk te presteren en de fraude echt terug te dringen? Decennia van loze beloften op dat vlak voorspellen niet veel goeds.

Veel zal verder afhangen van het feit of de nieuwe minister van Justitie Annemie Turtelboom deze derde on-macht na decennia van tergend trage gerechtelijke werking – die dikwijls neerkomt op regelrechte rechtsweigering – eindelijk kan activeren. Of blijven we aanvaarden dat onder andere zowat alle grote fiscale fraudedossiers verjaren?

Een efficiënte overheid

Mogen onze ambtenaren ooit sterke en gewaardeerde civil servants zijn?

Nog verder over de fiscus en justitie gesproken, ze brengen ons makkelijk bij de noodzaak van een goed functionerende overheid. Want het verschil met bijvoorbeeld gezondheidszorg of onderwijs, publieke diensten – waar een complexe mix van initiatief, financiering en regulering uit samenleving, overheid en privé voor altijd verbeterbare maar toch algemeen goede resultaten leidt – is al te opvallend.

Als de overheid de klus alleen moet klaren, is de verhouding tussen wat we eraan uitgeven en de resultaten heel mager, de balans is soms zelfs ronduit negatief. En het is niet dat er in het geheel te weinig mensen zouden werken bij Financiën of bij Justitie. Uit vergelijkingen met het buitenland blijkt dit niet zo te zijn. Het moet dus de manier van werken en organiseren zijn. Als dat niet goed loopt, ligt de fout bij de verantwoordelijke ministers en bij de leidende ambtenaren. Kunnen zij eindelijk maken dat de ambtenaren van dit land echte civil servants mogen zijn, dat ze fier zijn op hun prestaties omdat ze de hun toevertrouwde middelen echt weten om te zetten in de publieke dienstverlening die dit land nodig heeft?

Voor iedereen die begaan is met het algemeen belang en met de cruciale rol van overheden om dat te waarborgen, is het hoog tijd dat de efficiëntie van publieke administraties vergroot. Het regeerakkoord biedt pagina 150-152 niet veel meer dan mooie intenties.

Wat met de overheidsbedrijven?

Nergens in de tekst ook maar één letter over onze nieuwe publieke bank Dexia

Schept de minister van overheidsbedrijven eindelijk ook ruimte voor de verbeterde publieke dienstverlening die ook daar nodig is? Het regeerakkoord beklemtoont vanaf pagina 152 de essentiële rol van de overheidsbedrijven, maakt dat zelfs wat concreet en zoomt in op NMBS, Bpost, Belgacom en Belgocontrol. Maar ten gronde weten we niet of de uitverkoop – in stukken – straks gewoon verder gaat of niet?

In het lijstje ontbreekt overigens, heel vreemd, de nieuwe publieke bank Dexia. Nergens in de tekst is er over Dexia ook maar één letter te lezen… terwijl Dexia Bank België ons toch vier miljard euro heeft gekost, en we allemaal samen voor maar liefst 54 miljard euro aan risico afdekken bij de Dexia restbank.

Er is geen spoor van een offensieve rol voor oude en ook nieuwe overheidsbedrijven om de grote gaten te vullen die een falende privésector laat in hyperbelangrijke sectoren als het geld- en kredietwezen, of energie.

Kernuitstap en Electrabel

Geen spoor van Electrabel, geen drastische ommekeer naar een ander energielandschap

Energie dan. Ja, ja, we blijven bij de kernuitstap, zo is toch te lezen op pagina 127. Maar hoe dit in overeenstemming is met de keuze op bladzijde 49 “om de samenwerking rond het nucleaire exportbeleid te vergemakkelijken” is een raadsel; of beter, dat is ronduit een tegenspraak. Het is meteen een indicatie dat de sterke lobby’s in dit land hun werk blijven doen.

Meer ten gronde nog, er is niet echt een beleid te ontdekken dat drastisch werk maakt van een ander energielandschap. Veel meer dan het beklemtonen van de regionalisering en responsabilisering van de gewesten valt er niet te rapen in het akkoord. Gelooft iemand echt dat zoiets zou volstaan?

Om de ogen helemaal open te krijgen, hoe kan het trouwens dat Electrabel niet aan banden wordt gelegd? Hoe komt het dat Electrabel zelfs nergens te bespeuren is in de tekst? En wat leert ons het feit dat niet langer een minister maar slechts een staatssecretaris – Melchior Wathelet van CDH – bevoegd is voor energie, mobiliteit en milieu?

Op weg naar een sociaalecologische economie? Nee dus

Daar ligt een immense uitdaging. De creatie van een economie die over enkele tientallen jaren voor iedereen voldoende welvaart voortbrengt met tienmaal minder CO2-uitstoot en tienmaal minder materialenverbruik. Wat dat betreft, is er nog niet in de verste verte enig echt beleid merkbaar.

Het hoofdstuk over ‘Transitie van onze economie naar een duurzaam groeimodel’ (p. 123-129) was al een zwaktebod in de eerste nota Di Rupo, en dat is jammer genoeg in grote mate zo gebleven.

Niet dat het ontbreekt aan goede intenties. Maar veel meer dan een vroege nieuwjaarsbrief – of brief aan Sinterklaas – is het echt niet. Er waren 541 dagen om te onderhandelen, en dus ook om na te denken over het best te voeren beleid maar, zoals blijkt uit het akkoord, daar is echt niet over nagedacht.

Waarom legt de regering niet minstens reductiepercentages vast voor de CO2-uitstoot.? Waarom zou dit enkel moeten voor het begrotingstekort?
En hoe de verregaande afschaffing van energiebesparingsmaatregelen verklaren, terwijl de nood aan een minder energieverslindend gebouwenbestand in dit land nog meer dan elders dringend nodig is? Hoe is dit trouwens te verantwoorden wanneer tegelijkertijd eigenlijk amper aan de bedrijfswagens wordt geraakt?

541 dagen volstaan blijkbaar niet om de leidende politieke klasse van dit land het overlevingsbelang van de omschakeling naar een sociaalecologische economie te laten doorgronden, om te begrijpen dat dit al op middellange termijn een zaak van leven en dood is voor elke samenleving… jammer, als het van de huidige politici afhangt, zal het ‘dood’ zijn.

Voor een succesvolle transitie zijn handenvol werk nodig

Aan werk zijn bijna dertig bladzijden gewijd, van pagina 84 tot en met 101. Die zijn vooral gedrenkt in de logica van de actieve welvaartstaat. Allerlei bevolkingsgroepen moeten langer en meer aan het werk.

Dat daarbij – en passant – ook tijdskrediet en loopbaanonderbreking in grote mate gaan sneuvelen, zal vele werknemers niet helpen om vaak stresserende jobs en carrières te verzoenen met al die andere waardevolle aspecten van het leven, van kinderen tot participatie aan de samenleving.

Waar is het sturende beleid dat nuttige jobs creëert waarmee we een ecologische economie bouwen?

Blijft de vraag voor dit hoofdstuk: en waar is dat werk dan, of van waar zal het komen? Daar valt al veel minder over te vinden. Het is waar dat er pagina 93 gesproken wordt over jobcreatie, en over groene jobs, die hype van de jongste jaren.

Maar welk is het sturende en stimulerende beleid dat letterlijk het nuttige werk creëert waarmee we een ecologische economie bouwen? En neem dat inderdaad ‘letterlijk’, want er zijn bijvoorbeeld massa’s handen nodig om de huizen en gebouwen te bouwen en verbouwen die niet zinloos veel energie consumeren maar integendeel zelfs een positieve energiebalans kunnen voorleggen.

Waar zijn dus de plannen om onze economie om te bouwen en talloze banen te scheppen? Plus daarmee werklozen in te schakelen die daarmee het inkomen verdienen waarmee ze zelf ook in dergelijke duurzame huizen kunnen wonen? En al die activiteit levert meteen ook belastingsinkomsten op waarmee de publieke diensten kunnen worden gefinancierd.  Met andere woorden, kans op drievoudige terugverdieneffecten maar, sorry, er is niets van te bespeuren.

Welke democratische staatshervorming hebben we nodig?

Nog even over de staatshervorming, die zoveel politieke energie verslond de voorbije jaren en waarmee deze evaluatie kort begon.

Er blijft een ontzettend groot democratisch manco

Heel wat bevoegdheden worden dus overgeheveld naar de deelstaten en de financiële regels van het vernieuwde Belgische ‘living apart together’ zijn flink aangepast. Veel van het regeerakkoord staat daar vol van. Wie het wil nalezen, het is het hele deel 1 dat begint op pagina 10 en eindigt op pagina 72.

In het begin is daar ook sprake van de noodzaak van politieke vernieuwing. Wat zelden verteld wordt over de doorgevoerde staatshervorming, is dat er een ontzettend groot democratisch manco blijft.

Hoe komt het namelijk dat we niet meest krachtig het meest nabije en meest democratisch gefundeerde bestuursniveau versterken, dat van de steden en gemeenten? Het is werkelijk ontluisterend om te zien hoe weinig reële bevoegdheden en hoe weinig budget – helemaal anders dan in Noordse landen – wij toevertrouwen aan het gemeentelijke niveau. En nog veel minder, of zelfs helemaal niets, aan nog kleinere entiteiten als wijken of deelgemeenten.

Als het erom gaat onze democratie echt te versterken en van onderuit ons democratische bestuur te organiseren en te hertekenen staan we nog mijlenver van het doel.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!